ECLI:NL:RBMNE:2024:5184

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 augustus 2024
Publicatiedatum
29 augustus 2024
Zaaknummer
16/302745-23
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bezit van kinderporno en dierenporno met strafoplegging

Op 26 augustus 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende een periode van twee jaar kinderporno in zijn bezit had en op één dag ook dierenporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 4 december 2020 tot en met 22 september 2022 in Almere kinderporno in zijn bezit heeft gehad, waarbij het materiaal onder meer het misbruik van zeer jonge kinderen met geweld betrof. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ernst en aard van het materiaal strafverzwarend zijn. Hoewel de verdachte het materiaal op zijn telefoon had opgeslagen, heeft de rechtbank het uploaden naar Google Foto's en Dropbox niet als verspreiding aangemerkt. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur, met een proeftijd van 2 jaar. Bijzondere voorwaarden zijn een meldplicht en ambulante behandeling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gedeeltelijk afgewezen, maar heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar laten meewegen in de strafoplegging.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/302745-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 26 augustus 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats]
(hierna: verdachte).

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 augustus 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Drogt en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. G.J. van Oosten, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
in de periode van 4 december 2020 t/m 22 september 2022 in Almere kinderporno in zijn bezit heeft gehad en/of heeft verworven en/of heeft verspreid en/of heeft aangeboden en/of heeft doorgevoerd en/of zich daartoe de toegang heeft verschaft, en daar een gewoonte van heeft gemaakt;
Feit 2
op 20 september 2022 in Almere dierenporno in zijn bezit heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

Voordat de rechtbank een oordeel kan geven over de vraag of verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd, moet worden beoordeeld of aan de in de wet gestelde voorvragen is voldaan. Dat is het geval: de dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd om deze zaak te beoordelen, de officier van justitie mag verdachte vervolgen en er zijn geen redenen om de vervolging uit te stellen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Zij stelt zich op het standpunt dat verdachte op 20 september 2022 in het bezit was van kinder- en dierenpornografisch materiaal, dat is aangetroffen op zijn telefoon. Daarnaast heeft verdachte in de periode van 7 mei 2021 tot en met 21 november 2021 een grote hoeveelheid afbeeldingen en foto’s (waaronder de 234 afbeelden
genoemd in de NCMEC-meldingen die gekoppeld kunnen worden aan het IP-adres [ip nummer] ) verworven en daartoe door middel van een
geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst toegang heeft
verschaft en van die verkrijging een gewoonte heeft gemaakt.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft partieel vrijspraak bepleit van het onder feit 1 ten laste gelegde verspreiden, aanbieden, doorvoeren en toegang verschaffen. Ook heeft de raadsman gevraagd verdachte vrij te spreken van het onder feit 1 ten laste gelegde gewoonte maken van het bezit van kinderporno. Verder heeft de raadsman vrijspraak bepleit van het onder feit 2 ten laste gelegde feit. In de bewijsoverwegingen zal de rechtbank reageren op de verweren die door de raadsman zijn aangevoerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De feiten
De rechtbank stelt op basis van de stukken in het dossier de volgende feiten en omstandigheden vast.
Het Team Bestrijding Kinderporno- en Kindersekstoerisme van de Landelijke Eenheid (TBKK Landelijke Eenheid) ontving op 23 november 2021 een meldingsrapport van het NCMEC (het Amerikaanse National Center for Missing and Exploited Children). Daarin werd beschreven dat een specifieke gebruiker in ieder geval in de periode van 4 december 2020 tot en met 21 november 2021 beeldmateriaal dat vermoedelijk kinderporno betrof had geplaatst op Google. Naast dit meldingsrapport ontving het TBKK Landelijke Eenheid nog 15 meldingsrapporten. De eerste 8 meldingsrapporten hadden betrekking op iemand met de gebruikersnaam “ [gebruikersnaam 1] ” met e-mail adres [e-mailadres] . In deze meldingsrapporten is te lezen dat door deze gebruiker 262 afbeeldingen zijn geüpload. In de volgende 8 meldingsrapporten, waaronder de genoemde NCMEC-melding van 23 november 2021, ging het om de gebruiker met de naam ' [gebruikersnaam 1] ' de geboortedatum [geboortedatum] 1997, het e-mailadres [e-mailadres] en gebruikmakend van (onder meer) het IP-adres [ip nummer] . Uit nader onderzoek bleek dat er in totaal 234 afbeeldingen via dit IP-adres waren geüpload naar Google.
De 496 aangetroffen grafische bestanden waren (op een aantal afbeeldingen na) kinderpornografisch van aard. Het aangetroffen materiaal is beoordeeld en omschreven en het betrof voor een groot deel minderjarige meisjes in de leeftijd van 3 tot 10 jaar oud, die worden gepenetreerd in hun mond, vagina en/of anus.
De gebruikersgegevens van het IP-adres [ip nummer] zijn vervolgens opgevraagd en hieruit bleek het abonnement op het adres te staan waar verdachte met zijn ouders woont. Uit gegevens uit de Basisregistratie Personen bleek de in de meldingen genoemde geboortedatum te passen bij die van verdachte.
De politie heeft op 20 september 2022 gegevensdragers van verdachte in beslaggenomen en onderzocht. Op de telefoon van verdachte zijn meerdere gebruikersaccounts aangetroffen die actief waren, waaronder meerdere op naam van de verdachte zelf, maar ook op de naam ‘ [gebruikersnaam 1] ’, gekoppeld aan het emailadres [e-mailadres] . Op de telefoon is ook kinderpornografisch materiaal aangetroffen: 8 afbeeldingen, te weten 6 foto’s en 2 films/video’s. Daarnaast zijn er 2 afbeeldingen met dierenporno aangetroffen. Dit betrof 2 keer dezelfde afbeelding.
Bewezenverklaring feit 1 [1]
Verdachte heeft het onder 1 ten laste gelegde feit bekend en de raadsman heeft geen integrale vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 augustus 2024;
  • een proces-verbaal van bevindingen van het Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme;
- een proces-verbaal van bevindingen van het Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme betreffende een onderzoek NCMEC-meldingen; [3]
- een proces-verbaal van Beschrijving kinderpornografisch materiaal. [4]
Bewezenverklaring feit 2
Verdachte heeft ontkend dat hij het ten laste gelegde onder feit 2 heeft gepleegd en de raadsman heeft vrijspraak bepleit voor dit feit. Om die reden zal de rechtbank de bewijsmiddelen van dit feit uitschrijven. De rechtbank heeft voor de bewezenverklaring de volgende wettige bewijsmiddelen gebruikt:
Een proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal
In het opsporingsonderzoek contra [verdachte] is op dinsdag 20 september 2022 op het adres [adres] , [postcode] in [plaats] binnengetreden en werden goederen in beslag genomen. De navolgende goederen zijn in beslag genomen: MDRBD22006-736685, Mobiele telefoon, Googel Pixel 6. Na verricht onderzoek zijn de in deze gegevensdragers aanwezige bestanden ter beoordeling op 12 oktober 2022 aan ons verbalisanten aangeboden. Vanaf vrijdag 28 april 2023 hebben wij verbalisanten, een nader onderzoek ingesteld in het ter beoordeling aangeboden materiaal. [5]
Wij hebben vastgesteld dat er in totaal 2 afbeeldingen dierenpornografisch zijn. Het betreft hier 2 foto's. [6] Over het aangetroffen dieren pornografische materiaal merken wij, verbalisanten, het volgende op:
• De 2 dieren pornografische afbeeldingen betreffen 2 dezelfde foto's.
• De 2 dieren pornografische afbeeldingen hebben dezelfde bestandsnaam.
Deze bestanden zijn door de gebruiker normaal te benaderen. [7]
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [8]
V: Er is een Google Pixel 6 telefoon bij jou inbeslaggenomen (MDRBD22006-736685). Van wie is deze telefoon?
A: Van mij.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 augustus 2024
Verdachte: Ik ben [gebruikersnaam 1] .
Bewijsoverwegingen t.a.v. feit 1
Periode
Op basis van de bewijsmiddelen acht de rechtbank een langere periode bewezen dan gevorderd door de officier van justitie.
Verwerven, verspreiden, aanbieden, doorvoeren
Verdachte heeft op de terechtzitting verklaard dat alle foto’s die hij op zijn telefoon opslaat door zijn telefooninstellingen automatisch worden geüpload naar Google Foto’s, welk account hij niet deelt met anderen. Het kinderpornografisch materiaal dat verdachte op zijn telefoon heeft opgeslagen is dus ook op die manier automatisch geüpload naar Google. Er is volgens verdachte en zijn raadsman niet op een andere plaats of wijze sprake geweest van uploaden van kinderpornografisch materiaal, zodat geen sprake is van verspreiden, aanbieden en/of doorvoeren.
De rechtbank overweegt dat er op basis van het dossier geen bewijs is dat verdachte kinderpornografisch materiaal heeft verspreid, aangeboden of doorgevoerd. Het uploaden van afbeeldingen op Google Foto’s en Dropbox merkt de rechtbank niet als zodanig aan, omdat er geen aanwijzingen zijn dat iemand anders dan verdachte zelf toegang had tot het materiaal. Van het op een andere locatie uploaden, verspreiden, aanbieden of doorvoeren van kinderpornografisch materiaal is niet gebleken. Ook uit het chatgesprek tussen verdachte en [gebruikersnaam 2] op Wickr, waarnaar de officier van justitie heeft verwezen, is dit niet af te leiden. De afbeelding die verdachte hier heeft geüpload kan op grond van het dossier, alsmede volgens de officier van justitie, niet worden aangemerkt als kinderpornografisch.
De rechtbank stelt vast dat uit het dossier niet is af te leiden op welk moment het kinderpornografisch materiaal precies door verdachte is verworven. Dit geldt ook voor het toegang verschaffen door middel van een geautomatiseerd werk. Het onderzoek dat in het dossier is beschreven ziet namelijk alleen op het uploaden naar Google Foto’s en Dropbox, en daarmee dus op het bezit van het materiaal. De rechtbank zal verdachte dan ook alleen veroordelen voor het bezit van kinderpornografie.
Gewoonte van maken
De rechtbank is van oordeel dat er op grond van het dossier onvoldoende aanwijzingen zijn dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het bezit van kinderpornografie. Hierbij acht de rechtbank met name van belang dat de tenlastegelegde periode minder dan twee jaar betreft, waarin verdachte relatief gezien een redelijk kleine hoeveelheid materiaal in bezit had, in vergelijking met andere zaken. Ook valt uit het dossier niet af te leiden dat hij het materiaal langdurig en gericht verzamelde en/of geordend heeft.
Bewijsoverwegingen t.a.v. feit 2
Dierenporno
Verdachte heeft op de terechtzitting verklaard dat hij niet weet hoe het dierenpornografisch materiaal op zijn telefoon terecht is gekomen. De raadsman van verdachte heeft om die reden vrijspraak bepleit voor dit feit. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat het in feite gaat om één afbeelding, omdat het twee keer dezelfde foto betreft.
Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen van het bezit van dierenporno, moet de rechtbank vaststellen of er bij verdachte sprake was van (voorwaardelijk) opzet op het bezit daarvan.
De rechtbank gaat ervan uit dat op een telefoon aangetroffen gedownloade of gekopieerde bestanden zijn gedownload en/of gekopieerd door de eigenaar/vaste gebruiker van die
telefoon, tenzij er aanwijzingen voor het tegendeel zijn. De rechtbank treft in het dossier dergelijke aanwijzingen niet aan. Ook de verklaring van verdachte levert een dergelijke aanwijzing niet op. Dat de afbeeldingen op de telefoon van verdachte terecht zijn gekomen als zogenaamde onbedoelde bijvangst bij het downloaden van andere soorten bestanden acht de rechtbank niet aannemelijk. De dierenpornografisch afbeeldingen zijn namelijk niet aangetroffen naast een grote hoeveelheid ‘gewone’ porno of ander gedownload materiaal. Ook volgt uit het dossier dat de afbeeldingen in een foto-map op de telefoon van verdachte stonden en normaal waren te benaderen voor de gebruiker. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij niet wist dat het dierenpornografisch materiaal op zijn telefoon stond dus niet aannemelijk. Er is daarom wel sprake van opzet op het bezit van het materiaal.
De rechtbank stelt vast dat het dierenpornografisch materiaal 2 bestanden betreft, elk bestaande uit een foto waarop dezelfde seksuele handeling te zien is, waarbij een mens en een dier (schijnbaar) betrokken zijn. De rechtbank is daarom van oordeel dat er wel sprake is van 2 afbeeldingen van dierenpornografische aard, ondanks dat op de afbeeldingen exact hetzelfde te zien is.

5.BEWEZENVERKLARING

Op basis van de bewijsmiddelen en – overwegingen vindt de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1
in de periode van 4 december 2020 tot en met 20 september 2022 te Almere meermalen
- afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en
- een gegevensdrager, te weten een telefoon, bevattende afbeeldingen, te weten 6 foto’s en 2 video’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto 1, Foto 2, Foto 3 en Foto 4, omschreven op pagina 194 respectievelijk pagina 198 e.v.)
en/of het met een penis en/of vinger(s) en/of hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto 4, omschreven op pagina 194 respectievelijk pagina 198 e.v.)
en/of het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto 4, omschreven op pagina 194 respectievelijk pagina 198 e.v.)
en/of het als persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met de/een vinger(s) en/of hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen borsten
(Foto 6, omschreven op pagina 194 respectievelijk pagina 198 e.v.)
en/of het door een dier oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto 3 en Foto 4, omschreven op pagina 194 respectievelijk pagina 199 e.v.)
en/of het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
(Foto 4 en Foto 6, omschreven op pagina 194 respectievelijk pagina 199 e.v.).
Feit 2
hij op 20 september 2022 te Almere afbeeldingen, te weten 2 foto’s, van ontuchtige handelingen in bezit heeft gehad, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het door een kip (laten) betasten van het geslachtsdeel en/of lichaam van een persoon
(Foto 1, omschreven op pagina 195 respectievelijk pagina 205).
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
Feit 2
een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als (bijzondere) voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandeling bij De Waag.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om aan verdachte een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen in combinatie met een taakstraf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich over een periode van twee jaar schuldig gemaakt aan het bezit van kinderpornografie en, op één dag, dierenpornografie. De foto’s en video’s betreffen onder meer het misbruik van ook zeer jonge kinderen met geweld. Dit is een zeer ernstig misdrijf, omdat het een feit van algemene bekendheid is dat de minderjarige slachtoffers van seksueel misbruik hiervan nog lange tijd of blijvend lichamelijke en psychische klachten ondervinden. Niet alleen vanwege het misbruik, maar ook omdat de afbeeldingen nog jarenlang op het internet kunnen circuleren. Verdachte is medeverantwoordelijk voor het seksueel misbruik van kinderen omdat hij, door kinderporno te uploaden en te bewaren, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Vanwege de ernst van het feit geldt ook een taakstrafverbod.
Uit de omschrijving van de aangetroffen afbeeldingen en films blijkt dat verdachte beschikte over extreme vormen van kinderporno. De rechtbank doelt hiermee op porno waarbij zeer jonge kinderen al dan niet in vastgebonden of in een machteloze toestand door volwassen mannen worden gepenetreerd en porno waarbij kinderen worden gepenetreerd door dieren. Met name de ernst en de aard van die foto’s en video’s weegt de rechtbank in strafverzwarende zin mee en acht daarom geen andere straf passend dan een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Persoon van verdachte
Verdachte is niet eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank weegt dit niet in het voordeel, noch in het nadeel mee van verdachte. Verder vindt de rechtbank van belang dat hoewel verdachte zich bij de politie op zijn zwijgrecht heeft beroepen ten aanzien van de feiten, hij tijdens de terechtzitting wel openheid van zaken heeft gegeven en berouw heeft getoond. Dat verdachte al gevolgen heeft ondervonden van zijn daden, doordat zijn geambieerde carrière bij de politie niet door kan gaan, is een omstandigheid die voor rekening van verdachte komt en niet als strafverminderende omstandigheid wordt meegewogen.
Strafoplegging
Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank alleen het in bezit hebben van het kinderpornografisch materiaal bewezen en gaat de rechtbank niet uit van een gewoonte maken van dat bezit. De rechtbank zal daarom in de strafmaat afwijken van de eis van de officier van justitie.
Bij het bepalen van de strafsoort en hoogte daarvan heeft de rechtbank gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. Op basis daarvan geldt als oriëntatiepunt een hoge taakstraf en een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan een kort gedeelte onvoorwaardelijk.
De rechtbank weegt het tijdsverloop in deze zaak in strafverminderende zin mee. Verdachte heeft de feiten namelijk ongeveer twee jaar geleden begaan. Bij de straftoemeting houdt de rechtbank ook rekening met het feit dat het om een relatief klein aantal bestanden gaat, in vergelijking met andere zaken.
Gelet op de ernst van het delict acht de rechtbank het noodzakelijk dat verdachte een behandeling krijgt. Verdachte heeft tijdens de terechtzitting aangegeven dat hij onder behandeling is bij de praktijkondersteuner van de huisarts en verdere behandeling in de vorm van een bijzondere voorwaarde daarom niet nodig vindt. De rechtbank is echter van oordeel dat het noodzakelijk is dat verdachte een ambulante behandeling krijgt, die specifiek is toegespitst op de aard van het bewezenverklaarde en het voorkomen van een terugval in zedendelinquent gedrag. Dit gaat verder dan de algemene steun die een praktijkondersteuner van een huisarts kan bieden. Verdachte heeft tijdens de terechtzitting desgevraagd verklaard dat hij wel zal meewerken als de behandeling als bijzondere voorwaarde zal worden opgelegd.
De rechtbank acht, alles afwegende een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 240 uur passend en geboden. Daarbij zal de rechtbank als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandeling opleggen.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 240b en 254a van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 6 maanden;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
5 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van 2 jarenvast;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 4 maanden hechtenis;
- stelt als
algemene voorwaardendat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte gedurende de proeftijd:
* zich binnen vijf werkdagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis meldt op het adres Middendreef 293 in Lelystad. Betrokkene blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.H.M. Druijf, voorzitter, mrs. J.F. Haeck en A.A.T. Werner, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Bazaz, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 augustus 2024.
Mr. J.F. Haeck is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 december 2020 tot en met 22 september 2022 te Almere, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of
- een gegevensdrager, te weten een telefoon, bevattende afbeeldingen, te weten 6 foto’s en/of 2 video’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
heeft verworven en/of heeft verspreid en/of heeft aangeboden en/of heeft doorgevoerd en/of
in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (Foto 1, Foto 2, Foto 3 en Foto 4, omschreven op pagina 194 respectievelijk pagina 198 e.v.)
en/of het met de/een penis en/of vinger(s) en/of hand en/of mond en/of tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of het met de/een vinger(s) en/of hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of het als persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met de/een vinger(s) en/of hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten
(Foto 4, omschreven op pagina 194 respectievelijk pagina 198 e.v.)
en/of het door een dier oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto 3 en Foto 4, omschreven op pagina 194 respectievelijk pagina 199 e.v.)
en/of het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
(Foto 4 en Foto 6, omschreven op pagina 194 respectievelijk pagina 199 e.v.)
terwijl hij, verdachte, van het plegen van dit misdrijf aldus een gewoonte heeft
gemaakt;
(art. 240b lid 1 en 2 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op 20 september 2022 te Almere, althans in Nederland, één of meer afbeeldingen, te weten 2 foto’s, van ontuchtige handelingen in bezit heeft gehad, waarbij een mens en een dier is/zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het door een kip (laten) betasten van het geslachtsdeel en/of lichaam van een persoon
(Foto 1, omschreven op pagina 195 respectievelijk pagina 205)
( art 254a lid 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Voor zover niet anders is vermeld, zijn deze processen-verbaal als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 5 december 2023, genummerd MDRBD22006-6, opgemaakt door Team Bestrijding Kinderpornografie en Kindersekstoerisme Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 208; Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. De inhoud van de bewijsmiddelen is zakelijk weergegeven.
2.Een proces-verbaal van bevindingen van 3 maart 2023, genummerd 2021-141745-221801115627, opgemaakt door de Dienst Landelijke Recherche van de Landelijke Eenheid, p. 49-151.
3.Een proces-verbaal van bevindingen, onderzoek NCMEC meldingen, van 22 februari 2023, opgemaakt door de Dienst Landelijke Recherche van de Landelijke Eenheid, p. 168-170.
4.Een proces-verbaal van Beschrijving kinderpornografisch materiaal, genummerd MDRBD22006-30, opgemaakt door de politie Eenheid Midden Nederland, p. 191-204.
5.Een proces-verbaal van 24 oktober 2023, genummerd MDRBD22006-30, pagina 192.
6.Idem, pagina 193.
7.Idem, pagina 195.
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte van 9 november 2023, genummerd MDRBD22006-311, pagina 39.