ECLI:NL:RBMNE:2024:5175
Rechtbank Midden-Nederland
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in een strafzaak wegens mogelijke schending van de rechterlijke onpartijdigheid
Op 29 augustus 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, in de verschoningskamer, een verzoek tot verschoning toegewezen. Dit verzoek was ingediend door mr. D. Riani el Achhab, de strafrechter die betrokken was bij de behandeling van vier hoofdzaken. De aanleiding voor het verzoek was een incident waarbij de advocaat van de verdachte per ongeluk een geheimhouderstuk, een gespreksnotitie, had verzonden naar verzoekster. Verzoekster had dit stuk deels gelezen voordat de advocaat het opnieuw verzond zonder de vertrouwelijke bijlage. Gezien de inhoud van de gespreksnotitie was verzoekster van mening dat haar onpartijdigheid in het geding was, niet alleen in de zaak van de verdachte, maar ook in de zaken van de medeverdachten, die beschuldigd werden van medeplegen en deelname aan een crimineel samenwerkingsverband.
De verschoningskamer heeft de feiten en omstandigheden van het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 517 van het Wetboek van Strafvordering. Dit artikel stelt dat rechters zich kunnen verschonen indien er feiten of omstandigheden zijn die de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De verschoningskamer oordeelde dat de rechterlijke onpartijdigheid door het lezen van het geheimhouderstuk inderdaad schade kon lijden, wat ook van toepassing was op de medeverdachten. Daarom werd het verzoek tot verschoning in alle vier de hoofdzaken toegewezen.
De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. J.G. Nicholson en de leden mr. L.C. Michon en mr. N.M. Spelt, met mr. S. Bazaz als griffier. De uitspraak werd openbaar gedaan op dezelfde dag, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.