ECLI:NL:RBMNE:2024:5175

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 augustus 2024
Publicatiedatum
29 augustus 2024
Zaaknummer
580404 / HA RK 24-159
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een strafzaak wegens mogelijke schending van de rechterlijke onpartijdigheid

Op 29 augustus 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, in de verschoningskamer, een verzoek tot verschoning toegewezen. Dit verzoek was ingediend door mr. D. Riani el Achhab, de strafrechter die betrokken was bij de behandeling van vier hoofdzaken. De aanleiding voor het verzoek was een incident waarbij de advocaat van de verdachte per ongeluk een geheimhouderstuk, een gespreksnotitie, had verzonden naar verzoekster. Verzoekster had dit stuk deels gelezen voordat de advocaat het opnieuw verzond zonder de vertrouwelijke bijlage. Gezien de inhoud van de gespreksnotitie was verzoekster van mening dat haar onpartijdigheid in het geding was, niet alleen in de zaak van de verdachte, maar ook in de zaken van de medeverdachten, die beschuldigd werden van medeplegen en deelname aan een crimineel samenwerkingsverband.

De verschoningskamer heeft de feiten en omstandigheden van het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 517 van het Wetboek van Strafvordering. Dit artikel stelt dat rechters zich kunnen verschonen indien er feiten of omstandigheden zijn die de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De verschoningskamer oordeelde dat de rechterlijke onpartijdigheid door het lezen van het geheimhouderstuk inderdaad schade kon lijden, wat ook van toepassing was op de medeverdachten. Daarom werd het verzoek tot verschoning in alle vier de hoofdzaken toegewezen.

De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. J.G. Nicholson en de leden mr. L.C. Michon en mr. N.M. Spelt, met mr. S. Bazaz als griffier. De uitspraak werd openbaar gedaan op dezelfde dag, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

Beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
VERSCHONINGSKAMER
Locatie: Utrecht
Zaaknummer: 580404 / HA RK 24-159
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van verschoningszaken van 29 augustus 2024
op het verzoek in de zin van artikel 517 van het Wetboek van Strafvordering (verder: Sv) van:
mr. D. Riani el Achhab,
strafrechter,
(hierna: verzoekster).

1.De procedure

1.1.
De verschoningskamer heeft op 28 augustus 2024 het verzoek tot verschoning
ontvangen. Dit verzoek is ingediend in de zaken met parketnummers 16/309446-21, 16/311118-21, 16/310202-21 en 16/310262-21 (hierna: de hoofdzaken). De inhoudelijke behandeling van de hoofdzaken staat gepland op 2, 3 en 5 september 2024. Er heeft geen mondelinge behandeling van het verschoningsverzoek plaatsgevonden.
1.2.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
Verzoekster heeft het volgende aan haar verschoningsverzoek ten grondslag gelegd. De advocaat van verdachte in de zaak met parketnummer 16/309446-21 heeft op 27 augustus 2024 een e-mail verzonden met in de bijlage per ongeluk een geheimhouderstuk in de vorm van een gespreksnotitie. Verzoekster heeft dit stuk deels gelezen. Kort nadat zij het had gelezen, kwam er een e-mail binnen van de advocaat waarbij de advocaat de bijlage opnieuw heeft verzonden, maar nu zonder de abusievelijke toevoeging van de gespreksnotitie. Verzoekster is, gezien de inhoud van de gespreksnotitie, van mening dat zij de zaak niet meer onpartijdig kan behandelen. Verzoekster vindt ook dat zij de zaken van de drie medeverdachten niet meer onpartijdig kan behandelen door het lezen van het stuk. Op de tenlastelegging van deze drie verdachten staat namelijk medeplegen met de verdachte van parketnummer 16/309446-21 en ook wordt aan alle vier de verdachten deelname aan een crimineel samenwerkingsverband verweten.

3.De beoordeling

Toetsingskader
3.1.
Artikel 517 Sv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelen, kan verzoeken zich te mogen verschonen op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 512 Sv. Artikel 512 Sv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van een partij kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
3.2.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de vrees dat daarvan sprake is objectief gerechtvaardigd is.
3.3.
Van de schijn van partijdigheid kan, geheel los van de persoonlijke instelling van de betrokken rechter, ook sprake zijn indien bepaalde feiten of omstandigheden grond geven te vrezen dat het een rechter in dat specifieke geval aan onpartijdigheid ontbreekt. Alsdan dient de rechter zich van een beslissing van de hoofdzaak te onthouden. Rechtzoekenden moeten immers vertrouwen kunnen stellen in het rechterlijk apparaat. Daarom valt onder omstandigheden ook rekening te houden met de uiterlijke schijn van partijdigheid of vooringenomenheid.
Het oordeel van de verschoningskamer
3.4.
Uit het verschoningsverzoek blijkt dat verzoekster een gespreksnotitie heeft gelezen waarvan de inhoud alleen was bedoeld voor de advocaat en verdachte in (één van) de hoofdzaken. De verschoningskamer is van oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid door die omstandigheid schade kan lijden. Dit geldt ook voor de zaken van de medeverdachten, aangezien aan hen medeplegen ten laste is gelegd en de verdenking ook ziet op deelname aan een crimineel samenwerkingsverband. Het verschoningsverzoek zal daarom in alle vier de hoofdzaken worden toegewezen.
3.5.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zal de verschoningskamer het verzoek tot verschoning toewijzen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verschoningsverzoek toe;
4.2.
draagt de griffier van de verschoningskamer op deze beslissing toe te zenden aan verzoekster, verdachten, andere betrokken partijen, alsmede aan de voorzitter van het team waarbinnen verzoekster werkzaam is en de president van deze rechtbank.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.G. Nicholson, voorzitter, en mr. L.C. Michon en mr. N.M. Spelt als leden van de verschoningskamer, bijgestaan door mr. S. Bazaz, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2024.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.