ECLI:NL:RBMNE:2024:5144

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 augustus 2024
Publicatiedatum
27 augustus 2024
Zaaknummer
11214917 \ MV EXPL 24-102 D/51246
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over ontruiming van sociale huurwoning door gedaagden na remigratie naar Turkije

In deze zaak heeft de stichting Dudok Wonen, gevestigd te Hilversum, gedaagden [gedaagde sub 1] c.s. opgeroepen voor de kantonrechter in Almere. Gedaagden zijn niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. Dudok vordert de ontruiming van een sociale huurwoning die gedaagden sinds 13 juli 2006 huren. Gedaagden zijn inmiddels geremigreerd naar Turkije, maar hebben de huurovereenkomst niet opgezegd en de woning niet ontruimd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Dudok een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, gezien de lange wachtlijsten voor sociale huurwoningen en de noodzaak om snel te kunnen optreden tegen mogelijke woonfraude.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagden niet meer hun hoofdverblijf in de woning hebben en dat de zoon van gedaagden, die met zijn gezin in de woning verblijft, geen huurovereenkomst heeft met Dudok. De kantonrechter heeft de vordering van Dudok tot ontruiming toegewezen en gedaagden veroordeeld om de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Daarnaast zijn gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een gebruiksvergoeding van € 660,60 per maand, te vermeerderen met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten van € 975,46. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Dudok het vonnis direct kan uitvoeren indien gedaagden niet aan de veroordelingen voldoen.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
kantonrechter
locatie Almere
Vonnis in het kort geding van 27 augustus 2024
in de zaak met zaaknummer: 11214917 \ MV EXPL 24-102 D/51246 van
de stichting
DUDOK WONEN,
gevestigd te Hilversum,
eiseres, hierna te noemen: Dudok,
gemachtigde: mr. T. de Nijs,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

2.
[gedaagde sub 2],
beiden wonende te [woonplaats] in Turkije,
gedaagden, hierna samen te noemen: [gedaagde sub 1] c.s.,
niet verschenen.

1.Het verloop van de zaak

1.1.
Dudok heeft [gedaagde sub 1] c.s. gedagvaard voor de kantonrechter. [gedaagde sub 1] c.s. heeft niet op de dagvaarding gereageerd en heeft niet gevraagd om uitstel om te mogen reageren. De kantonrechter heeft besloten dat de zaak op een zitting verder besproken moet worden.
1.2.
De zaak is bij de kantonrechter besproken op 13 augustus 2024. Namens Dudok was mevrouw [A] , [functie] , aanwezig. Zij werd (namens mr. De Nijs) bijgestaan door mr. L. Bergervoet. [gedaagde sub 1] c.s. was niet aanwezig. De heer [B] (de zoon van [gedaagde sub 1] c.s., hierna: de zoon) en de heer [C] (een vriend van de familie [gedaagde sub 1] ) zijn wel naar de zitting gekomen. Zij zijn geen procespartij en hadden geen schriftelijke machtiging van [gedaagde sub 1] c.s. bij zich. Dudok heeft de zoon, zo bleek tijdens de zitting, er per email van 19 juli 2024 wel op gewezen dat hij een schriftelijke machtiging van [gedaagde sub 1] c.s. mee moest nemen naar de zitting als hij namens zijn ouders verweer zou willen voeren. Omdat niet is gebleken dat de zoon en de heer [C] [gedaagde sub 1] c.s. in deze procedure mogen vertegenwoordigen, is [gedaagde sub 1] c.s. niet verschenen.
1.3.
Ten slotte is bepaald dat vandaag uitspraak wordt gedaan.

2.Waar het in deze procedure om gaat

2.1.
[gedaagde sub 1] c.s. huurt vanaf 13 juli 2006 van Dudok de woning aan de [adres] in [plaats] (hierna: de woning). Op enig moment is de zoon met zijn gezin bij [gedaagde sub 1] c.s. in de woning gaan wonen. [gedaagde sub 1] c.s. is inmiddels geremigreerd naar Turkije, maar heeft de huurovereenkomst niet opgezegd en de woning niet ontruimd. De zoon en zijn gezin wonen nog in de woning. Dudok vordert in dit kort geding – samengevat – dat [gedaagde sub 1] c.s. met al de personen, waaronder de zoon met zijn gezin, de woning moet ontruimen en dat hij aan Dudok tot aan de ontruiming een gebruiksvergoeding met rente moet betalen, met veroordeling van [gedaagde sub 1] c.s. in de proceskosten.

3.De beoordeling

Verstek tegen [gedaagde sub 1] c.s.
3.1.
Uit de dagvaarding is gebleken dat [gedaagde sub 1] c.s. correct voor de zitting is opgeroepen. Daarom zal tegen hem verstek worden verleend.
Spoedeisend belang
3.2.
Voor toewijzing van een vordering in kort geding is een spoedeisend belang vereist. Hiervan is sprake als, gelet op de belangen van partijen, een onverwijlde voorziening geboden is en afloop van een bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Dudok een spoedeisend belang bij de door haar gevorderde ontruiming. Het gaat in dit geval om een sociale huurwoning, waarvoor lange wachtlijsten bestaan. Dudok wil de woning op de kortst mogelijke termijn opnieuw verhuren aan een woningzoekende. Zij heeft daarnaast een belang om snel tegen (eventuele) woonfraude te kunnen optreden, om zorg te kunnen dragen voor een rechtvaardige verdeling van haar huurwoningen. Van Dudok kan niet worden verlangd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht om duidelijkheid te krijgen over de beschikbaarheid van de woning.
Toetsingskader bij verstek
3.3.
[gedaagde sub 1] c.s. is niet verschenen en heeft dus geen verweer gevoerd. Daarom moet de kantonrechter alleen beoordelen of Dudok aan de consumentenbeschermende bepalingen heeft voldaan en of de vorderingen van Dudok onrechtmatig of ongegrond zijn.
Informatieverplichting van Dudok
3.4.
Op de overeenkomst zijn de informatieplichten van artikel 6:230l van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) van toepassing. De kantonrechter heeft geconstateerd dat aan de essentiële informatieplichten is voldaan.
[gedaagde sub 1] c.s. moet de woning met alle personen ontruimen
3.5.
Vast staat dat [gedaagde sub 1] c.s. niet meer zijn hoofdverblijf in de woning heeft en dat hij de woning in gebruik heeft gegeven aan zijn zoon met zijn gezin. Tijdens de zitting is gebleken dat de drie minderjarige kinderen van de zoon ook in de woning wonen. Dit is naar het oordeel van de kantonrechter geen reden om de gevorderde ontruiming af te wijzen. Uit de stukken blijkt dat Dudok de zoon vanaf april 2019 meerdere keren heeft gewaarschuwd dat hij en zijn gezin niet in de woning mogen blijven wonen als [gedaagde sub 1] c.s. naar Turkije zou remigreren. De zoon heeft namelijk geen huurovereenkomst met Dudok. Verder is tijdens de zitting gebleken dat de zoon hulp van een maatschappelijk werker van [organisastie] krijgt, dat Dudok met de gemeente contact over de voorgenomen ontruiming heeft opgenomen en dat er een urgentieaanvraag voor de zoon is ingediend. Volgens Dudok heeft de zoon de aangeboden hulp van de gemeente afgeslagen. Het is de verantwoordelijkheid van de zoon – die al sinds 2019 weet dat hij en zijn gezin niet in de woning kunnen blijven – om de gevolgen van de situatie voor zijn minderjarige kinderen zo veel mogelijk te beperken. De kantonrechter gaat ervan uit dat, als de zoon zich inzet en de aangeboden hulp van de gemeente accepteert, er geen noodsituatie voor de kinderen zal ontstaan. De gevorderde ontruiming komt de kantonrechter dan ook niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen zoals vermeld in de beslissing. Dit betekent dat [gedaagde sub 1] c.s. met alle personen, waaronder de zoon met zijn gezin, de woning binnen veertien dagen moet verlaten en leeg en netjes moet achterlaten. Deze termijn gaat in vanaf het moment dat dit vonnis aan [gedaagde sub 1] c.s. is betekend.
[gedaagde sub 1] c.s. moet een gebruiksvergoeding betalen
3.6.
De door Dudok gevorderde gebruiksvergoeding tot aan de daadwerkelijke ontruiming komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
De rente over de gebruiksvergoeding: ambtshalve toets van algemene voorwaarden
3.7.
Dudok vordert de wettelijke rente over de gebruiksvergoeding vanaf de dag dat het bedrag opeisbaar is geworden. Uit de door Dudok ingediende huurovereenkomst blijkt dat hierop de algemene voorwaarden van Dudok van 2005 van toepassing zijn. Dudok heeft deze algemene voorwaarden ook ingediend. De kantonrechter heeft ambtshalve beoordeeld of Dudok in de huurovereenkomst of in de algemene voorwaarden een regeling heeft opgenomen over rente die zodanig afwijkt van de wettelijke regeling hierover dat [gedaagde sub 1] c.s. daardoor aanzienlijk wordt benadeeld, waardoor de contractuele regeling vernietigd zou moeten worden. Dat is niet het geval. De gevorderde wettelijke rente komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Proceskosten
3.8.
[gedaagde sub 1] c.s. heeft ongelijk gekregen en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De kosten van Dudok worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
167,46
(€ 137,46 + € 15,- + € 15,-)
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
975,46
Hoofdelijke veroordeling
3.9.
De veroordelingen worden hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
Uitvoerbaar bij voorraad
3.10.
Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat Dudok het vonnis direct kan (laten) uitvoeren, als [gedaagde sub 1] c.s. niet aan het vonnis (waaronder de veroordeling tot ontruiming) voldoet. [gedaagde sub 1] c.s. kan dus niet wachten met voldoen aan het vonnis in de periode dat tegen het vonnis nog hoger beroep mogelijk is of als hij hoger beroep heeft ingesteld en nog niet op dat hoger beroep is beslist. Het uitgangspunt is dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. Van dit uitgangspunt kan worden afgeweken als de belangen van [gedaagde sub 1] c.s. om de uitkomst van een eventueel hoger beroep af te wachten zwaarder wegen dan de belangen van Dudok om direct over te kunnen gaan tot uitvoering van het vonnis. Naar het oordeel van de kantonrechter wegen de belangen van Dudok (zoals genoemd onder 3.2) zwaarder dan de belangen van [gedaagde sub 1] c.s., die immers naar Turkije is geremigreerd. In de belangen van de zoon (die geen procespartij is) en de belangen van de minderjarige kinderen ziet de kantonrechter, gelet op hetgeen onder 3.5 is overwogen, geen aanleiding om van het uitgangspunt af te wijken. Daarom zal het vonnis volgens het uitgangspunt uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

4.De beslissing

De kantonrechter, recht doende in kort geding:
4.1.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. om de woning binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met alle daarin aanwezige personen (waaronder de zoon en zijn gezin) en zaken, voor zover die aan hem toebehoren en niet aan Dudok, en om deze woning met afgifte van de sleutels geheel ter vrije beschikking van Dudok te stellen;
4.2.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk om een gebruiksvergoeding van € 660,60 per maand te betalen vanaf 1 juli 2024 tot aan de daadwerkelijke ontruiming, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW hierover vanaf de dag dat het bedrag opeisbaar is geworden tot aan de dag van volledige betaling;
4.3.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk in de proceskosten van € 975,46, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde sub 1] c.s. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde sub 1] c.s. ook de kosten van betekening betalen;
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. van Wegen en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2024.