ECLI:NL:RBMNE:2024:5123

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 augustus 2024
Publicatiedatum
26 augustus 2024
Zaaknummer
C/16/575033
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een vrijwaringsincident in een civiele bouwzaak

In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, heeft eiseres [eiseres] een opdracht gegeven aan gedaagde [gedaagde] B.V. voor de bouw van een casco woning. Eiseres stelt dat er fouten zijn gemaakt tijdens de uitvoering van de bouw, wat heeft geleid tot schade. In het kader van deze procedure heeft gedaagde verzocht om [bedrijf] B.V. in vrijwaring op te roepen, omdat zij mogelijk een vordering heeft op [bedrijf] in het geval de hoofdzaak in het voordeel van eiseres wordt beslist. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, omdat aan de vereisten voor oproeping in vrijwaring is voldaan. Gedaagde heeft voldoende aangetoond dat er een rechtsverhouding bestaat tussen haar en [bedrijf] en dat er mogelijk een vordering is als er tekortkomingen worden vastgesteld in de werkzaamheden die [bedrijf] heeft uitgevoerd.

De rechtbank heeft verder geoordeeld dat eiseres niet heeft gereageerd op de vordering in het incident en wordt geacht zich te hebben gerefereerd aan het oordeel van de rechter. De proceskosten in het incident worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt. De zaak zal op een termijn van vier weken op de rol worden gezet voor beraad over het verdere verloop van de procedure. De rechtbank heeft de beslissing in het incident genomen en de oproeping in vrijwaring toegestaan, evenals de compensatie van proceskosten. De verdere beslissing in de hoofdzaak is aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/575033 / HA ZA 24-248
Vonnis in incident van 14 augustus 2024
in de zaak van
[eiseres],
te [woonplaats] ,
eisende partij in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. B.M.E. Drykoningen,
tegen
[gedaagde] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. J.W. Hilhorst.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord, tevens incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring.
1.2.
Hierna is bepaald dat vandaag het vonnis in het incident zal worden gewezen.

2.Kern van de zaak

[eiseres] heeft [gedaagde] de opdracht gegeven om de bouw van een casco woning te realiseren. [eiseres] stelt dat er fouten zijn gemaakt bij de uitvoering van de bouw van de woning, waardoor zij schade lijdt. In het incident vordert [gedaagde] dat haar wordt toegestaan om [bedrijf] B.V. (hierna: [bedrijf] ) in vrijwaring op te roepen, omdat zij mogelijk een vordering heeft op [bedrijf] als er sprake is van een veroordelende beslissing in de hoofdzaak. De rechtbank wijst dit verzoek toe.

3.De beoordeling

De rechtbank zal in het incident de oproeping in vrijwaring toestaan.
3.1.
Aan de vereisten voor een oproeping in vrijwaring is voldaan: [gedaagde] heeft voldoende gesteld dat er (i) een rechtsverhouding tussen haar en [bedrijf] bestaat en (ii) dat zij mogelijk een vordering heeft op [bedrijf] als in de hoofdzaak wordt geoordeeld dat er sprake is van tekortkomingen bij de montage van de dakgoten en boeiboorden (werkzaamheden die [bedrijf] in opdracht van [gedaagde] heeft uitgevoerd). De incidentele vordering zal daarom worden toegewezen.
3.2.
[eiseres] heeft niet gereageerd op de vordering in het incident en wordt geacht zich te hebben gerefereerd aan het oordeel van de rechter. Omdat geen van partijen ongelijk krijgt zullen de proceskosten in het incident worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.
Verder verloop in de hoofdzaak
3.3.
[gedaagde] heeft geantwoord in de hoofdzaak. De zaak zal op daarom op een termijn van vier weken op de rol worden gezet voor beraad van de rechter over het verdere verloop van de procedure.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
staat toe dat [bedrijf] door [gedaagde] wordt gedagvaard tegen de roldatum van 11 september 2024,
4.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak
4.3.
verwijst de zaak naar diezelfde rolzitting voor beraad door de rechtbank over het verdere verloop van de procedure.
4.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Verschoof en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2024.
EB 5792