Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, tevens incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, heeft eiseres [eiseres] een opdracht gegeven aan gedaagde [gedaagde] B.V. voor de bouw van een casco woning. Eiseres stelt dat er fouten zijn gemaakt tijdens de uitvoering van de bouw, wat heeft geleid tot schade. In het kader van deze procedure heeft gedaagde verzocht om [bedrijf] B.V. in vrijwaring op te roepen, omdat zij mogelijk een vordering heeft op [bedrijf] in het geval de hoofdzaak in het voordeel van eiseres wordt beslist. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, omdat aan de vereisten voor oproeping in vrijwaring is voldaan. Gedaagde heeft voldoende aangetoond dat er een rechtsverhouding bestaat tussen haar en [bedrijf] en dat er mogelijk een vordering is als er tekortkomingen worden vastgesteld in de werkzaamheden die [bedrijf] heeft uitgevoerd.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat eiseres niet heeft gereageerd op de vordering in het incident en wordt geacht zich te hebben gerefereerd aan het oordeel van de rechter. De proceskosten in het incident worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt. De zaak zal op een termijn van vier weken op de rol worden gezet voor beraad over het verdere verloop van de procedure. De rechtbank heeft de beslissing in het incident genomen en de oproeping in vrijwaring toegestaan, evenals de compensatie van proceskosten. De verdere beslissing in de hoofdzaak is aangehouden.