In deze zaak heeft verzoeker op 3 januari 2024 de gemeente De Ronde Venen aansprakelijk gesteld voor schade aan zijn boot, die op 21 december 2023 door een storm is ontstaan. De boot lag afgemeerd aan een locatie die door de gemeente met een afgesloten hek was beveiligd. Verzoeker kon zijn boot niet tijdig bereiken om deze voor de storm veilig te stellen, wat hij toeschrijft aan de onrechtmatige daad van de gemeente, die zijn recht op toegang tot zijn eigendom zou hebben geschonden. De gemeente heeft de aansprakelijkstelling op 13 juni 2024 afgewezen, waarna verzoeker de rechtbank heeft verzocht om schadevergoeding.
De rechtbank Midden-Nederland heeft op 16 augustus 2024 uitspraak gedaan in deze zaak en verklaarde zich kennelijk onbevoegd om kennis te nemen van het verzoek om schadevergoeding. De rechtbank legt uit dat de bestuursrechter alleen bevoegd is om een bestuursorgaan te veroordelen tot schadevergoeding in specifieke situaties zoals genoemd in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat geen van deze situaties zich in deze zaak voordoet, aangezien de schade niet voortvloeit uit een publiekrechtelijke rechtshandeling van de gemeente, maar uit feitelijk handelen. De rechtbank benadrukt dat de vraag of het handelen van de gemeente onrechtmatig is, voorgelegd moet worden aan de civiele rechter.
De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door rechter S.C.A. van Kuijeren, in aanwezigheid van griffier I.C. de Zeeuw-'t Lam, en is openbaar uitgesproken op 16 augustus 2024. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.