ECLI:NL:RBMNE:2024:5116

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 augustus 2024
Publicatiedatum
26 augustus 2024
Zaaknummer
C/16/577185 / JE RK 24-1029
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige in het kader van gezagskwesties en financiële belangen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 2 augustus 2024 een beschikking gegeven over de benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige, geboren in Syrië. De gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland heeft op 24 juni 2024 een verzoek ingediend om een bijzondere curator te benoemen, omdat er een belangenconflict bestaat tussen de minderjarige en haar vader over de verzorging en opvoeding. De moeder van de minderjarige woont in Syrië en was niet aanwezig bij de zitting, maar had de mogelijkheid om via videoverbinding deel te nemen. De vader was wel aanwezig, samen met een tolk en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, die inmiddels zestien jaar oud is, onvoldoende financiële ondersteuning ontvangt van haar vader, wat leidt tot een belangenconflict. De vader heeft een onderhoudsverplichting, maar de minderjarige heeft nauwelijks zakgeld en is afhankelijk van derden voor basisbehoeften. De kinderrechter heeft besloten dat het in het belang van de minderjarige is om een bijzondere curator te benoemen, die haar zal bijstaan in financiële en praktische zaken, en die zal onderzoeken hoe het beheer van haar bankrekening is verlopen.

Mevrouw mr. H. Hooijer is benoemd tot bijzondere curator, en zij heeft de opdracht gekregen om de minderjarige te ondersteunen bij het verkrijgen van inzicht in haar financiële situatie en om afspraken te maken met de vader over eventuele terugbetalingen. De bijzondere curator moet voor 2 februari 2025 verslag uitbrengen aan de kinderrechter en de betrokken partijen. De zaak is pro forma aangehouden tot 28 februari 2025, in afwachting van het verslag en eventuele reacties daarop.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht, locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/577185 / JE RK 24-1029
Benoeming bijzondere curator
Beschikking van 2 augustus 2024
in de zaak van
de gecertificeerde instelling
Samen Veilig Midden-Nederland,hierna: de GI,
gevestigd in Utrecht,
over
[minderjarige] ,geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] (Syrië),
hierna te noemen [minderjarige] .
In deze zaak is belanghebbende:
[moeder] ,
hierna te noemen de moeder,
wonende te Syrië,
[vader] ,
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats] .

1.De procedure

1.1.
De kinderrechter neemt het verzoekschrift (met bijlagen) van de GI van 24 juni 2024 mee in haar beoordeling.
1.2.
De mondelinge behandeling (zitting) van het verzoek heeft plaatsgevonden op
2 augustus 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • de vader, met een tolk Arabisch: J. Dawie;
  • een vertegenwoordiger van de GI: [A] .
De kinderrechter heeft de moeder de mogelijkheid geboden om deel te nemen aan de zitting via een videoverbinding omdat zij in Syrië verblijft. De moeder is niet verschenen.
1.3.
De kinderrechter heeft [minderjarige] naar haar mening gevraagd. Zij heeft in een kindgesprek aangegeven wat zij van het verzoek vindt. Hierbij was ook [B] , een vertrouwenspersoon vanuit [instelling] aanwezig.

2.Waar de procedure over gaat

2.1.
De ouders hebben het gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] woont bij haar vader in Nederland.
Daar woont ook haar nagenoeg even oude zus [C] , geboren uit het huwelijk van de vader en zijn eerste echtgenote. De moeder van [minderjarige] woont in Syrië.
2.3.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 23 april 2024 [minderjarige] onder toezicht gesteld van de GI voor de duur van een jaar, dus van 23 april 2024 tot 23 april 2025.

3.De beoordeling

De beslissing
3.1.
De kinderrechter zal over [minderjarige] een bijzondere curator benoemen om haar in en buiten rechte te vertegenwoordigen inzake aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding of het vermogen van de minderjarige, zoals hierna bij de beslissing is beschreven. Hierna wordt uitgelegd waarom zij zo beslist.
Het wettelijk kader
3.2.
Kort gezegd kan de kinderrechter op grond van artikel 1:250 Burgerlijk Wetboek (BW) een bijzondere curator benoemen wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding of het vermogen van de minderjarigen de belangen van de met gezag belaste ouders in strijd zijn met die van de minderjarige, en zij die benoeming in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht. Daarbij neemt de rechter in het bijzonder de aard van de belangenstrijd in aanmerking.
De motivering
3.3.
De kinderrechter stelt vast dat er sprake is van een belangentegenstelling tussen [minderjarige] en haar vader als het gaat over de voldoening van dagelijkse kosten van opvoeding en verzorging en het beheer van haar eigen bankrekening.
De vader heeft een onderhoudsverplichting voor [minderjarige] . [minderjarige] krijgt daarnaast nauwelijks zakgeld van haar vader. Hierdoor had [minderjarige] niet voldoende geld om kleren en verzorgings-producten te kopen. Deze producten behoren min of meer tot de eerste levensbehoeften, waarvoor de vader financieel verantwoordelijk is. De vader kocht die kennelijk zelf niet voor [minderjarige] of gaf haar daarvoor geen geld. Uiteindelijk hebben school en [instelling] [minderjarige] van kleding, shampoo en maandverband moeten voorzien.
Inmiddels heeft [minderjarige] een bijbaantje. Zij werkt bij een filiaal van [bedrijf] en verdient hier een paar honderd euro per maand. Volgens [minderjarige] en de jeugdbeschermer haalt de vader geregeld geld van de rekening, onder meer voor de voldoening van de reiskosten van en naar school. Tijdens het kindgesprek heeft [minderjarige] laten zien dat er op dat moment nog maar € 1,70 op haar rekening stond.
3.4.
[minderjarige] is zestien jaar. Op weg naar volwassenheid moet zij ook leren om haar eigen bankrekening te beheren. Daarbij is ook van belang dat zij zicht heeft op wat voor kosten zij maandelijks maakt, welk deel daarvan redelijkerwijs door haar vader betaald moet worden en wat zij zelf kan of moet betalen en hoeveel zij kan sparen.
Ook moet er zicht komen op het beheer van de bankrekening van [minderjarige] in de afgelopen periode en of het redelijk was dat de vader geld van haar bankrekening heeft opgenomen om bepaalde kosten voor [minderjarige] te voldoen.
Indien de vader geld van de bankrekening van [minderjarige] heeft gebruikt om kosten voor zichzelf te voldoen, zou moeten worden bekeken hoe de vader die weer aan [minderjarige] terugbetaalt.
3.5.
Zowel [minderjarige] als de vader vinden het een goed idee dat er een bijzondere curator voor [minderjarige] wordt benoemd. De vader heeft tijdens de zitting gezegd dat hij er open voor staat om met de bijzondere curator afspraken te maken over de financiën van [minderjarige] .
3.6.
De kinderrechter zal mevrouw mr. H. Hooijer tot bijzondere curator benoemen. De kinderrechter oordeelt haar kundig om een deskundig en onafhankelijk advies te kunnen uitbrengen. Zij heeft zich bij de GI bereid verklaard om tot bijzondere curator te worden benoemd.
De kinderrechter geeft haar de volgende opdracht:
  • [minderjarige] bijstaan in het verkrijgen van overzicht over haar maandelijkse kosten van verzorging en opvoeding en welk aandeel de vader daarin hoort te leveren en wat [minderjarige] zelf moet en kan betalen;
  • [minderjarige] bijstaan bij het regelen van eventuele andere praktische en financiële zaken;
  • onderzoeken hoe het beheer van de bankrekening van [minderjarige] het afgelopen jaar verlopen is en of de vader geldbedragen van de bankrekening van [minderjarige] heeft gebruikt om kosten te voldoen die hij redelijkerwijs vanuit zijn eigen inkomen had behoren te betalen;
  • afspraken met de vader maken over eventuele terugbetaling van zulke geldbedragen;
  • en verder al het nodige te doen dat de bijzondere curator geraden voorkomt;
  • [minderjarige] in en buiten rechte vertegenwoordigen. Daarbij kan de bijzondere curator indien dat nodig wordt geacht ook verzoeken namens [minderjarige] indienen.
3.7.
De betrokkenen dienen hun medewerking te verlenen aan het verkrijgen van alle door de bijzondere curator relevant geachte informatie. Om ervoor te zorgen dat de bijzondere curator zo goed mogelijk haar werk kan doen, zal de kinderrechter het verzoek van de GI van 24 juni 2024 met bijlagen aan de bijzondere curator sturen.
3.8.
Van haar bevindingen dient de bijzondere curator vóór 2 februari 2025 schriftelijk verslag te doen aan de kinderrechter, de GI en de ouders. Voorts verzoekt de kinderrechter de bijzondere curator de leidraad werkwijze en ‘verslag bijzondere curatoren ex artikel 1:250 BW’ in acht te nemen.
3.9.
Indien de kinderrechter van oordeel is dat de bijzondere curator haar taak heeft volbracht, zal de kinderrechter haar werkzaamheden voor deze procedure bij nadere beschikking als beëindigd beschouwen.

4.4. De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
benoemt tot bijzondere curator over [minderjarige] :
mr. H. Hooijer, Hooijer Advocatuur, kantoorhoudende in Zeist;
4.2.
geeft de bijzondere curator de volgende opdracht:
  • [minderjarige] bijstaan in het verkrijgen van overzicht over haar maandelijkse kosten van verzorging en opvoeding en welk aandeel de vader daarin hoort te leveren en wat [minderjarige] zelf moet en kan betalen;
  • [minderjarige] bijstaan bij het regelen van eventuele andere praktische en financiële zaken;
  • onderzoeken hoe het beheer van de bankrekening van [minderjarige] het afgelopen jaar verlopen is en of de vader geldbedragen van de bankrekening van [minderjarige] heeft gebruikt om kosten te voldoen die hij redelijkerwijs vanuit zijn eigen inkomen had behoren te betalen;
  • afspraken met de vader maken over eventuele terugbetaling van zulke geldbedragen;
  • en verder al het nodige te doen dat de bijzondere curator geraden voorkomt;
  • [minderjarige] in en buiten rechte vertegenwoordigen. Daarbij kan de bijzondere curator indien dat nodig wordt geacht ook verzoeken namens [minderjarige] indienen.
4.3.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
4.4.
bepaalt dat de bijzondere curator
uiterlijk 31 januari 2025schriftelijk verslag dient te doen aan de kinderrechter, de verzoekster en de ouders;
4.5.
bepaalt dat de GI en de belanghebbenden zo spoedig mogelijk na ontvangst van het verslag van de bijzondere curator, maar in elk geval op
uiterlijk 21 februari 2025, desgewenst, hierop schriftelijk kunnen reageren;
4.6.
bepaalt dat deze reactie aan de kinderrechter, aan de bijzondere curator en aan de overige belanghebbenden dient te worden toegezonden;
4.7.
houdt de zaak pro forma aan tot 28 februari 2025, zulks in afwachting van voornoemd verslag en eventuele reacties daarop.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2024 door mr. R.R. Everaars-Katerberg, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.N. van Oostveen als griffier, en op schrift gesteld op 23 augustus 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!