In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 augustus 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Stichting Waarborgfonds Motorverkeer en een gedaagde die eigenaar was van een motorrijtuig dat betrokken was bij een aanrijding. De aanrijding vond plaats op 11 november 2021, waarbij de bestuurder van het motorrijtuig met kenteken [kenteken] de schade aan het voertuig van [A] heeft veroorzaakt en vervolgens is doorgereden. De gedaagde was ten tijde van de aanrijding niet verzekerd, wat leidde tot een vordering van het Waarborgfonds om de schade van € 1.780,29 te verhalen op de gedaagde. De gedaagde betwistte de aansprakelijkheid, omdat hij niet de bestuurder was op het moment van de aanrijding. De rechtbank oordeelde echter dat de gedaagde als eigenaar van het motorrijtuig aansprakelijk is op grond van artikel 27 lid 1 sub b van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, omdat hij zijn verzekeringsplicht niet was nagekomen. De rechtbank wees de vordering van het Waarborgfonds toe, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten van het Waarborgfonds. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.