Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met 2 producties;
2.De feiten
Artikel 10. Betaling
3.Het geschil
4.De beoordeling
dat met de bedrijfsauto” heeft rechtgezet.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert de eiseres, een besloten vennootschap, betaling van openstaande facturen van in totaal € 1.822,87 inclusief btw van de gedaagde, eveneens een besloten vennootschap. De eiseres heeft boekhoudkundige en fiscale werkzaamheden verricht voor de gedaagde, maar de gedaagde heeft de facturen niet betaald. De gedaagde stelt dat zij haar betalingsverplichting heeft opgeschort omdat de eiseres tekort zou zijn geschoten in de nakoming van de overeenkomst, onder andere door fouten in de belastingaangifte. De eiseres betwist deze tekortkomingen en stelt dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat er sprake is van een tekortkoming aan haar zijde.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 juli 2024 zijn beide partijen vertegenwoordigd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen over de vermeende tekortkomingen van de eiseres. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde haar betalingsverplichting niet mag opschorten, omdat niet is komen vast te staan dat de eiseres tekort is geschoten in haar verplichtingen. De vordering van de eiseres tot betaling van de openstaande facturen wordt toegewezen, evenals de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten.
In reconventie vordert de gedaagde dat de eiseres fouten in de administratie en belastingaangiftes herstelt, maar deze vordering wordt afgewezen omdat de gedaagde niet heeft aangetoond dat er sprake is van fouten. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, zowel in conventie als in reconventie.