ECLI:NL:RBMNE:2024:5095
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late betaling griffierecht in bestuursrechtelijke zaak
Op 20 augustus 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser uit België en de Dienst Toeslagen. De eiser had op 24 juni 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft echter besloten om de zaak niet inhoudelijk te behandelen, omdat de eiser het griffierecht te laat had betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 51,-. De rechtbank had de eiser op 5 juli 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. De betaling werd echter pas op 7 augustus 2024 ontvangen, wat te laat was. Hierdoor verklaarde de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, aangezien het beroep niet inhoudelijk is behandeld. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.