ECLI:NL:RBMNE:2024:5091

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 augustus 2024
Publicatiedatum
23 augustus 2024
Zaaknummer
UTR 24/534
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken beroepsgronden en niet ingediend besluit

Op 9 augustus 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 24/534. Deze uitspraak betreft het beroep dat eiser op 22 januari 2024 heeft ingediend. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk is. Het beroepschrift voldeed niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kon behandelen. Eiser was verplicht om beroepsgronden te formuleren, zoals voorgeschreven in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Aangezien eiser dit niet heeft gedaan, kon de rechtbank niet verder met de behandeling van het beroep.

De rechtbank heeft eiser op 1 mei 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin hij werd verzocht om binnen vier weken aan te geven waarom hij het niet eens was met het besluit. Tevens werd eiser gevraagd om relevante documenten, zoals een kopie van het besluit en een schriftelijke machtiging, toe te sturen. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze brief. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen en heeft zij geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals vermeld in artikel 8:54 Awb.

De rechtbank heeft in haar beslissing aangegeven dat er geen sprake is van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier, en is openbaar uitgesproken op 9 augustus 2024. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/534

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 augustus 2024 in de zaak tussen

[eiser] , te [plaats] , eiser

en
Onbekende verweerder [1] ,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 22 januari 2024.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet zeggen waarom hij het niet eens is met het besluit en dit ook uitleggen. Dat worden ‘beroepsgronden’ genoemd. Dit staat in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom er geen beroepsgronden zijn genoemd. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft eiser op 1 mei 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat hij binnen vier weken moet aangeven waarom hij het niet eens is met het besluit. In deze brief is eiser ook in de gelegenheid gesteld om een kopie van het besluit, een schriftelijke machtiging, een uittreksel uit het handelsregister en een kopie van de statuten toe te sturen. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief.
4. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
5. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.

Voetnoten

1.Eiser noemt in zijn pro forma beroepschrift de gemeente Baarn. Omdat eiser geen besluit heeft overgelegd kan niet vastgesteld worden tegen welk bestuursorgaan het beroepschrift is gericht.