ECLI:NL:RBMNE:2024:5085

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 augustus 2024
Publicatiedatum
23 augustus 2024
Zaaknummer
UTR 24/859
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van beroep inzake verzoek om inzage persoonsgegevens op grond van de AVG

Deze uitspraak betreft een beroep dat verzoeker heeft ingediend op 8 februari 2024 tegen het college van bestuur van de Universiteit Utrecht. Verzoeker stelde dat verweerder niet tijdig had beslist op zijn verzoek van 9 december 2023 om inzage in persoonsgegevens, zoals geregeld in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Op 14 februari 2024 heeft verweerder alsnog een besluit genomen, waarna verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en om vergoeding van proceskosten heeft verzocht. Verweerder heeft echter niet gereageerd op dit verzoek.

De rechtbank heeft besloten deze uitspraak te doen zonder partijen voor een zitting uit te nodigen, omdat zij voldoende informatie had om het verzoek te beoordelen. De rechtbank overweegt dat als een beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener tegemoet is gekomen, het bestuursorgaan de proceskosten moet vergoeden, zoals vastgelegd in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).

Echter, omdat verzoeker geen advocaat of andere professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld en er geen andere vergoedbare kosten zijn aangetoond, zijn er geen kosten die voor vergoeding in aanmerking komen. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af. Wel is verweerder verplicht om het door verzoeker betaalde griffierecht van € 187,- te vergoeden, wat rechtstreeks uit de wet voortvloeit. Verzoeker moet zich hiervoor tot verweerder wenden. De uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder op 16 augustus 2024, in aanwezigheid van griffier E.J.H.C. Hui.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/859

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 augustus 2024 in de zaak tussen

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker

en

het college van bestuur van de Universiteit Utrecht, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat verzoeker heeft ingediend op 8 februari 2024 omdat verweerder volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn verzoek van 9 december 2023 om inzage van persoonsgegevens op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).
Verweerder heeft op 14 februari 2024 alsnog een besluit genomen op het verzoek van verzoeker. Verzoeker heeft het beroep ingetrokken en een vergoeding gevraagd voor zijn proceskosten.
Verweerder heeft niet gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

1. De rechtbank doet deze uitspraak zonder partijen voor een zitting uit te nodigen, omdat zij vindt dat zij voldoende informatie heeft om het verzoek te beoordelen.
2. Als het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift (dus aan verzoeker) tegemoet is gekomen, kan de rechtbank bepalen dat verweerder de proceskosten van de indiener van het beroepschrift moet betalen
.Dat staat in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3. Alleen de kosten die gemaakt zijn door een professionele (juridische) hulpverlener zoals bedoeld in artikel 1, aanhef en onder a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) of kosten anderszins zoals opgenomen in artikel 1 van het Bpb kunnen worden vergoed. Omdat verzoeker geen advocaat of andere professionele juridische hulpverlener heeft en niet is gebleken van dergelijke andere kosten, zijn er geen kosten die vergoed kunnen worden.
4. Uit het bepaalde in artikel 8:41, zevende lid, van de Awb volgt dat verweerder verplicht is het door verzoeker betaalde griffierecht van € 187,- te vergoeden. Dit volgt rechtstreeks uit de wet. Verzoeker zal zich hiervoor tot verweerder moeten wenden.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om een proceskostenveroordeling af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.