ECLI:NL:RBMNE:2024:5084
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late betaling griffierecht
Op 20 augustus 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, wonende in [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiser had op 10 mei 2023 beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 29 maart 2023. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het griffierecht te laat was betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient het griffierecht tijdig te worden voldaan om een inhoudelijke behandeling van het beroep mogelijk te maken. In dit geval was het griffierecht vastgesteld op € 184,-. De rechtbank had eiser op 27 juli 2023 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Echter, de betaling werd pas op 1 september 2023 ontvangen, wat te laat was. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen, en werd het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegekend, maar heeft wel besloten het te laat betaalde griffierecht aan eiser terug te betalen. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier.