Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 13
- de conclusie van repliek met eiswijziging
- de conclusie van dupliek met productie 14
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 28 augustus 2024 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, [gedaagde] B.V. De werknemer was in dienst bij de werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en vorderde nabetaling van een loonsverhoging op basis van de horeca-cao. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkgever terecht geen loonsverhoging heeft uitbetaald, omdat het feitelijk loon van de werknemer per 31 december 2022 hoger was dan het eindloon van de loontabel per 1 april 2022, rekening houdend met de deeltijdarbeid van de werknemer. De kantonrechter heeft de vermeerdering van eis na de dupliek buiten beschouwing gelaten, omdat deze te laat was ingediend. De vorderingen van de werknemer zijn afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de uitleg van cao-bepalingen en de toepassing van de cao naar evenredigheid van de arbeidsomvang.