Uitspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 21 augustus 2024
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
TENLASTELEGGING
VOORVRAGEN
WAARDERING VAN HET BEWIJS
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsoverwegingen voor de feiten 1 en 2
Bewijsmiddelen voor feit 3 (wapen- en munitiebezit)
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 juli 2024;
- een proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict, pagina’s 141 t/m 143;
- een proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 179 t/m 180 en 181 t/m 182.
Bewijsmiddelen voor de feiten 4 en 5 (handel in hard- en softdrugs)
Bewijsoverweging voor de feiten 4 en 5
Bewijsmiddelen voor feit 6 (voorhanden hebben van softdrugs)
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 juli 2024;
- een proces-verbaal van bevindingen, pagina 66 t/m 67;
- een proces-verbaal van bevindingen, pagina 125 t/m 126.
BEWEZENVERKLARING
STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
Feit 1 primair: poging tot doodslag.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
OPLEGGING VAN STRAF
De vordering van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
BESLAG
Onttrekking aan het verkeer
Teruggave aan verdachte
BENADEELDE PARTIJ
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 36b, 36c, 36f, 45, 77a, 77g, 77i, 77gg en 287 van het Wetboek van Strafrecht en
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie
- 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet;
BESLISSING
Strafbaarheid
jeugddetentie van 8 maanden;
- Munitie (omschrijving onder nr. 2 op de beslaglijst: G3044993);
- Vuurwapen/patroonhouder (omschrijving onder nr. 3 op de beslaglijst: G3044994);
- Vuurwapen/pistool (omschrijving onder nr. 4 op de beslaglijst: G3044995);
- Vuurwapen/patroonhouder (omschrijving onder nr. 5 op de beslaglijst: G3044996);
- Vuurwapen/pistool (omschrijving onder nr. 6 op de beslaglijst: G3044997);
- Munitie/kogelpatroon (omschrijving onder nr. 7 op de beslaglijst: G3044998);
- Vuurwapen/alarmpistool (omschrijving onder nr. 8 op de beslaglijst: G3044999);
- Vuurwapen/patroonhouder (omschrijving onder nr. 9 op de beslaglijst: G3045001);
- Verdovende middelen/hennep (omschrijving onder nr. 13 op de beslaglijst: G3045012);
- 2 zakjes met weed (omschrijving onder nr. 18 op de beslaglijst: G3045026);
- Gripzakje met wit poeder (omschrijving onder nr. 19 op de beslaglijst: G3089399);
- Kleding en schoeisel/jas (omschrijving onder nr. 1 op de beslaglijst: G3044971);
- Smartphone (omschrijving onder nr. 10 op de beslaglijst: G3045002);
- Smartphone (omschrijving onder nr. 12 op de beslaglijst: G3045005);
- Telefoon (omschrijving onder nr. 14 op de beslaglijst: G3045013);
- Telefoon (omschrijving onder nr. 15 op de beslaglijst: G3045020);
- Telefoon (omschrijving onder nr. 17 op de beslaglijst: G3045024);
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 17.074,88, bestaande uit een vergoeding van € 574,88 voor materiële schade en een vergoeding van € 16.500,00 voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 september 2022 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer] wat betreft het meer gevorderde en wat betreft de gevorderde mogelijke toekomstige schade ad € 20.000,00 niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.