In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 14 augustus 2024, wordt het beroep van eiser behandeld. Eiser, woonachtig in België en vertegenwoordigd door mr. H. Akbaba, heeft beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat verweerder volgens hem niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 17 maart 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiser heeft verweerder op 8 september 2023 in gebreke gesteld, en het beroep is op 14 juni 2024 ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, en verweerder moet alsnog een besluit nemen binnen de gestelde termijnen. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder de proceskosten van eiser vergoeden, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het griffierecht van € 51,- terugbetalen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.