ECLI:NL:RBMNE:2024:5006
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 14 augustus 2024, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de staatssecretaris voor Rechtsbescherming behandeld. Eiser had op 24 maart 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van 28 februari 2024. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van €187,- niet heeft betaald. Dit is in strijd met artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat iemand die in beroep gaat griffierecht moet betalen.
De rechtbank heeft eiser op 23 juni 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief werd echter onbestelbaar geretourneerd. Vervolgens is de brief op 16 juli 2024 per gewone post verzonden, met de mededeling dat de termijn niet opnieuw aanvangt. Eiser heeft het griffierecht niet betaald en heeft geen geldige reden opgegeven voor deze niet-betaling. Hierdoor kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen, en verklaart zij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 Awb.
De rechtbank heeft ook bepaald dat er geen vergoeding van proceskosten zal plaatsvinden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.