ECLI:NL:RBMNE:2024:5003
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit college van burgemeester en wethouders inzake kapvergunning voor conifeer
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 augustus 2024 uitspraak gedaan over het beroep van eisers tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt, dat op 21 maart 2024 de omgevingsvergunning voor het kappen van een conifeer in stand heeft gelaten. Eisers, die bezwaar maakten tegen de verleende kapvergunning, stelden dat de conifeer op de erfgrens staat en daarom mandelig is, wat betekent dat de boom niet zonder hun toestemming kan worden gekapt. De rechtbank oordeelde echter dat de mandeligheid niet tot de conclusie kan leiden dat de kap niet kan plaatsvinden, aangezien de civiele rechter vervangende toestemming kan verlenen. Bovendien hebben deskundigen vastgesteld dat de boom aan de kant van de vergunninghouder staat.
De rechtbank beoordeelde of het college de kapvergunning terecht heeft verleend, aan de hand van de beroepsgronden van eisers. De rechtbank concludeerde dat het college zich op een advies van een boomdeskundige heeft kunnen baseren, dat geen zwaarwegende waarden van de boom aanwees die een weigering van de vergunning rechtvaardigden. De rechtbank wees erop dat de boom niet beeldbepalend is en dat de waarde voor de leefbaarheid geen weigeringsgrond is volgens de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eisers geen gelijk kregen en geen vergoeding van proceskosten ontvingen.
De rechtbank heeft partijen gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.