Totstandkoming van het besluit
1. Op 3 april 2024 heeft [derde-partij] de aanvraag om verlening van de evenementenvergunning ingediend. Op 26 juni 2024 is deze aanvraag gepubliceerd.Door verzoekers zijn op 10 juli 2024 en 5 augustus 2024 zienswijzen ingediend. Bij besluit van 9 augustus 2024 heeft de burgemeester de vergunning verleend zoals aangevraagd.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
2. De voorzieningenrechter overweegt dat een voorlopige voorziening een spoedmaatregel is. In een voorlopige voorzieningenprocedure is er maar beperkt de ruimte om alle standpunten die raken aan de rechtmatigheid van een besluit uitvoerig te beoordelen. Na de bespreking op de zitting is de voorzieningenrechter tot de conclusie gekomen dat de evenementenvergunning niet evident onrechtmatig is, maar dat de aangevoerde gronden wel vragen om een heroverweging van de evenementenvergunning door de burgemeester. In de beslissing op het bezwaar zal gemotiveerd moet worden ingegaan op de gestelde geluidsoverlast van verzoekers en afgewogen moet worden of de vergunde geluidsnorm niet te hoog is gelet op de specifieke situatie tijdens het Zomerstadion Utrecht 2024 op het Jaarbeursplein, namelijk samenloop van de repetities en try-out voorstellingen in het Beatrix Theater en het gebruik van versterkte muziek bij het evenement. De voorzieningenrechter zal dan ook niet een voorlopig rechtmatigheidsoordeel over het bestreden besluit geven.
3. De voorzieningenrechter beperkt zich tot een beoordeling van de vraag of onverwijlde spoed gelet op de belangen van alle partijen vereist dat een voorlopige voorziening wordt getroffen. Deze belangenafweging maakt hij aan de hand van wat partijen naar voren hebben gebracht over hun belangen.
4. De belangenafweging vindt plaats tegen de achtergrond van de geluidsnormen die voor evenementen op het Jaarbeursplein gelden en de gevolgen daarvan voor met name het Beatrix Theater .
Geluidsnormen en geluidslast op het Beatrixgebouw en in het Beatrix Theater
5. Het Jaarbeursplein is in het bestemmingsplan Van Sijpesteijnkwartier-Jaarbeursplein aangewezen als evenementenlocatie. Voor evenementen gelden specifieke gebruiksregels, waaronder regels voor geluid. Het gaat in deze zaak met name om de regel dat door versterkte muziek maximaal een geluidsniveau van 80 dB(A) en 95 dB(C) geproduceerd mag worden. Dit niveau wordt gemeten aan de dichtstbijzijnde gevel van een woning waarbij de L(eq) gedurende twee minuten wordt aangehouden.
6. Binnen het kader van het bestemmingsplan is van belang dat het maximale geluidsniveau geldt voor woningen en aan de dichtstbijzijnde gevel van een woning gemeten wordt. Deze gebruiksregel beschermt het Beatrix Theater dan ook niet tegen geluidsoverlast.
7. [derde-partij] heeft met het rapport van [adviesbureau 1] B.V. van 6 augustus 2024 onderbouwd dat aan deze gebruikseis voor geluid is voldaan. Dat is tussen partijen niet in geschil.
8. [adviesbureau 1] heeft niet alleen de geluidslast op “de dichtstbijzijnde gevel van een woning” gemeten maar ook de geluidslast op de gevel van het Beatrix Theater . Uit het rapport van [adviesbureau 1] blijkt dat de geluidsbelasting op de oostgevel van het Beatrixgebouw (geen woning) 81 dB(A) en 101 dB(C) en op de westgevel 88 dB(A) en 109 dB(C) is.
9. Op basis van die bevindingen heeft [adviesbureau 2] B.V., in haar rapport van 12 augustus 2024, uitgebracht op verzoek van verzoekers, berekend dat de achtergrondgeluidniveaus in het Beatrix Theater ruimschoots worden overschreden door het geluid van de concerten. De overschrijding bedraagt in de theaterzaal maximaal 16 dB(A) en 25 dB(C). Het geluid van sportevenementen overschrijdt eveneens de achtergrondgeluidniveaus op alle locaties met uitzondering van geluidniveaus in het midden van het theater. De overschrijding bedraagt in de theaterzaal maximaal 7 dB(A) en 14 dB(C). In beide situaties concludeert [adviesbureau 2] in het rapport dat dergelijke overschrijdingen zonder meer leiden tot een zeer negatieve beoordeling door het publiek. Het rapport bevat als normstelling dat het geluid van de concerten niet hoger mag zijn dan het heersende achtergrondgeluid. Dit is volgens het rapport ruimer dan volledige onhoorbaarheid van het evenement.
10. [derde-partij] heeft in zijn reactie van 15 augustus 2024, samengevat, opgemerkt dat deze normstelling te streng is, omdat [adviesbureau 1] heeft aangegeven dat het binnengeluid slechts overstemd wordt als het geluid dat van buiten komt meer dan 10 dB meer is dan het geluid van binnen. Dat is volgens haar alleen bij stiltes in de voorstelling en in de zaal aan de orde en anders niet.
11. Deze voorzieningenprocedure leent zich er niet voor om een oordeel te geven over de exacte geluidsniveaus binnen het Beatrix Theater als gevolg van Zomerstadion 2024. De voorzieningenrechter is er wel van overtuigd dat het geluid van de concerten en de sportevenementen die op maximaal 80 dB(A) en 95 dB(C) zijn vergund, binnen in het Beatrix Theater te horen zal zijn en dat dat geluid de luisterervaring van het publiek bij de try-outs negatief beïnvloedt, ook als uitgegaan wordt van de normstelling die [derde-partij] in navolging van [adviesbureau 1] voorstaat.
Belangenafweging van de voorzieningenrechter
12. Op de zitting is gebleken dat verzoekers en [derde-partij] vergelijkbare belangen hebben. Het gaat dan, samengevat, om financiële- en reputatiebelangen en de belangen van de bezoekers van de try-out voorstellingen en van Zomerstadion 2024. Bij iedere try-out worden door verzoekers 1500 bezoekers verwacht. [derde-partij] verwacht bij het sportevenement op 7 en 8 september 2024 960 bezoekers per dag en bij ieder concert 2100 bezoekers.
13. Verzoekers hebben aannemelijk gemaakt dat de bezoekers van de try-outs met de geluidsnormen van de evenementenvergunning van maximaal 80 dB(A) en 95 dB(C) in het Beatrix Theater ten minste een minder goede musicalervaring hebben. Daarnaast is gewezen op de betekenis van de geluidsoverlast voor de ontvangst van de musical in de media. Verzoekers vrezen voor negatieve financiële consequenties.
14. [derde-partij] heeft onweersproken gesteld dat een lager maximaal geluidsniveau dan 80 dB(A) en 95 dB(C) afbreuk doet aan de concertbeleving van de bezoekers. De voorzieningenrechter gaat daarvan uit. Zij stelt ook als belang dat een dergelijk geluidsniveau ook in de overeenkomsten met de artiesten is bedongen en dat het risico bestaat dat artiesten de overeenkomst zullen opzeggen als het toegestane geluidsniveau lager is dan overeengekomen. Volgens [derde-partij] bestaat dan ook het risico dat de concerten bij een lager geluidsniveau niet doorgaan. Ook [derde-partij] vreest voor negatieve financiële consequenties.
15. De burgemeester is van mening dat het belang van [derde-partij] zwaarder moet wegen dan dat van verzoekers omdat [derde-partij] aan alle vergunningsvoorwaarden voldoet en de aanvraag eerder heeft ingediend dan dat het Beatrix Theater de première van de musical Moulin Rouge bekend maakte. Het is aan verzoekers en [derde-partij] om onderling goede afspraken te maken.
16. De voorzieningenrechter weegt de belangen van verzoekers en [derde-partij] even zwaar. Uit de gedingstukken en wat op de zitting is besproken blijkt dat verzoekers en [derde-partij] in de aanloop naar Sportstadion 2024 en de première van de musical Moulin Rouge geen overleg hebben gehad, zodat geen afspraken gemaakt zijn op een moment dat plannen nog konden worden bijgesteld. Op de zitting en uit informatie die de voorzieningenrechter na de zitting van partijen heeft gekregen, is verder gebleken dat overleg tussen verzoekers en [derde-partij] niet tot afspraken heeft geleid. Op de zitting is verder gebleken dat er geen geschikte (geluidstechnische) maatregelen zijn om het geluidsniveau binnen het Beatrix Theater te verminderen tot een aanvaardbaar niveau.
17. Omdat de belangen van verzoekers en [derde-partij] voor de voorzieningenrechter even zwaar wegen en er geen alternatieven lijken te zijn, treft hij de voorziening dat de vergunde geluidsnorm van maximaal 80 dB(A) en 95 dB(C) voor de helft van de dagen wordt verlaagd naar het maximale niveau van 72 dB(A) Leq en 83 dB(C) Leq, gemeten op de gevel van het Beatrix Theater , zoals door verzoekers verzocht. Omdat de vergunde norm gemeten wordt aan de dichtstbijzijnde gevel van een woning en de verlaagde norm aan de gevel van het Beatrixgebouw, verwacht de voorzieningenrechter dat het geluidsniveau binnen het Beatrix Theater de try-out voorstellingen niet hindert. Wellicht ten overvloede merkt de voorzieningenrechter op dat de vergunde geluidsnorm van maximaal 70 dB(A) en 85 dB(C), gemeten aan de dichtstbijzijnde gevel van een woning, niet wijzigt.
18. De voorzieningenrechter geeft de volgende toelichting.
19. De geluidsnorm van maximaal 80 dB(A) en 95 dB(C) geldt op basis van de evenementenvergunning voor 7 en 8 september 2024 (de sportevenementen) en voor 11 tot en met 15 september 2024 (de concerten van Zomerstadion 2024 Live!).
20. Op 15 september 2024 is het concert van Zomerstadion 2024 van 16.00 tot 20.00 uur. De try-out voorstelling begint om 20.00 uur. Dat betekent dat er tijdens die voorstelling geen overlast is van het concert, zodat de geluidsnorm niet verlaagd hoeft te worden.
21. Voor de overige data geldt dat de sportevenementen en concerten wel overlast veroorzaken voor de voorstellingen.
22. Voor de sportevenementen beslist de voorzieningenrechter dat voor één van twee dagen (7 en 8 september) de verlaagde geluidsnorm van maximaal 72 dB(A) Leq en 83 dB(C) Leq zal gelden.
23. Voor de vier dagen van de concerten (11 tot en met 14 september) geldt hetzelfde. Voor twee van die dagen geldt de verlaagde geluidsnorm van maximaal 72 dB(A) Leq en 83 dB(C) Leq.
24. Er blijven dus drie dagen over waarvoor de geluidsnorm van maximaal 80 dB(A) en 95 dB(C) geldt.
25. [derde-partij] , als vergunninghouder, kiest de dagen waarop de norm van maximaal 80 dB(A) en 95 dB(C) dan wel de norm van 72 dB(A) Leq en 83 dB(C) Leq geldt, omdat het aan haar is om technische en andere maatregelen te treffen en informeert de burgemeester en verzoekers daarover vóór zaterdag 23 augustus 2024.
26. Voor de dagen waarop de norm van maximaal 80 dB(A) en 95 dB(C) niet zal gelden, dient het volume beperkt te blijven tot maximaal 72 dB(A) Leq en 83 dB(C) Leq te meten op de gevel van het Beatrixgebouw.
27. De voorzieningenrechter merkt op dat het partijen vrij staat om alsnog tot andere afspraken te komen, mits die binnen de grenzen van de verleende evenementenvergunning blijven.
Proceskosten en griffierecht
28. Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst moet de burgemeester het griffierecht aan verzoekers vergoeden. Verzoekers krijgen ook een vergoeding van hun proceskosten. De burgemeester moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgen verzoekers een vast bedrag per proceshandeling. De gemachtigde heeft het verzoekschrift ingediend en aan de zitting deelgenomen. Elke proceshandeling heeft een waarde van € 875,-. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 1.750,-.