ECLI:NL:RBMNE:2024:4989

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 augustus 2024
Publicatiedatum
16 augustus 2024
Zaaknummer
UTR 24/4407
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar tegen compensatie kinderopvangtoeslag

In deze zaak heeft verzoekster, een individu uit [plaats], beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen, omdat zij van mening was dat er niet tijdig was beslist op haar bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. Het bezwaar was ingediend op 25 januari 2024, maar de Dienst Toeslagen heeft pas op 30 april 2024 een beslissing genomen. Verzoekster trok haar beroep in op 21 juni 2024 en vroeg om een vergoeding voor haar proceskosten. De rechtbank heeft de Dienst Toeslagen de gelegenheid gegeven om te reageren op dit verzoek. Op 1 augustus 2024 heeft de Dienst Toeslagen aangegeven geen aanleiding te zien voor een veroordeling in de proceskosten.

De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. Volgens de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de rechtbank bepalen dat de verweerder de proceskosten van de indiener van het beroepschrift moet betalen, als het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener tegemoet is gekomen. De rechtbank oordeelde echter dat aan deze voorwaarde niet was voldaan, omdat verzoekster haar beroep had ingesteld op het moment dat er al een besluit was genomen. Hierdoor was er geen sprake van tegemoetkomen aan het beroep.

De rechtbank heeft het verzoek om een proceskostenveroordeling afgewezen, omdat er geen grondslag was voor vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, rechter, en is openbaar uitgesproken op 14 augustus 2024. De griffier, L. El Kabch, was aanwezig bij de uitspraak. Partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitspraak en hebben de mogelijkheid om binnen 6 weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/4407

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 augustus 2024 in de zaak tussen

[verzoekster] , te [plaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. C.H. Bijvank),
en

Dienst Toeslagen, verweerder

(gemachtigde: mr. [gemachtigde] ).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat verzoekster heeft ingediend op 21 juni 2024, omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar bezwaar van 25 januari 2024 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag.
Verweerder heeft op 30 april 2024 een beslissing op bezwaar genomen. Verzoekster heeft het beroep ingetrokken en een vergoeding gevraagd voor haar proceskosten.
De rechtbank heeft de verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek. Verweerder heeft de rechtbank op 1 augustus 2024 meegedeeld geen aanleiding te zien voor een veroordeling in de proceskosten.

Overwegingen

1. De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om een proceskostenveroordeling. [1]
2. Als het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift (dus aan verzoekster) tegemoet is gekomen, kan de rechtbank bepalen dat verweerder de proceskosten van de indiener van het beroepschrift moet betalen
.Dat staat in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3. Vergoeding van proceskosten kan na het intrekken van het beroep op de grondslag van artikel 8:75a van de Awb alleen plaatsvinden, als de intrekking is gebeurd omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen. Aan die voorwaarde wordt niet voldaan. Verzoekster heeft beroep vanwege niet tijdig beslissen ingesteld op het moment dat al een besluit was genomen. Van tegemoetkomen aan het beroep is dan ook geen sprake. Er is geen grondslag om proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om een proceskostenveroordeling af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van L. El Kabch, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.