In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 31 juli 2024 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2007. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige tot zijn meerderjarigheid op 11 januari 2025, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De moeder van de minderjarige is overbelast en kan niet langer voor hem zorgen, terwijl de vader en moeder gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging bij de minderjarige, die bekend is met gedragsproblemen en een licht verstandelijke beperking. De ouders hebben zich jarenlang ingespannen om de situatie te verbeteren, maar zonder succes. De kinderrechter heeft besloten dat de minderjarige onder toezicht wordt gesteld van de Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers, zodat er een geschikte woonplek voor hem kan worden gevonden. De kinderrechter benadrukt het belang van samenwerking tussen de ouders en de jeugdbeschermer om de situatie te verbeteren en de minderjarige te ondersteunen in zijn ontwikkeling. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.