ECLI:NL:RBMNE:2024:4970
Rechtbank Midden-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toegang tot gehuurde kamer en pand in kort geding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 14 augustus 2024, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser en gedaagde. Eiser, vertegenwoordigd door mr. P.S. Folsche, vorderde toegang tot een pand en een gehuurde kamer, waar gedaagde, die niet aanwezig was, de toegang had ontzegd. De procedure begon met een dagvaarding op 9 augustus 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 13 augustus 2024, waarbij de vader van gedaagde optrad als gemachtigde.
De kantonrechter heeft in zijn uitspraak bepaald dat gedaagde verplicht is om eiser opnieuw toegang te verschaffen tot het pand en de gehuurde kamer. Tevens is gedaagde verboden om eiser de toegang of bewoning van het gehuurde onmogelijk te maken, anders dan via een deurwaarder. Bij niet-naleving van deze veroordeling is gedaagde verplicht een dwangsom van € 250,00 per dag te betalen, tot een maximum van € 20.000,00.
Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten van € 902,38, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door de kantonrechter J.W. Wagenaar.