Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de (aanvullende) conclusie van dupliek.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft Q-Park Operations Netherlands B.V. (hierna: Q-Park) een schadevergoeding gevorderd van een gedaagde die op een scooter de parkeergarage heeft verlaten zonder te betalen, door dicht achter een auto aan te rijden, een praktijk die door Q-Park wordt aangeduid als 'treintje rijden'. Q-Park stelt dat er sprake is van wanprestatie en onrechtmatige daad, omdat de gedaagde de parkeergarage heeft verlaten zonder te voldoen aan de betalingsverplichtingen die voortvloeien uit de parkeerovereenkomst. De gedaagde betwist echter dat er een overeenkomst tot stand is gekomen, omdat hij zijn scooter in de fietsenstalling naast de parkeergarage had geparkeerd en alleen door de parkeergarage reed om de fietsenstalling te verlaten.
De kantonrechter heeft de vordering van Q-Park afgewezen, omdat niet voldoende is aangetoond dat er een overeenkomst tussen Q-Park en de gedaagde tot stand is gekomen. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld, aangezien er geen bewijs is dat hij de parkeergarage op een eerdere gelegenheid is binnengekomen of dat hij daar geparkeerd heeft gestaan. Q-Park heeft onvoldoende bewijs geleverd om haar stelling te onderbouwen dat de gedaagde de parkeergarage onrechtmatig heeft verlaten.
Daarnaast heeft de kantonrechter opgemerkt dat, hoewel 'treintje rijden' als maatschappelijk onaanvaardbaar kan worden beschouwd, er in dit specifieke geval geen schade is aangetoond die aan de gedaagde kan worden toegerekend. De kantonrechter heeft daarom de vordering van Q-Park in zijn geheel afgewezen en de proceskosten voor rekening van Q-Park gesteld, omdat deze ongelijk heeft gekregen. De gedaagde heeft recht op een vergoeding van € 50,00 voor gemaakte kosten, die door Q-Park moet worden betaald.