ECLI:NL:RBMNE:2024:4876
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzoeken om openbaarmaking op grond van de Wet open overheid (Woo) door de gemeente Utrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 11 juli 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van twee verzoeken om openbaarmaking op grond van de Wet open overheid (Woo) beoordeeld. Eiser had verzocht om openbaarmaking van alle correspondentie van twee ambtenaren van de gemeente Utrecht, maar de rechtbank oordeelt dat eiser geen specifieke (bestuurlijke) aangelegenheid heeft genoemd in zijn verzoeken. De rechtbank stelt vast dat eiser geen onderwerp, aanleiding of context heeft gegeven voor zijn verzoeken, wat in strijd is met de vereisten van de Woo. De rechtbank wijst erop dat de Woo niet bedoeld is voor 'phishing expeditions', waarbij een verzoeker breed naar informatie vraagt zonder een concrete aanleiding. Eiser had in zijn verzoeken de ambtenaren genoemd, maar dit alleen is onvoldoende om te spreken van een behandelbaar verzoek. De rechtbank concludeert dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht terecht heeft besloten de verzoeken niet in behandeling te nemen. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De rechtbank benadrukt dat de verzoeker bij zijn verzoek de aangelegenheid moet vermelden waarover hij informatie wenst te ontvangen, en dat dit begrip ruim moet worden geïnterpreteerd, maar dat in dit geval de verzoeken niet voldoen aan deze eis.