ECLI:NL:RBMNE:2024:4845

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 augustus 2024
Publicatiedatum
12 augustus 2024
Zaaknummer
16/224417-22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan gekwalificeerde diefstal door bankhelpdeskfraude

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 augustus 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een serie gekwalificeerde diefstallen. De verdachte werd beschuldigd van medeplichtigheid aan diefstal, waarbij slachtoffers door onbekende mededaders werden benaderd via telefoon of WhatsApp, zich voordoend als bankmedewerkers of familieleden. De slachtoffers, onder druk gezet, maakten aanzienlijke geldbedragen over. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het medeplegen van de diefstallen, omdat niet bewezen kon worden dat hij zelf de slachtoffers had benaderd. Echter, de verdachte werd wel schuldig bevonden aan medeplichtigheid aan de diefstal, omdat hij zijn bankrekening ter beschikking had gesteld aan de mededaders en de op zijn rekening bijgeschreven bedragen had opgenomen. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verdachte, dat hij niet op de hoogte was van de strafbare oorsprong van de bedragen, niet geloofwaardig was. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 60 dagen, waarvan 56 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 100 uren. Daarnaast werden vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/224417-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 12 augustus 2024
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 juli 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie mr. L.H.J. Verheijden en van hetgeen mr. J.G. Wiebes, advocaat te Lelystad, namens verdachte naar voren heeft gebracht. De rechtbank heeft tevens kennisgenomen van hetgeen de benadeelde partij [benadeelde 1] naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
Primair: in de periode van 30 mei 2022 tot en met 31 mei 2022 te Dronten, samen met anderen, geldbedragen van €15.600 en/of €3490,80 van [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] heeft gestolen door middel van valse sleutels en/of het aannemen van een valse hoedanigheid;
Subsidiair: in de periode van 30 mei 2022 tot en met 31 mei 2022 te Dronten medeplichtig is geweest aan die diefstal door middel van valse sleutels en/of het aannemen van een valse hoedanigheid;
Feit 2
Primair: op 31 mei 2022 te Dronten, althans in Nederland, samen met anderen, een geldbedrag van €4991,40 van [benadeelde 1] heeft gestolen door middel van valse sleutels en/of het aannemen van een valse hoedanigheid;
Subsidiair: op 31 mei 2022 te Dronten, althans in Nederland medeplichtig is geweest aan die diefstal door middel van valse sleutels en/of het aannemen van een valse hoedanigheid;
Feit 3
in de periode van 30 mei 2022 tot en met 31 mei 2022 te Dronten, althans in Nederland, samen met anderen, heeft geprobeerd een geldbedrag van [benadeelde 3] te stelen d.m.v. een valse sleutel en/of het aannemen van een valse hoedanigheid;
Feit 4
in de periode van 30 mei 2022 tot en met 31 mei 2022 te Dronten, althans in Nederland samen met anderen, computervredebreuk jegens [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] heeft gepleegd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dit betekent dat er geen formele belemmeringen zijn om de strafzaak inhoudelijk te behandelen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 en 2 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Zij heeft verzocht om verdachte vrij te spreken van het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde, het onder 3 ten laste gelegde en het onder 4 ten laste gelegde. Voor zover van belang worden de standpunten van de officier van justitie hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van alle ten laste gelegde feiten bepleit. Voor zover van belang worden de standpunten van de raadsman hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 1 primair en 2 primair
Evenals de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte niet als pleger of als medepleger kan worden aangemerkt. Uit het dossier blijkt allereerst niet dat het verdachte zelf was die telefonisch contact had met de aangevers en dat hij rechtstreeks betrokken was bij het afhandig maken van de diverse geldbedragen. Ook vindt de rechtbank geen bewijs in het dossier voor een gezamenlijke uitvoering met een ander of anderen. De rol van verdachte was beperkt tot het verstrekken van zijn bankrekeningnummer aan (een) onbekend gebleven mededader(s) en het opnemen van geldbedragen die op dat bankrekeningnummer werden bijgeschreven. Deze materiële bijdrage is naar het oordeel van de rechtbank niet van een zodanig gewicht dat er van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn mededader(s) kan worden gesproken.. Nu zowel het plegen alsook het medeplegen niet kan worden bewezen, zal verdachte worden vrijgesproken van het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde.
Vrijspraak feit 3 en 4
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan. Aangeefster [benadeelde 3] verklaart dat een onbevoegde niet alleen een bedrag van €3.490,80 van haar rekening heeft overgeschreven, maar ook diverse malen heeft gepoogd om nog meer geldbedragen van haar rekening over te schrijven. De rechtbank stelt vast dat zich in het dossier geen bewijsmiddelen bevinden die ondersteunen dat er ook mislukte overschrijvingen zijn geweest en er op wijzen dat verdachte daar betrokkenheid bij heeft gehad. Om deze reden zal verdachte worden vrijgesproken van het onder 3 ten laste gelegde. De rechtbank acht evenmin wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 4 ten laste gelegde heeft begaan. Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld dat de computers van aangevers [benadeelde 2] en [benadeelde 3] daadwerkelijk zijn binnengedrongen en zo ja, of verdachte hierbij betrokken is geweest. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken van het onder 4 ten laste gelegde.
Bewijsmiddelen feit 1 subsidiair en feit 2 subsidiair [1]
Een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergeven:
Plaats delict: Dronten
Pleegdatum: 31 mei 2022
Ik werd gebeld op mijn telefoon. Ik hoorde dat ik sprak met een medewerker van de Rabobank. De medewerker vertelde mij dat er getracht werd om geld van mijn rekening te halen. Hij vertelde dat hij kon helpen om het feit te doen stoppen en verdere schade te beperken dan wel voorkomen. Ik moest inloggen op mijn computer en dan zou ik een link toegestuurd krijgen waar ik dan op moest klikken. [2] Na het installeren, moest ik af en toe codes doorgeven betreffende het internetbankieren. Een onbekend persoon heeft daarmee geld van mijn rekening overgemaakt naar een andere rekening. In totaal zijn er zes overboekingen geweest. Het gaat om bedragen van: 1800, 3100, 3000, 3500, 1000 en 3200 euro. Het geld is gestort naar rekeningnummer: [rekeningnummer 1] . [3]
Een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 3] , voor zover inhoudende, zakelijk weergeven:
Plaats delict: Brunssum
Pleegdatum: 30 mei 2022
Ik ontving een whatsappbericht van een persoon die zich voordeed als mijn zoon. Mij werd verzocht om op een tweetal linken te klikken. Ook kreeg ik een afdruk gestuurd van de stappen die ik diende te volgen om in te loggen met de Raboscanner. De persoon gaf aan dat een medewerker van de bank mij zou bellen om te helpen. Even later werd ik inderdaad gebeld door iemand die zich voordeed als helpdeskmedewerker van de Rabobank. Deze persoon heeft samen met mij Anydesk op mijn computer geïnstalleerd. Ik heb de stappen gevolgd en ik heb ingelogd. Er werd een bedrag van 3490,80 euro overgeschreven naar [bedrijf] met bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] . Vervolgens zag ik op de computer dat deze helpdeskmedewerker geld van mijn spaarrekening naar mijn betaalrekening overmaakt. Ik vroeg nog aan hem of dat goed was, hij gaf aan dat alles goed was. Deze persoon heeft tevens mijn spaarrekening opgeheven. [4]
Een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergeven:
Pleegdatum: 31 mei 2022
“Mijn dochter appte mij met een ander nummer om te vertellen dat haar mobiel was gevallen en dat ze tijdelijk een andere mobiel had. Ze had een probleem en vroeg of ik kon helpen. Ik heb op haar verzoek twee bedragen overgemaakt: €2890,50 naar [bedrijf] rek nr
[rekeningnummer 1] , en €2100,90 naar [A] rek nr. [rekeningnummer 2] . [5]
Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
[rekeningnummer 1] staat op naam van [bedrijf] , [adres 1] , [postcode] te [vestigingsplaats] met KvK nummer: [KvK nummer] . Het betreft een ondernemersrekening en [verdachte] is als enige algeheel bevoegd voor deze rekening. Er is één betaalpas uit gegeven op naam van [verdachte] . [6]
——- Transacties [rekeningnummer 1] ——
Ik zag dat er op 30 mei 2022 om 18:03 uur een overboeking plaatsvond van 3490,80 euro van het rekeningnummer [rekeningnummer 3] op naam van [benadeelde 3] naar het rekeningnummer [rekeningnummer 1] op naam van [bedrijf] .
Ik zag dat er 30 mei 2022 om 18:23 uur een bedrag van 1400,- euro was opgenomen bij een Geldmaat aan de [straat 1] te Tilburg. Ik zag dat er op 30 mei 2022 om 18:27 uur een bedrag van 2000,- euro was opgenomen bij een Geldmaat aan de [straat 2] te Tilburg.
Ik zag dat er op 31 mei 2022 om 12:41 uur een bedrag van 3200,- euro werd bijgeschreven op de rekening van [bedrijf] . Dit bedrag was afkomstig van aangever [benadeelde 2] met rekeningnummer [rekeningnummer 4] .
Ik zag dat er op 31 mei 2022 om 12:49 uur een bedrag van 2000,- euro was opgenomen bij een Geldmaat aan de [adres 2] te [plaats] . Om 12:51 uur is er wederom een bedrag van 400,- euro opgenomen bij dezelfde Geldmaat. Om 12:54 uur is er bij de Geldmaat aan de [straat 2] te Tilburg een bedrag van 800,- euro gepind.
Ik zag dat er op 31 mei 2022 om 12:55 uur een bedrag van 1000,- euro werd bijgeschreven op de rekening van [bedrijf] . Dit bedrag was wederom afkomstig van aangever [benadeelde 2] met rekeningnummer [rekeningnummer 4] . Om 12:58 uur wordt er nogmaals 3500,- euro bij geschreven.
Ik zag dat er op 31 mei 2022 om 13:12 uur een bijschrijving van 2890,50 euro van het rekeningnummer [rekeningnummer 5] op naam van [benadeelde 1] .
Ik zag dat er op 31 mei 2022 om 13:23 uur, 13:38 uur, 13:40 uur en 13:41 uur, vier pintransacties van drie keer 1200,- euro en één keer 600,- euro met een totaal bedrag van 4200,- euro hebben plaatsgevonden bij de Geldmaat [locatie] te Tilburg. Ik zag dat er op 31 mei 2022 om 13:48 uur een bedrag van 3000,- euro werd bijgeschreven op de rekening van [bedrijf] . Dit bedrag was afkomstig van aangever [benadeelde 2] .
Ik zag dat er op 31 mei 2022 om 13:50 uur een bedrag van 3100,- euro werd bijgeschreven op de rekening van [bedrijf] . Dit bedrag was afkomstig van aangever [benadeelde 2] . [7]
Ik zag dat er op 31 mei 2022 om 13:53 uur een bedrag van 1800,- euro werd bijgeschreven op de rekening van [bedrijf] . Dit bedrag was afkomstig van aangever [benadeelde 2] .
Ik zag dat er op 31 mei 2022 om 13:54 uur een bedrag van 2000,- euro werd gepind bij een Geldmaat [locatie] te Tilburg. Ik zag dat er op 31 mei 2022 om 14:22 uur een bedrag van 150,- euro werd gepind bij een pinautomaat in de plaats Gilze.
Ik zag dat er op 31 mei 2022 om 13:53 uur een bedrag van 1800,- euro werd bijgeschreven op de rekening van [bedrijf] . Dit bedrag was afkomstig van aangever [benadeelde 2] .
Ik zag dat er op 31 mei 2022 om 13:54 uur een bedrag van 2000,- euro werd gepind bij een Geldmaat [locatie] te Tilburg. Ik zag dat er op 31 mei 2022 om 14:22 uur een bedrag van 150,- euro werd gepind bij een pinautomaat in de plaats Gilze. [8]
Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op de telefoon van verdachte [verdachte] werden verschillende printscreens aangetroffen van stortingen op de ondernemersrekening van [bedrijf] , waaronder de stortingen van slachtoffers [benadeelde 2] , [benadeelde 3] en [benadeelde 1] . [9]
Een proces-verbaal van het verhoor van verdachte, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V = vraag verbalisant
A = antwoord verdachte
V: Wij hebben een aangifte binnengekregen van bankfraude. Daarbij wordt jou rekeningnummer genoemd. Wat kan je daar zelf over vertellen?
A: Ik heb iemand leren kennen via insta. Hij noemde zich [accountnaam] . Ik heb 100 euro ingelegd en je zou dan geld verdienen met de bitcoin. Ik zou dan 25 procent van de winst krijgen. Dit geld werd op mijn rekening gestort en ik moest dan zelf 75 procent pinnen en de 25 procent mocht ik laten staan. Ik twijfelde eerst maar was gefascineerd door de bitcoins en ben toen toch overstag gegaan. [10]
[benadeelde 2]
V: Hoe ging dat verder?
A: Ik kreeg een foto toe gestuurd van [accountnaam] via snap. De foto liet de koers zien van de bitcoins. Met daarbij een stijging. Ik vond dat mooi en [accountnaam] zei toen, we doen een kleine uitbetaling. Toen zijn zij naar mij toe gekomen en zijn wij naar de bank gereden. Ik heb toen 5000 euro gepind. Ik heb dit toen 2 of 3 keer herhaald. Ik nam het contante geld mee. Ik liep 25 procent op mijn rekening staan. Er was volgens mij iets van 20000 euro gestort. Ik had dit gezien op mijn saldo tijdens het pinnen.
V: Je hebt zelf coins gehad. Dan weet je ook als er geld wordt over gemaakt dat er de naam van de bitcoins bij staat. Vertel eens?
A: ja dat klopt. Ik heb er zelf nooit over na gedacht. Ik heb toen ook niet naar de naam gekeken. Of van wie het geld afkomstig was. Ik vond het eigenlijk al mooi dat er een winstmarge was. Achteraf had ik wel door dat er iets niet klopte. [11]
[benadeelde 3]
V: Wat kan je ons daarover vertellen?
A: Ik zag dat er geld gestort was, 3400 euro volgens mij. Ik heb dit gelijk eraf gehaald. Het geld was niet van mij. Ik wist niet van wie dit wel was. De volgende dag werd ik ge contact via snap door [accountnaam] en toen vertelde ik dat er geld was gestort. En toen zeiden zij dat dit van hun was. Wij hebben toen afgesproken en ik heb het geld overhandigd. [12]
[benadeelde 1]
V: Weer een ander slachtoffer is op 31 mei 2022 geappt door iemand die zich voordeed als haar dochter. Deze zogenaamde dochter vertelde dat zij een probleem had en vroeg of het slachtoffer geld wilde overmaken. Dit geld 2890,50 euro werd ook weer gestort op jou rekeningnummer, [rekeningnummer 1] .
V: Hoe is dit gegaan?
A: Ja dat kan. Dat durf ik niet te zeggen.
Bewijsoverweging
Aangevers verklaren dat zij codes hebben doorgegeven aan degene die hen belde (verklaring aangever [benadeelde 2] ), dan wel dat zij zelf op aangeven van de beller hebben ingelogd en/of vervolgens geld hebben overgeboekt en vervolgens laten overboeken door de beller (aangever [benadeelde 3] ).
Nu de onbekend gebleven beller zich valselijk voordeed als een bankmedewerker is de rechtbank van oordeel dat de valse sleutel waarmee de geldbedragen werden gestolen in het geval van aangever [benadeelde 3] kan worden gedefinieerd als het gebruikmaken van door de rekeninghouder ingevoerde gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) die onder valse voorwendselen zijn verkregen. In het geval van aangever [benadeelde 2] betreft de valse sleutel de codes die door hem aan de beller zijn verstrekt en waarmee de geldbedragen zijn afgeschreven.
Aangever [benadeelde 1] heeft zelf geld overgemaakt op verzoek van een persoon die haar appte en zich voordeed als haar dochter en vertelde dat zij een probleem had en vroeg om geld over te maken. Daarmee is de diefstal niet gepleegd door een valse sleutel maar door het aannemen van een valse hoedanigheid, en/of door listige kunstgrepen, en/of door een samenweefsel van verdichtsels.
Door en namens verdachte is aangevoerd dat verdachte geen enkele betrokkenheid bij het afhandig maken van de geldbedragen heeft gehad en ook niet wist dat de geldbedragen door middel van een strafbaar feit waren verkregen. Verdachte zou een afspraak hebben gemaakt met een zekere ‘ [accountnaam] ’ en in de veronderstelling hebben verkeerd dat de geldbedragen die op zijn bankrekening werden bijgeschreven, het resultaat waren van een gunstige bitcoinkoers. De rechtbank acht deze uitleg van verdachte niet geloofwaardig en overweegt als volgt.
Verdachte is in zee gegaan met een voor hem onbekend persoon, die hem grote winsten uit bitcoin transacties in het vooruitzicht stelde. Nadat verdachte volgens zijn verklaring een kleine som geld had ingelegd en zijn rekeningnummer had verstrekt, werden er op 30 en 31 mei 2022 aanzienlijke geldbedragen op dit rekeningnummer bijgeschreven. Deze geldbedragen werden erg snel (soms al binnen enkele minuten) en in hun geheel opgenomen bij verschillende geldautomaten. Verdachte verklaart dat hij de geldbedragen op zijn rekening heeft zien binnenkomen en vervolgens zelf contant heeft opgenomen. Door zijn rekeningnummer te verstrekken en de geldbedragen die daarop binnenkwamen te pinnen, is verdachte naar het oordeel van de rechtbank opzettelijk behulpzaam geweest aan de feitelijke uitvoerders van de gekwalificeerde diefstal.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte ook (minst genomen voorwaardelijk) opzet op de gekwalificeerde diefstal heeft gehad en overweegt daartoe als volgt. Verdachte verklaart dat hij bekend is met bitcoins en vroeger zelf ook bitcoins heeft gehad. Gelet hierop kan het niet anders zijn dan dat verdachte wist dat er bij uitbetalingen van bitcoins de naam van de betreffende bitcoins vermeld staat, zoals hij ook ten overstaan van de politie heeft bevestigd. In dit geval stonden bij de bijgeschreven geldbedragen echter de namen en rekeningnummers van voor verdachte onbekende personen, namelijk die van de aangevers. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte dit heeft opgemerkt, temeer nu er op zijn telefoon screenshots van de diverse bijschrijvingen zijn gevonden. In het licht van de gestelde ervaring met bitcoins had het verdachte moeten bevreemden dat er in een kort tijdbestek zeer forse geldbedragen naar zijn bankrekening werden overgeschreven, vanaf rekeningnummers die op naam stonden van voor verdachte onbekende derden. De rechtbank is verder van oordeel dat het op de weg van verdachte lag om of in het vooronderzoek of ter zitting een concreet onderbouwde verklaring over zijn beweerdelijke deal met ‘ [accountnaam] ’ af te leggen om aldus zijn verklaring aannemelijk te maken. Een dergelijke verklaring is echter uitgebleven. De rechtbank komt tot de slotsom dat verdachte wist dat zijn bankrekening voor frauduleuze doeleinden zou worden gebruikt, hij er desalniettemin geen probleem in heeft gezien om deze ter beschikking te stellen en daarmee opzet op de gekwalificeerde diefstal heeft gehad.
De rechtbank komt hiermee tot een bewezenverklaring van het onder 1 en 2 subsidiair ten laste gelegde.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
Feit 1
Subsidiair
een of meerdere (onbekend gebleven) persoon/personen in de periode van
30 mei 2022 tot en met 31 mei 2022 in Nederland, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening (telkens) heeft/hebben weggenomen geldbedrag(en) van
ongeveer €15.600 en €3490,80, welk(e) toebehoorde(n) aan [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] , waarbij een of meerdere (onbekend gebleven) persoon/personen het weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten onder valse voorwendselen door de rekeninghouder(s) ingevoerde gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) en/of inlog(gegevens) voor het inloggen op internetbankieren te gebruiken
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 30 mei
2022 tot en met 31 mei 2022 in Nederland, opzettelijk behulpzaam
is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
zijn bankrekening ter beschikking te stellen voor de betalingen van die [benadeelde 2]
en [benadeelde 3] en/ het/de geld(en) van die [benadeelde 2] en [benadeelde 3] op zijn
bankrekening te laten storten en die geld(en) te pinnen;
en/of
een of meerdere (onbekend gebleven) persoon/personen in de periode van
30 mei 2022 tot en met 31 mei 2022 in Nederland, de weg te
nemen geldbedragen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het
aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door zich voor te doen als een bankmedewerker of een familielid en voornoemde
rekeninghouders te vertellen dat er werd getracht geld van hun rekeningen te halen
door een onbekende en dat hun rekeningen gevaar liepen of dat voornoemd
familielid geld nodig had en
voornoemde rekeninghouders te bewegen tot installeren van een remote desktop tool en vervolgens
het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computers van deze rekeninghouders binnengedrongen en/of overgenomen werden,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 30 mei 2022 tot en met 31 mei 2022 in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest door zijn bankrekening ter beschikking te stellen voor de betalingen van die [benadeelde 2] en [benadeelde 3] en de gelden van die [benadeelde 2] en [benadeelde 3] op zijn bankrekening te laten storten en die gelden te pinnen.
Feit 2
Subsidiair
een of meerdere (onbekend gebleven) persoon/personen op 31 mei 2022 in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben
weggenomen een
geldbedrag, welk(e) toebehoorde aan [benadeelde 1] , waarbij een of meer (onbekend gebleven) persoon/personen het weg te nemen geldbedrag onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse
hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, te weten door zich voor te doen als een familielid van
voornoemde [benadeelde 1] en voornoemde [benadeelde 1] te vertellen dat de telefoon van
voornoemd familielid kapot was waardoor dit familielid een ander telefoonnummer had
en te vertellen dat voornoemd familielid geld nodig had en voornoemde [benadeelde 1] te
bewegen tot het overmaken van geld
bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 31 mei 2022 in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest door zijn bankrekening ter beschikking te stellen voor de betaling van die [benadeelde 1] en het geld van die [benadeelde 1] op zijn bankrekening te laten storten en dat geld te pinnen;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

De rechtbank acht het onder 1 en 2 subsidiair, ten laste gelegde bewezen op de wijze zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 subsidiair: medeplichtigheid aan diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
Feit 2 subsidiair: medeplichtigheid aan diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door het aannemen van een valse hoedanigheid.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot:
 een gevangenisstraf van 60 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 56 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, en
 een taakstraf van 100 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 50 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
Voor zover de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, heeft de raadsman verzocht bij het opleggen van een straf rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie en de over verdachte uitgebrachte reclasseringsrapportages, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan diefstal door middel van bankhelpdeskfraude/oplichting door zijn bankrekening ter beschikking te stellen en de daarop gestorte bedragen op te nemen.
De handelswijze van verdachten en zijn medeverdachten is een steeds meer voorkomende vorm van criminaliteit die op relatief gemakkelijke wijze zeer lucratief kan zijn. De medeverdachte, de beller die onbekend is gebleven, heeft misbruik gemaakt van het gewekte vertrouwen bij slachtoffers, die dachten dat zij op deze wijze konden voorkomen dat zij veel geld zouden kwijtraken, of dachten een familielid te helpen. Het tegendeel bleek waar. Hierdoor is hun vertrouwen in het online (handels)verkeer geschaad. Verdachte en zijn medeverdachten hebben enkel uit financieel gewin gehandeld. Er is op geen enkele wijze oog geweest voor de kwetsbaarheid en de belangen van de slachtoffers. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij kennelijk niet bij de gevolgen van zijn handelen heeft stilgestaan en dat hij ook niet op de zitting is verschenen om verantwoording over zijn handelen af te leggen.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie van verdachte d.d. 24 juli 2024. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke delicten.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het reclasseringsrapport van 4 december 2023, opgesteld door mevrouw [B] , reclasseringswerker. Hieruit blijkt onder meer dat het risico op recidive als laag-gemiddeld wordt ingeschat. De reclassering ziet bij verdachte geen aanwijzingen voor psychische problematiek of structurele problemen op het gebied van middelengebruik. Hij beschikt over een steunend sociaal netwerk, is nooit in een traject van hulpverlening of begeleiding betrokken en zegt positieve toekomstdoelen na te streven. Gelet hierop vindt de reclassering het opvallend dat verdachte in een kort tijdbestek meermaals is veroordeeld voor overtredingen en dat het hem niet is gelukt om stabiliteit te verkrijgen op het gebied van zijn inkomen en het afbetalen van zijn schulden. De reclassering adviseert om verdachte een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden en een proeftijd van 1 jaar op te leggen. In een latere rapportage d.d. 11 juli 2024 adviseert de reclassering om een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen, omdat de feiten zich twee jaar geleden hebben afgespeeld en verdachte nadien een positieve ontwikkeling zou hebben doorgemaakt. De rechtbank had verdachte graag willen vragen welke positieve stappen hij in de afgelopen periode heeft gezet, maar heeft dit niet kunnen doen omdat verdachte niet op de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak is verschenen. Mede hierom heeft de rechtbank onvoldoende zicht gekregen op de geschetste positieve ontwikkeling in het leven van verdachte. Dit brengt de rechtbank ertoe om bij de strafoplegging de eerdere rapportage van 4 december 2023 tot uitgangspunt te nemen.
Strafoplegging
Bij de keuze van de strafsoort en de vaststelling van de duur daarvan heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende laten meewegen. Verdachte wordt in dit vonnis veroordeeld voor strafbare feiten, die een grote impact op de slachtoffers hebben gehad. Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de omvang van het benadelingsbedrag, kan in beginsel niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. In de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS wordt bij een benadelingsbedrag van tussen de €10.000 en €70.000 als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee tot vijf maanden gegeven. In deze zaak acht de rechtbank een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf echter niet passend en geboden. Hierbij weegt voor de rechtbank allereerst mee dat verdachte niet als medepleger maar als medeplichtige wordt veroordeeld. Hij heeft zijn rekeningnummer verstrekt en diverse malen geldbedragen opgenomen, maar is niet rechtstreeks betrokken geweest bij het toepassen van de (babbel)trucs en daarmee het afhandig maken van de geldbedragen. De rechtbank weegt verder mee dat verdachte een jonge man is, de feiten ruim twee jaar geleden zijn gepleegd en de reclassering het risico op recidive als laag-gemiddeld inschat. Gelet hierop ziet de rechtbank niet in hoe een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een bijdrage zou kunnen leveren aan een positieve gedragsverandering bij verdachte. Het vorengaande brengt de rechtbank ertoe om zich aan te sluiten bij de vordering van de officier van justitie. Door verdachte een taakstraf en een grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, hoopt de rechtbank te bereiken dat verdachte enerzijds de consequenties van zijn handelen ervaart en anderzijds wordt ontmoedigd om zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 60 dagen, waarvan 56 dagen voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest en een taakstraf voor de duur van 100 uren passend en geboden. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf zal naast een meldplicht ook de bijzondere voorwaarde ‘meewerken aan schuldhulpverlening’ worden verbonden. De rechtbank ziet de meerwaarde hiervan in omdat de bewezenverklaarde feiten en de rapportages over verdachte vragen over zijn financiële situatie hebben doen rijzen. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf zal tevens de voorwaarde worden verbonden dat verdachte zich moet inschrijven op zijn huidige verblijfadres en dit adres vervolgens moet doorgeven aan de reclassering. Met deze voorwaarde wordt beoogd om het contact met de reclassering en daarmee de tenuitvoerlegging van de taakstraf te vergemakkelijken.
Voorlopige hechtenis
Gezien de op te leggen straf zal het geschorste bevel voorlopige hechtenis worden opgeheven.

9.BENADEELDE PARTIJEN

9.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
[benadeelde 2] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 6050,00. Dit bedrag bestaat uit materiële schade ten gevolge van het onder 1 bewezenverklaarde.
[benadeelde 3] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 35.000,00. Dit bedrag bestaat uit €20.000,00 immateriële schade en € 15.000 affectieschade ten gevolge van het onder 1 bewezenverklaarde.
[benadeelde 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2890,50. Dit bedrag bestaat uit materiële schade ten gevolge van het onder 2
bewezenverklaarde.
9.2
De standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van [benadeelde 2] en [benadeelde 1] volledig voor toewijzing vatbaar zijn. Zij heeft verzocht om de vordering van [benadeelde 3] niet-ontvankelijk te verklaren, omdat de gestelde schade niet voor vergoeding in aanmerking komt.
9.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht om de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaren in verband met de verzochte integrale vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsman het volgende aangevoerd. De vorderingen van [benadeelde 2] en [benadeelde 1] dienen niet-ontvankelijk verklaard dan wel afgewezen te worden, omdat de benadeelden door hun bank (gedeeltelijk) schadeloos zijn gesteld en niet hebben onderbouwd of zij nog resterende schade hebben. De vordering van [benadeelde 3] dient niet-ontvankelijk verklaard dan wel afgewezen te worden, omdat de immateriële schade onvoldoende onderbouwd is en de gestelde affectieschade niet voor vergoeding in aanmerking komt.
9.4
Het oordeel van de rechtbank
[benadeelde 2] en [benadeelde 1]
De rechtbank stelt vast dat de vorderingen van [benadeelde 2] en [benadeelde 1] betrekking hebben op rechtstreekse schade als gevolg van de bewezenverklaarde feiten. Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de genoemde vorderingen voldoende onderbouwd zijn. In het geval van [benadeelde 2] blijkt uit de bijlage bij de vordering duidelijk dat de totale materiële schade €15.600,00 euro bedroeg, maar een gedeelte van €9550,00 euro door de Rabobank is vergoed. De resterende schade als gevolg van het bewezenverklaarde feit bedraagt dus €6050,00 en dit bedrag komt voor vergoeding in aanmerking. In het geval van [benadeelde 1] blijkt uit de bijlage bij de vordering duidelijk dat de totale materiële schade €4991,40 euro bedroeg, maar een gedeelte van €2100,90 door de ING is vergoed. De resterende schade als gevolg van het bewezenverklaarde feit bedraagt dus €2890,50 en dit bedrag komt voor vergoeding in aanmerking.
De rechtbank zal de vordering van [benadeelde 2] ten bedrage van €6050,00 toewijzen. Dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden op dit moment begroot op nihil. In het belang van benadeelde zal als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte worden opgelegd. Dit betekent dat de rechtbank verdachte zal verplichten om het bedrag van €6050,00 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat te betalen. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 65 dagen gijzeling. Toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting van verdachte niet op.
De rechtbank zal de vordering van [benadeelde 1] ten bedrage van €2890,50 toewijzen. Dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden op dit moment begroot op nihil. In het belang van benadeelde zal als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte worden opgelegd. Dit betekent dat de rechtbank verdachte zal verplichten om het bedrag van €2890,50 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat te betalen. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 39 dagen gijzeling. Toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting van verdachte niet op.
[benadeelde 3]
Net als de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de door [benadeelde 3] verzochte schade niet voor vergoeding in aanmerking komt, nu de wettelijke grondslag voor toewijzing van immateriële schade en affectieschade bij diefstal ontbreekt. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij [benadeelde 3] niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal zij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden op dit moment begroot op nihil.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 36f, 48, 49, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair, ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 60 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht (door de rechtbank berekend op 4 dagen), bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat
van de gevangenisstraf een gedeelte van 56 dagen niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van twee jarenvast;
- stelt als
algemene voorwaardendat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
* zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres Ringbaan-West 275 te Tilburg. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden en zet zich in voor het verkrijgen van een langdurig stabiel inkomen;
* zich (voor zover hij nog niet is ingeschreven) binnen een week na het onherroepelijk worden van dit vonnis inschrijft op zijn verblijfadres en dit adres doorgeeft aan de bovengenoemde reclasseringsinstelling;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 100 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 50 dagen hechtenis;
Benadeelde [benadeelde 2]
- wijst de vordering van [benadeelde 2] toe tot een bedrag van € 6050,00,- bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2024 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat
€ 6050,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 65 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde [benadeelde 1]
- wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 2890,50 bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2024 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat
€ 2890,50 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 39 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde [benadeelde 3]
- verklaart [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Voorlopige hechtenis
- heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Dit vonnis is gewezen door mr. L.C. Michon, voorzitter, mr. E.H.M. Druijf en mr. A.E. van der Wal, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.J. Mol, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 augustus 2024.
Mr. Van der Wal is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de gewijzigde tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
Primair
hij in of omstreeks de periode van 30 mei 2022 tot en met 31 mei 2022 te Dronten, in
elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (telkens) heeft
weggenomen (een) geldbedrag(en) van ongeveer €15.600 en/of €3490,80, althans
een of meer geldbedrag(en), welk(e) geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde 2]
en/of [benadeelde 3] en/of, in ieder geval aan (een) ander(en) dan verdachte
en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) het/de weg te
nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel
van (een) valse sleutel(s), te weten onder valse voorwendselen door de
rekeninghouder(s) ingevoerde gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) en/of
inlog(gegevens) voor het inloggen op internetbankieren te gebruiken en/of het
autoriseren van (een) betaling(en) en/of autoriseren van (een) overboeking(en), in
elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan verdachte en/of zijn mededader(s)
niet gerechtigd was/waren
en/of
het/de weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, te weten door zich onder valse naam voor te doen als een
bankmedewerker en/of een familielid en/of voornoemde rekeninghouder(s) te
vertellen dat er werd getracht geld van zijn/hun rekening(en) te halen door een
onbekende en/of dat zijn/hun rekening(en) gevaar liep(en) en/of dat voornoemd
familielid geld nodig had en/of
voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot installeren van het programma
Anydesk (een remote desktop tool) en/of vervolgens
het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computers van deze
rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werden;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
Subsidiair
een of meerdere (onbekend gebleven) persoon/personen in of omstreeks de periode van
30 mei 2022 tot en met 31 mei 2022 te Dronten, in elk geval in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening (telkens) heeft weggenomen (een) geldbedrag(en) van
ongeveer €15.600 en/of €3490,80, althans een of meer geldbedrag(en), welk(e) geheel of
ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of, in ieder geval aan (een)
ander(en) dan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij een of meerdere (onbekend gebleven) persoon/personen het weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten onder valse voorwendselen door de rekeninghouder(s) ingevoerde gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) en/of inlog(gegevens) voor het inloggen op internetbankieren te gebruiken en/of het autoriseren
van (een) betaling(en) en/of autoriseren van (een) overboeking(en), in elk geval (een)
sleutel(s) tot het gebruik waarvan een of meer persoon/personen niet gerechtigd
was/waren
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 30 mei
2022 tot en met 31 mei 2022 te Dronten, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam
is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
zijn bankrekening ter beschikking te stellen voor de betalingen van die [benadeelde 2]
en/of [benadeelde 3] en/of het/de geld(en) van die [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] op zijn
bankrekening te laten storten en/of die geld(en) te pinnen;
en/of
een of meerdere (onbekend gebleven) persoon/personen in of omstreeks de periode van
30 mei 2022 tot en met 31 mei 2022 te Dronten, in elk geval in Nederland, het/de weg te
nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het
aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, te weten door zich onder
valse naam voor te doen als een bankmedewerker en/of een familielid en/of voornoemde
rekeninghouder(s) te vertellen dat er werd getracht geld van zijn/hun rekening(en) te halen
door een onbekende en/of dat zijn/hun rekening(en) gevaar liep(en) en/of dat voornoemd
familielid geld nodig had en/of
voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of vervolgens
het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computers van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werden,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 30 mei
2022 tot en met 31 mei 2022 te Dronten, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam
is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
zijn bankrekening ter beschikking te stellen voor de betalingen van die [benadeelde 2]
en/of [benadeelde 3] en/of het/de geld(en) van die [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] op zijn
bankrekening te laten storten en/of die geld(en) te pinnen.
2
Primair
hij op of omstreeks 31 mei 2022 te Dronten, in elk geval in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening (telkens) heeft weggenomen (een) geldbedrag(en)
van ongeveer €4991,40, althans een of meer geldbedrag(en), welk(e) geheel of ten
dele toebehoorde(n) aan [benadeelde 1] , in ieder geval aan (een) ander(en) dan
verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)
het/de weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van (een) valse sleutel(s), te weten onder valse voorwendselen door de
rekeninghouder(s) ingevoerde gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) en/of
inlog(gegevens) voor het inloggen op internetbankieren te gebruiken en/of het
autoriseren van (een) betaling(en) en/of autoriseren van (een) overboeking(en), in
elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan verdachte en/of zijn mededader(s)
niet gerechtigd was/waren
en/of
het/de weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, te weten door zich onder valse naam voor te doen als een familielid
van voornoemde [benadeelde 1] en/of voornoemde [benadeelde 1] te vertellen dat de telefoon
van voornoemd familielid kapot was waardoor dit familielid een ander
telefoonnummer had en/of te vertellen dat voornoemd familielid geld nodig had
en/of voornoemde [benadeelde 1] te bewegen tot het overmaken van geld;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
Subsidiair
een of meerdere (onbekend gebleven) persoon/personen op of omstreeks 31 mei 2022 te
Dronten, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (telkens) heeft
weggenomen (een) geldbedrag(en) van ongeveer €4991,40, althans een of meer
geldbedrag(en), welk(e) geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde 1] , in ieder
geval aan (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij een of meer (onbekend gebleven) persoon/personen het weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten onder valse
voorwendselen door de rekeninghouder(s) ingevoerde gebruikersna(a)m(en) en/of
wachtwoord(en) en/of inlog(gegevens) voor het inloggen op internetbankieren te
gebruiken en/of het autoriseren van (een) betaling(en) en/of autoriseren van (een) overboeking(en), in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan een of meer persoon/personen niet gerechtigd was/waren
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 31 mei 2022 te
Dronten, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door zijn bankrekening ter
beschikking te stellen voor de betaling van die [benadeelde 1] en/of het geld van die [benadeelde 1]
op zijn bankrekening te laten storten en/of dat geld te pinnen;
en/of
een of meerdere (onbekend gebleven) persoon/personen op of omstreeks 31 mei 2022 te
Dronten, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, het/de weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben
gebracht door middel van het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, te weten door zich onder valse naam voor te doen als een familielid van
voornoemde [benadeelde 1] en/of voornoemde [benadeelde 1] te vertellen dat de telefoon van
voornoemd familielid kapot was waardoor dit familielid een ander telefoonnummer had
en/of te vertellen dat voornoemd familielid geld nodig had en/of voornoemde [benadeelde 1] te
bewegen tot het overmaken van geld
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 31 mei 2022 te
Dronten, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door zijn bankrekening ter
beschikking te stellen voor de betaling van die [benadeelde 1] en/of het geld van die [benadeelde 1]
op zijn bankrekening te laten storten en/of dat geld te pinnen;
3
hij in of omstreeks de periode van 30 mei 2022 tot en met 31 mei 2022 te Dronten, in
elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening (een) geldbedrag(en), althans een of meer
geldbedrag(en), welk(e) geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde 3] , in ieder
geval aan (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte
en/of zijn mededader(s) het/de weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten onder valse
voorwendselen door de rekeninghouder(s) ingevoerde gebruikersna(a)m(en) en/of
wachtwoord(en) en/of inlog(gegevens) voor het inloggen op internetbankieren te
gebruiken en/of het autoriseren van (een) betaling(en) en/of autoriseren van (een)
overboeking(en), in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan verdachte
en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren
en/of
het/de weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, te weten door zich onder valse naam voor te doen als een
bankmedewerker en/of een familielid en/of voornoemde rekeninghouder(s) te
vertellen dat er werd getracht geld van zijn/hun rekening(en) te halen door een
onbekende en/of dat zijn/hun rekening(en) gevaar liep(en) en/of dat voornoemd
familielid geld nodig had en/of
voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot installeren van het programma
Anydesk (een remote desktop tool) en/of vervolgens
het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computers van deze
rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werden;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
4
hij in of omstreeks de periode van 30 mei 2022 tot en met 31 mei 2022 te Dronten, in
elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, opzettelijk en wederrechtelijk (telkens) in een (gedeelte van) een
geautomatiseerd werk, te weten de/het computersyste(e)m(en) van [benadeelde 2]
en/of [benadeelde 3] is/zijn binnengedrongen door het doorbreken van een beveiliging
en/of door een technische ingreep en/of met behulp van valse signalen of een valse
sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door het
bellen van die [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en zich voor te doen als
bankmedewerker en vervolgens die [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] te bewegen tot
het installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of
vervolgens het accepteren van een externe (remote) verbinding;
( art 138ab lid 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 26 oktober 2022, genummerd MD2R022114, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, genummerd p. 1 tot en met 122. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 49.
3.Pagina 50.
4.Pagina 52.
5.Pagina 62.
6.Pagina 69.
7.Pagina 70.
8.Pagina 71.
9.Pagina 112.
10.Pagina 39.
11.Pagina 40.
12.Pagina 43.