Uitspraak
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
Inleiding
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een WIA-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres, die als doktersassistente heeft gewerkt, had eerder uitkeringen ontvangen op basis van de Wet arbeid en zorg en de Ziektewet. Na een eerdere afwijzing van een WIA-aanvraag in 2021, diende zij op 3 maart 2023 opnieuw een aanvraag in, die op 16 maart 2023 door het Uwv werd afgewezen. Het Uwv stelde dat de ziekmelding van eiseres al eerder was beoordeeld en dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Eiseres maakte bezwaar, maar het Uwv handhaafde zijn besluit op 3 april 2024.
De rechtbank behandelde de zaak op 8 augustus 2024, waarbij de gemachtigde van eiseres aanwezig was, maar het Uwv niet. Na de zitting deed de rechtbank onmiddellijk uitspraak. De rechtbank oordeelde dat het Uwv zijn besluiten mocht baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen, mits deze zorgvuldig waren opgesteld. Eiseres voerde aan dat haar belastbaarheid niet correct was vastgesteld en dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar psychische en lichamelijke klachten. De rechtbank concludeerde echter dat eiseres niet voldoende bewijs had geleverd om de medische beoordeling van het Uwv te weerleggen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Eiseres kreeg geen gelijk en het griffierecht werd niet teruggegeven. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter J. Wolbrink, met griffier G.M.T.M. Sips aanwezig. Eiseres werd gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.