ECLI:NL:RBMNE:2024:4827

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 augustus 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
23.489
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging omgevingsvergunning voor uitbreiding camping nabij vliegveld Hilversum

Op 9 augustus 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Vliegveld Hilversum en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren. De rechtbank heeft het beroep van eiseres, Stichting Vliegveld Hilversum, gegrond verklaard en de omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een camping nabij het vliegveld vernietigd. Eiseres stelde dat de uitbreiding van de camping zou leiden tot een toename van geluidsoverlast en veiligheidsrisico's, wat in strijd zou zijn met een goede ruimtelijke ordening. De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende onderzoek had gedaan naar de geluidsbelasting en de veiligheid ter plaatse, en dat de verleende vergunning niet zorgvuldig was voorbereid.

De rechtbank benadrukte dat het college had moeten onderbouwen dat de uitbreiding van de camping geen negatieve gevolgen zou hebben voor het woon- en leefklimaat. De rechtbank oordeelde dat de geluidsbelasting van het nabijgelegen vliegveld niet adequaat was onderzocht, en dat de aannames van het college over de geluidsbelasting niet voldoende waren om de vergunning te rechtvaardigen. De rechtbank heeft het college opgedragen om opnieuw te beslissen op de aanvraag voor de omgevingsvergunning, waarbij het college gedegen onderzoek moet verrichten naar de geluidsbelasting en de veiligheid.

De uitspraak heeft ook gevolgen voor de verklaring van geen bedenkingen die door de gemeenteraad was afgegeven, aangezien de rechtbank oordeelde dat deze niet in stand kon blijven zonder een goede ruimtelijke onderbouwing. De rechtbank heeft bepaald dat de camping niet meer over een geldige omgevingsvergunning beschikt, waardoor het gebruik van de uitbreiding illegaal is geworden. De rechtbank heeft het college ook veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/489

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 augustus 2024 in de zaak tussen

Stichting Vliegveld Hilversum, uit Hilversum, eiseres

(gemachtigde: mr. D. Korsse),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren (het college), verweerder
(gemachtigde: mr. A. van Dekken).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
[derde-partij] VOF, uit [vestigingsplaats] (vergunninghouder)
(gemachtigden: W.J. Steman en P.M.A.H. van de Rijdt).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de omgevingsvergunning die het college heeft verleend aan vergunninghouder voor de uitbreiding van de camping [naam] aan de [adres] in [plaats] (de camping).
1.1.
Vergunninghouder is een agrarisch bedrijf (kwekerij) en exploiteert daarbij de camping. Vergunninghouder wil de camping uitbreiden vanwege de toename van het aantal gasten en reserveringsaanvragen. De oppervlakte van het kampeerterrein wordt vergroot naar 6000 m², het aantal standplaatsen wordt uitgebreid van maximaal 20 naar maximaal 40 standplaatsen en een trekkershut wordt bijgeplaatst. Ook het bestaande sanitairgebouw wordt uitgebreid.
1.2.
Met het besluit van 30 november 2022 (het bestreden besluit) heeft het college de omgevingsvergunning verleend nadat de gemeenteraad van de gemeente Wijdemeren (de gemeenteraad) een ontwerpverklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven, het college een ontwerpbesluit heeft genomen en ter inzage heeft gelegd en de raad op 22 september 2022 een verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven.
1.3.
Eiseres is exploitant van het vliegveld Hilversum (het vliegveld) dat in de omgeving van de camping ligt. Eiseres is het niet eens met de verleende omgevingsvergunning en de afgegeven verklaring van geen bedenkingen. Zij heeft daarom beroep ingesteld bij de rechtbank.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 11 juli 2024 op een zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [A] namens eiseres, bijgestaan door mr. J. Kevelam (als waarnemer van de gemachtigde), de gemachtigde van het college en de gemachtigden van vergunninghouder.

Overwegingen

Het geschil
2. In geschil is of de omgevingsvergunning voor de uitbreiding van de camping in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Dat spitst zich toe op de vraag of het college in de omgevingsvergunning heeft onderbouwd dat ter plaatse van de uitbreiding van de camping een goed woon- en leefklimaat zal zijn. Volgens het college en vergunninghouder zal dat het geval zijn, volgens eiseres niet. Zij meent dat het college onvoldoende heeft onderzocht of de geluidsbelasting door de vliegtuigen en de veiligheidsrisico’s voor de camping aanvaardbaar zijn.
Wabo blijft van toepassing
3. Op 1 januari 2024 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ingetrokken en is de Omgevingswet in werking getreden. Omdat voor die datum de aanvraag voor de omgevingsvergunning is ingediend, is in deze zaak de Wabo met de onderliggende regelingen nog van toepassing. [1]
Toetsingskader
4. Tussen partijen is niet in geschil dat het plan in strijd is met het geldende bestemmingsplan ‘ [plaats] landelijk gebied noordoost 2012’, omdat het maximale aantal van 20 kampeermiddelen en de maximaal toegestane oppervlakte van 2000 m² wordt overschreden.
5. Het college kan voor het gebruik van gronden in afwijking van het bestemmingsplan de omgevingsvergunning verlenen wanneer uit een goede ruimtelijke onderbouwing is gebleken dat het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen (hierna: vvgb) afgegeven heeft. [2]
6. Het college heeft bij zijn besluitvorming over aanvragen die in strijd zijn met het bestemmingsplan beleidsruimte. Als het college van mening is dat de activiteit waarvoor een omgevingsvergunning wordt aangevraagd in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, kan hij ervoor kiezen om zijn bevoegdheid tot afwijking van het bestemmingsplan te gebruiken. De rechtbank toetst of het college met de motivering van zijn besluit bij een afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het besluit onevenredig zijn in verhouding tot de met de verlening van de omgevingsvergunning te dienen doelen.
7. Op grond van vaste rechtspraak [3] wordt de inhoud van het besluit van de gemeenteraad over de afgifte van de vvgb in het besluit omtrent de omgevingsvergunning verwerkt. De rechtmatigheid van het besluit over de vvgb van 22 september 2022 wordt getoetst in het kader van het beroep tegen het bestreden besluit.
Standpunten van partijen
8. Eiseres voert aan dat het vliegverkeer van en naar het op korte afstand van de camping gelegen vliegveld gevolgen heeft voor de geluidsbelasting en de veiligheid ter plaatse van de uitbreiding van de camping en daarom ter plaatse van de uitbreidingslocatie geen sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Zij vreest dat de uitbreiding tot een toename van overlast en klachten leidt en dat de exploitatie van het vliegveld onder druk zal komen te staan. Vergunninghouder heeft ook zelf in gerechtelijke procedures aangegeven hinder te ondervinden van het vliegverkeer en zorgen te hebben over de veiligheid. Om te beoordelen of sprake is van een goed woon- en leefklimaat had het college (bijvoorbeeld akoestisch) onderzoek moeten verrichten. Het college had ook de gevolgen voor de veiligheid moeten onderzoeken. Omdat het college dit heeft nagelaten is het bestreden besluit niet zorgvuldig voorbereid en onvoldoende gemotiveerd.
9. Het college stelt zich op het standpunt dat de uitbreiding van de camping niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en wijst daarbij op de ruimtelijke onderbouwing van 29 april 2022. Voor wat betreft het aspect geluid staat daarin dat een camping geen geluidgevoelig object is in de zin van de Wet geluidhinder en dat de geluidsbelasting op het kampeerterrein hoogstwaarschijnlijk relatief laag is, gezien de afstand tot de [straat] en het feit dat de bestaande bebouwing een afschermende werking heeft. Er is daarom sprake van een goed woon- en leefklimaat wat betreft geluid. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling. In het verweerschrift en de brief van 9 april 2024 heeft het college toegevoegd dat sprake is van een klein vliegveld met een beperkt aantal vliegbewegingen die alleen overdag plaatsvinden. Verder is het kampeerseizoen maar enkele maanden per jaar en is sprake van kortdurende verblijven. De camping ligt buiten de plaatsgebonden risicocontouren [nummer 1] en [nummer 2] . Die vormen daarom geen beperking voor het uitbreiden van de camping.
Beoordeling door de rechtbank
10. De rechtbank oordeelt dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd dat als gevolg van vliegbewegingen van en naar het vliegveld ter plaatse van de uitbreidingslocatie sprake is van een goede ruimtelijke ordening. De rechtbank legt dat hierna uit.
11. Het staat niet ter discussie dat de camping wordt omsloten door de circuits van het vliegveld (deze worden gebruikt door vertrekkende en aankomende vliegtuigen) en dat er hierdoor gevolgen kunnen zijn voor de geluidsbelasting en de veiligheid ter plaatse. Gelet hierop kan het college niet volstaan met de aanname dat de geluidsbelasting op het kampeerterrein relatief laag zal zijn, maar had hier onderzoek naar moeten doen. Alleen dan kan worden beoordeeld of sprake is van een aanvaardbare geluidsbelasting op de uitbreidingslocatie. Dat een camping geen geluidgevoelig object is maakt dat niet anders. Uit rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) volgt dat een camping in het kader van een goede ruimtelijke ordening moet worden beschermd tegen geluidhinder, omdat hier regelmatig mensen verblijven en blootstelling aan geluid kan leiden tot hinder. [4] Eiseres heeft hier terecht op gewezen. Ook betekent het feit dat de uitbreiding van de camping buiten de risicocontouren van het Luchthavenbesluit ligt niet zonder meer dat de uitbreiding in dit opzicht past binnen een goede ruimtelijke ordening. Ook hiervoor is het noodzakelijk dat deugdelijk onderzoek plaatsvindt naar de gevolgen van de activiteit. Het college heeft dit ten onrechte niet gedaan.
Het bestreden besluit is gebrekkig tot stand gekomen, omdat het onzorgvuldig is voorbereid en onvoldoende is gemotiveerd. [5]

Gevolgen van deze uitspraak

12. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond en vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen aanleiding om een bestuurlijke lus toe te passen en kan ook niet zelf in de zaak voorzien. Reden hiervoor is dat het college onderzoek naar de geluidsbelasting en de veiligheid op de uitbreidingslocatie moet (laten) verrichten en onduidelijk is wat de uitkomst van dat onderzoek zal zijn. Op basis van de resultaten van dat onderzoek zal het college een nieuwe afweging moeten maken of sprake is van een goed woon- en leefklimaat op de uitbreidingslocatie. Als de conclusie is dat geen sprake is van een goed woon- en leefklimaat moet het college de omgevingsvergunning weigeren. Als volgens het college wel sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat moet het college in de omgevingsvergunning uitleggen waarom dat het geval is. Het college zal dus worden opgedragen opnieuw op de aanvraag omgevingsvergunning te beslissen met inachtneming van deze uitspraak.
13. Deze uitspraak heeft ook gevolgen voor de vvgb die de gemeenteraad op 22 september 2022 heeft afgegeven. Omdat niet vast is komen te staan dat de uitbreiding van de camping in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, had de gemeenteraad de vvgb niet mogen afgeven. De rechtbank kan de vvgb niet vernietigen omdat hier geen beroep tegen open staat, dus de vvgb blijft in stand. Wel moet de gemeenteraad de vvgb heroverwegen bij het nieuwe besluit. Dat wil zeggen: als het college, nadat hij onderzoek heeft gedaan naar de geluidsbelasting en de veiligheid ter plaatse, voornemens is de omgevingsvergunning te verlenen, moet de gemeenteraad afwegen of hij de vvgb in stand laat of intrekt.
14. Verder is op de aanvraag de uitgebreide voorbereidingsprocedure uit de Wabo van toepassing. De rechtbank zal bepalen dat het college die procedure voor het nieuwe besluit niet opnieuw hoeft te doorlopen. Dat betekent dat het college niet opnieuw een ontwerpbesluit ter inzage hoeft te leggen en dat geen gelegenheid hoeft te worden geboden om zienswijzen naar voren te brengen. De gemeenteraad hoeft geen ontwerp vvgb ter inzage te leggen.
15. Voor de camping betekent deze uitspraak dat zij niet meer over een omgevingsvergunning voor de uitbreiding beschikt. Omdat de camping al gebruik maakt van de omgevingsvergunning en de uitbreidingslocatie heeft gerealiseerd, is dit vanaf nu illegaal.

Griffierecht en proceskosten

16. Omdat het beroep gegrond is, moet het college het door eiseres betaalde griffierecht vergoeden. Ook veroordeelt de rechtbank het college in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.750,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het bijwonen van de zitting met een waarde per punt van € 875,-, met een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt het college op een nieuw besluit te nemen op de aanvraag omgevingsvergunning met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat bij het voorbereiden van dit besluit de bepalingen van paragraaf 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht buiten toepassing blijven;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 365,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.750,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van mr. G.M.T.M. Sips, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 9 augustus 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dat volgt uit het overgangsrecht van artikel 4.3 van de Invoeringswet Omgevingswet.
2.Artikel 2.12, eerste lid, aanhef a en onder 3º, artikel 2.20a, en artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo en artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht (Bor).
3.Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 9 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1212.
4.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 29 januari 2014, ECLI:NL:2014:216.
5.Dit is in strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht.