ECLI:NL:RBMNE:2024:4811
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot terugbetaling van huurtermijnen en schadevergoeding wegens oneerlijke handelspraktijk
In deze zaak vorderde eiser, vertegenwoordigd door mr. P.K. Singh, van gedaagde, vertegenwoordigd door mr. P.F.M. Broos, terugbetaling van huurtermijnen en schadevergoeding. Eiser had van oktober 2020 tot en met december 2022 een kamer gehuurd van de overleden verhuurder, die zonder de vereiste omzettingsvergunning kamers verhuurde aan vijf personen. Eiser stelde dat hij niet was geïnformeerd over het ontbreken van deze vergunning, wat volgens hem een oneerlijke handelspraktijk vormde. De kantonrechter oordeelde dat de verhuurder als handelaar moest worden aangemerkt en dat de bepalingen over oneerlijke handelspraktijken van toepassing waren. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst rechtsgeldig was vernietigd en dat eiser recht had op terugbetaling van onverschuldigd betaalde huur. De kantonrechter kende eiser een bedrag van € 3.196,00 toe, vermeerderd met wettelijke rente, en wees de vordering tot schadevergoeding van € 1.000,00 af wegens gebrek aan onderbouwing. Daarnaast werden administratiekosten van € 25,00 toegewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.