ECLI:NL:RBMNE:2024:4801
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke voorlopige voorziening
Op 6 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. De verzoeker had een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, maar trok dit verzoek in omdat de Minister gedeeltelijk tegemoet was gekomen aan zijn verzoek. De voorzieningenrechter beoordeelde het verzoek van de verzoeker om vergoeding van de proceskosten, dat was ingediend bij de intrekking van het verzoek. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van kosten die de verzoeker redelijkerwijs had moeten maken, aangezien de Minister al had aangegeven dat de persoonsgegevens in het rapport niet openbaar zouden worden gemaakt. De voorzieningenrechter concludeerde dat het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening niet nodig was geweest, omdat de verzoeker eenvoudigweg een e-mail had kunnen sturen om de naam onleesbaar te maken. De voorzieningenrechter wees het verzoek om vergoeding van de proceskosten af, omdat de verzoeker niet had aangetoond dat hij kosten had gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.