ECLI:NL:RBMNE:2024:4762
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening
In deze zaak heeft eiser op 10 april 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, dat op 22 februari 2024 was genomen. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 31 juli 2024 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift te laat is ingediend, aangezien het besluit op 26 februari 2024 bekend is gemaakt en het beroepschrift uiterlijk op 8 april 2024 ontvangen had moeten zijn. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat het niet nodig was; de zaak kon niet inhoudelijk worden behandeld vanwege de te late indiening.
Eiser heeft aangevoerd dat zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder een fulltime baan en de zorg voor zijn moeder, de reden waren voor de late indiening. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze omstandigheden geen geldige redenen vormen om de termijn voor het indienen van het beroep te verlengen. De termijn voor het indienen van een beroepschrift is een fatale termijn, wat betekent dat deze niet kan worden gewijzigd. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, zonder inhoudelijke behandeling van de zaak. Er is geen recht op vergoeding van proceskosten, aangezien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard.