ECLI:NL:RBMNE:2024:4744

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 augustus 2024
Publicatiedatum
5 augustus 2024
Zaaknummer
16/067221-24 en 21.005296.19
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis van de rechtbank over poging tot inbraak en voltooide inbraken met strafoplegging

Op 5 augustus 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1999, die zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot inbraak en twee voltooide inbraken. De zaak werd behandeld door de meervoudige kamer voor strafzaken in Utrecht. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een ander een poging heeft gedaan om in te breken in een woning in [plaats 2] op 25 februari 2024, en dat hij op 28 oktober 2023 inbraken heeft gepleegd in woningen in [plaats 3] en [plaats 4]. De officier van justitie had om een veroordeling gevraagd, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de bewezenverklaring van de feiten, onder andere door forensisch bewijs en getuigenverklaringen. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf toegewezen, omdat de verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan strafbare feiten. De rechtbank heeft de teruggave van in beslag genomen goederen aan de rechthebbenden gelast, terwijl andere goederen aan de verdachte zijn teruggegeven. De uitspraak is gedaan in het belang van de slachtoffers, die door de inbraken emotionele en materiële schade hebben geleden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Parketnummers: 16/067221-24 en 21/005296-19 (vord. TUL) (P)
Datum uitspraak: 5 augustus 2024
Zittingsplaats: Utrecht
Vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] te [plaats 1] ,
gedetineerd in de P.I. [verblijfplaats] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zittingen van
10 juni 2024 (pro forma) en 22 juli 2024 (inhoudelijk).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. D.E. Hooydonk en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. E.D. van Elst, advocaat te Veenendaal, naar voren hebben gebracht.
Kern van dit vonnis
In deze zaak staat de vraag centraal of verdachte zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan een poging inbraak en twee voltooide inbraken, dan wel heling van sieraden, parfumflessen en een geldbedrag. De officier van justitie heeft gevraagd om verdachte te veroordelen voor een poging inbraak en twee voltooide inbraken. De raadsvrouw heeft verzocht om verdachte integraal vrij te spreken bij gebrek aan voldoende wettig en overtuigend bewijs.
De rechtbank veroordeelt verdachte zowel voor de poging inbraak in vereniging als voor de twee voltooide inbraken in vereniging tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Aan het voorwaardelijke deel van deze straf worden algemene en bijzondere voorwaarden (een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling, dagbesteding en het geven van openheid over zijn sociale netwerk) verbonden. De proeftijd wordt vastgesteld op 3 jaren. Daarnaast wordt de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder voorwaardelijk opgelegde straf bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 januari 2021, een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden, toegewezen. Ten aanzien van het beslag heeft de rechtbank besloten dat de gestolen sieraden en het gestolen geldbedrag terug gaan naar de rechthebbende en het overige inbeslaggenomen geld, de handschoenen en de balaclava terug gaan naar verdachte.
Leeswijzer van dit vonnis
In hoofdstuk 1 van dit vonnis is weergegeven waarvan verdachte wordt beschuldigd, zoals deze is opgenomen in de tenlastelegging.
In hoofdstuk 2 van dit vonnis wordt uitgelegd welke onderdelen van de beschuldiging bewezen verklaard worden. Het overzicht van de bewijsmiddelen staat ook in dit hoofdstuk.
In hoofdstuk 3 wordt beschreven voor welke feiten de verdachte wordt veroordeeld. De onderdelen waarvan verdachte wordt vrijgesproken, zijn weggestreept in de tenlastelegging.
In hoofdstuk 4 staat beschreven dat de bewezenverklaarde feiten volgens de wet verboden gedragingen zijn waar straf op staat. In dit hoofdstuk staat hoe die gedragingen in de wet worden genoemd. Ook wordt de strafbaarheid van de feiten besproken.
In hoofdstuk 5 wordt de strafbaarheid van de verdachte besproken.
In hoofdstuk 6 van dit vonnis staat de straf vermeldt die de rechtbank aan verdachte oplegt. Hierin staan ook de overwegingen van de rechtbank die tot deze straf hebben geleid.
In hoofdstuk 7 staan de beslissingen over de inbeslaggenomen goederen.
In hoofdstuk 8 staat de beslissing over de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder voorwaardelijk opgelegde straf.
In hoofdstuk 9 worden de wettelijke artikelen genoemd waarop de beslissing van de rechtbank is gebaseerd.
In hoofdstuk 10 staan alle beslissingen die de rechtbank neemt en de ondertekening door de rechters en de griffier.

1.De verdenking in de tenlastelegging

De verdenkingen komen, kort en feitelijk weergegeven, neer op het volgende:
feit 1
dat verdachte op 25 februari 2024 te [plaats 2] samen met een ander een poging heeft gedaan om door middel van braak en inklimming het besloten erf en de woning te betreden van [aangever 1] ( [adres 2] ) om goederen weg te nemen, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
feit 2
primair
dat verdachte in de periode van 27 oktober 2023 tot en met 29 oktober 2023 in [plaats 3] samen met een ander door middel van braak en inklimming het besloten erf en de woning van [aangever 2] ( [adres 3] ) betrad en meerdere sieraden heeft weggenomen;
subsidiair
dat verdachte in de periode van 27 oktober 2023 tot en met 29 oktober 2023 in Veenendaal en/of Groesbeek samen met een ander opzettelijk sieraden heeft geheeld;
feit 3
primair
dat verdachte op 28 oktober 2023 in [plaats 4] samen met een ander door middel van braak en inklimming het besloten erf en de woning van [aangever 3] ( [adres 4] ) betrad en een geldbedrag, parfumflesjes en sieraden heeft weggenomen;
subsidiair
dat verdachte op 28 oktober 2023 in Veenendaal en/of Ven-Zelderheide samen met een ander opzettelijk een geldbedrag, parfumflesjes en sieraden heeft geheeld.

2.Waardering van het bewijs

2.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de onder feit 1 ten laste gelegde poging woninginbraak alsmede de onder feit 2 primair en feit 3 primair ten laste gelegde voltooide woninginbraken wettig en overtuigend te bewijzen.
2.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw vraagt om verdachte integraal vrij te spreken van alle ten laste gelegde feiten.
2.3
Het oordeel van de rechtbank
De feiten
De rechtbank stelt op basis van de stukken in het dossier de volgende feiten en omstandigheden vast.
Inbraken 27 en 28 oktober (feiten 2 en 3)
Op 28 oktober 2023 omstreeks 23.45 uur ziet de politie een Kia Ceed op de parkeerplaats staan aan het [straat 1] in Veenendaal. Het valt de verbalisanten op dat veel beweging te zien is in het voertuig. De politie herkent de bijrijder als [medeverdachte] . Omdat deze persoon nog een straf moet uitzitten, rijdt de politie de parkeerplaats op. [medeverdachte] gaat op dat moment de auto uit en rent weg. Bij zijn aanhouding en insluitingsfouillering treft de politie sieraden, geldbiljetten en handschoenen aan. Enkele van deze sieraden en geldbiljetten blijken te zijn weggenomen bij de inbraken in Ven-Zelderheide en Groesbeek en worden herkend door de aangevers. De politie controleert na de aanhouding van [medeverdachte] de Kia Ceed, waarin zij verdachte als bestuurder aantreffen. Verdachte blijkt de (enige) huurder te zijn van de auto. In de auto treft de politie vervolgens handschoenen, telefoons, geld, een bivakmuts, sieraden, parfumflesjes en schroevendraaiers aan. Een deel van deze sieraden, de parfumflesjes en het geld blijken gestolen te zijn en worden herkend door de aangevers. Een van de telefoons die wordt aangetroffen in de auto is een roze Apple Iphone. Uit onderzoek blijkt dat deze telefoon is gebruikt om te navigeren naar verschillende (inbraak)locaties, waaronder naar Ven-Zelderheide en Groesbeek. De zwarte Iphone van verdachte bleek zich regelmatig te bevinden op dezelfde locaties op dezelfde tijdstippen als de roze Iphone. Verder maakte de Iphone van verdachte in de periode dat de inbraken zijn gepleegd ook op verschillende momenten contact met de Kia Ceed.
Poging inbraak 25 februari 2024 (feit 1)
Op 25 februari 2024 om 19.40 uur krijgen verbalisanten de opdracht om naar [adres 2] te [plaats 2] te gaan wegens een poging woninginbraak. De buurman, tevens melder, verklaarde dat hij bij aangever, zijn buurman en diens echtgenote, de buitenlamp van de achtertuin aan had gedaan die avond, omdat hij hun huis in de gaten houdt als zij weg zijn. Om 19.30 uur zag de buurman echter dat de lamp uit was en dat er twee mannen in de tuin van zijn buren liepen. Toen deze personen hem zagen, renden ze weg en sprongen achter in de tuin over een hek. Verder zag de buurman dat er een ladder tegen de achtergevel van het huis van zijn buren stond en dat het tuinhuisje open stond. Nadat de politie ter plaatse is gekomen wordt ook een politiehelikopter ingezet om de omgeving te doorzoeken. De helikopter krijgt verdachte in beeld en ziet dat verdachte uit de richting van genoemde woning, door de weilanden rent. Collega’s worden naar de plek gedirigeerd waar verdachte zou zitten. Om 19.45 uur treft de politie verdachte aan in de bosschages, gelegen in de weilanden. Verdachte draagt op dat moment een zwarte hoody, een zwarte trainingsbroek en géén schoenen.
Door de bewoner is aangifte gedaan van de poging woninginbraak. In de aangifte heeft hij vermeld dat er schade is ontstaan aan de deur(post) van de bijkeuken en op de eerste verdieping bij een raam van de werk-/slaapkamer en de badkamer. Later wordt een handschoen aangetroffen in de tuin van de buurman van verdachte (eveneens de getuige/melder). Uit forensisch onderzoek komt naar voren dat aan de binnenzijde van de handschoen een DNA-mengprofiel wordt aangetroffen. Het forensisch instituut van Maastricht deed onderzoek naar dit mengprofiel en concludeert dat het aantreffen van dit DNA-mengprofiel extreem veel waarschijnlijker is als het DNA van verdachte onderdeel is van het mengprofiel, dan wanneer dat niet het geval is. Verder wordt er een schroevendraaier gevonden in de omgeving, namelijk in de achtertuin van de [adres 5] te [plaats 2] . Uit werktuigsporenonderzoek blijkt dat de afgevormde werktuigsporen van het badkamerraam zeer waarschijnlijk zijn veroorzaakt door deze schroevendraaier. Verder wordt er bij het hek tussen de [straat 2] en de [straat 3] een groen vest, een handschoen en een bivakmuts gevonden.
Bewezenverklaring feit 1, feit 2 (primair) en feit 3 (primair)
De rechtbank vindt op basis van onderstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander een poging woninginbraak en twee woninginbraken heeft gepleegd.
Nu verdachte ontkent de feiten te hebben gepleegd en de raadsvrouw een integrale vrijspraak voor alle feiten heeft bepleit, zal de rechtbank de bewijsmiddelen van deze feiten uitschrijven. In de bewijsoverwegingen zal de rechtbank reageren op de verweren die door de raadsvrouw zijn aangevoerd.
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank heeft voor de bewezenverklaring de volgende wettige bewijsmiddelen gebruikt: [1]
T.a.v. feit 1 (poging inbraak d.d. 25 februari 2024):
De aangever heeft – zakelijk weergegeven- het volgende verklaard:
Ik doe aangifte van poging woninginbraak op 25 februari 2024 aan mijn woning, gelegen aan [adres 2] te [plaats 2] . Bij thuiskomst die dag zagen wij dat er schade was aan de deur en deurpost van de bijkeuken en bij het raam van de werk-/slaapkamer op de eerste verdieping. [2]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende opgeschreven:
Ik heb forensisch onderzoek gedaan op de locatie [adres 2] te [plaats 2] . Ik zag in het hout van het kozijn van de achterdeur in de bijkeuken een beschadiging. Ik zag in het kozijn van het badkamerraam meerdere afdrukken van werktuigen. Ik zag ook dat het kozijn van het raam naast het badkamerraam beschadigd was. [3]
Een getuige heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Omstreeks 19.30 uur zag ik dat de buitenlamp in de achtertuin van [adres 2] te [plaats 2] uit was. In de tuin van de buren zag ik dat er twee mannen liepen in donkere kleding. Zij waren ongeveer 1.80 meter groot. Ik zag dat er een ladder tegen de achtergevel stond. [4]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Een politiehelikopter, welke vanuit de lucht een onderzoek naar de vluchtende
verdachten instelde, had een verdachte in beeld, die uit de richting van [adres 2] , door de weilanden rende. Politiecollega's op de grond werden naar de
locatie van deze verdachte gedirigeerd. [5]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven- het volgende verklaard:
De beelden waren afkomstig van de politiehelikopter. Het incident heeft plaats gevonden op 25 februari 2024 [6]
19:42 uur: Ik zie dat in de verte een persoon vanaf links naar de rechterkant van het beeld rent.
19:44 uur: Ik zie dat dezelfde persoon als hierboven genoemd heel ver de weilanden in rent. Ik zie dat de persoon blijft rennen [7] . Ik zie dat de persoon wat pakt. Ik heb het vermoeden dat de persoon een telefoon vast heeft en belt of contact heeft met een ander. Dit vermoeden heb ik omdat ik zie op de beelden dat de persoon de telefoon afwisseld van aan zijn mond houden en dan weer aan zijn hoor te houden
19:48 uur: Ik zie dat de persoon uiteindelijk zich schuil houdt in een grote omgeving met bomen [8] .
Verbalisanten hebben – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Op zondag 25 februari 2024 hoorden wij van de politiehelikopter waar verdachte zich in de weilanden zou bevinden. Omstreeks 19.45 uur werd verdachte aangetroffen in de
bosschages, gelegen in de weilanden. Ik zag dat verdachte een zwarte hoody droeg en
een zwarte trainingsbroek. Verder zag ik dat verdachte geen schoenen droeg. [9]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Samen met betrokkene [betrokkene] ben ik naar de achterzijde van zijn tuin gelopen [adres 6] ). Ik zag een handschoen liggen langs het zandpad achter in de tuin. Dit zandpad loopt tussen [adres 5] en [adres 7] richting een weiland.
Goednummer: PL0900-2024060674-3305724
Object: Handschoen. [10]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Goednummer: PL0900-2024060674-3305724
SIN: AAQD4788NL
Ik zag dat het een zwarte, stoffen handschoen betrof. Ik zag dat de buitenzijde bij aanleveren de oorspronkelijke binnenzijde betrof. [11]
Spoornummer: PL0900-2024060674-203450
SIN: AARK5977NL
Relatie SIN: AAQD4788NL
Spoortype: Biologisch
Spooromschrijving: Epitheel. [12]
Uit een forensisch DNA-onderzoek blijkt -zakelijk weergegeven – het volgende:
Bemonstering: AAQD4788NL
DNA-profiel: DNA-mengprofiel afkomstig van minimaal vier donoren van wie zeker één man.
Mogelijke donor van DNA: verdachte [verdachte] . [13]
De resultaten van het onderzoek zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 (de bemonstering bevat DNA van verdachte [verdachte] en drie onbekende personen) dan wanner hypothese 2 (de bemonstering bevat DNA van vier onbekende personen) juist is. [14]
T.a.v. feit 2 en 3 (inbraken d.d. 28 oktober 2023):
De aangever (woning Groesbeek) heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Op zondag 29 oktober rond 11.00 uur werd ik gebeld door de achterbuurman van mijn
moeder. Ik hoorde hem zeggen dat het rolluik aan de achterkant van de woning van mijn
moeder aan de boven kant kapot was en dat het raam kapot was. Ik ben gaan kijken bij de woning en ik zag daar dat het raam boven kapot was en daar het rolluik voor de helft weg was. [15] Het halve rolluik lag gedemonteerd op het dak. [16] Ik ben via de achterkant de woning binnen gegaan en ik zag daar boven een enorme rommel. Ik zag dat ze alle kasten en bakjes open hadden gehad om te kijken. Ook zag ik dat in het raam van de grote slaapkamer een groot gat zat. [17]
De aangever (woning Ven-Zelderheide) heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Op zaterdagavond 28 oktober was ik niet thuis. Ik kwam om 01.20 uur in mijn woning. Ik zag dat de voordeur open stond en erg beschadigd was. In de woonkamer stonden van de kasten de deuren en de lades open. Ik zag dat uit de lades van de eethoek een potje met losgeld was weggehaald. Hier zat ongeveer € 15,00 aan losgeld in. Ik zag dat men uit een van de nachtkastjes zes briefjes van € 50,00 had weggenomen.
Uit de badkamer zijn er ongeveer vijf stuks aangebroken parfumflessen weggenomen. [18] Uit de kast op de overloop zijn een zilveren armband, drie gouden armbanden en vijf zilveren ringen weggenomen. [19]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard
Op 28 oktober 2023 zag ik omstreeks 23.45 uur een grijze Kia Ceed op de parkeerplaats van de rode flat aan het [straat 1] . Ik zag dat de bestuurder en de bijrijder druk bezig waren in het voertuig. Ik zag veel beweging. De bijrijder herkende ik als [medeverdachte] . Toen ik in de richting van de Kia Ceed reed, begon [medeverdachte] te rennen. Direct toen [medeverdachte] op de grond lag, zag ik dat er allemaal zilveren en gouden sieraden op de grond lagen. [20]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Op zondag 29 oktober omstreeks 00.06 uur reed ik naar de grijze Kia Ceed. De bestuurder betrof [verdachte] . Ik trof in de middenconsole van de auto drie mobiele telefoons en kleingeld aan. Ik trof in het handschoenenvakje vier parfumflesjes aan. Op de vloer aan de bijrijderskant trof ik een wit plastic tasje met daarin etensresten en sieraden aan. [21]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
In het dashboardkastje van de Kia Ceed, kenteken [kenteken] werd een verhuurcontract aangetroffen. Op het verhuurcontract was te zien dat de personenauto was verhuurd aan [verdachte] . Deze naam was ook te lezen als bestuurder op het contract. Ik zag in het RDW dat het rijbewijs met het nummer [rijbewijsnummer] op naam staat van verdachte [verdachte] . Op het huurcontract was te lezen dat de huurperiode van 20-10-2023 om 14.30 uur tot 30-10-2023 om 14.30 uur was. [22]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
De aangever van de woninginbraak op de [adres 3] in [plaats 3] herkende enkele van de onder [medeverdachte] en [verdachte] in beslag genomen sieraden als sieraden van zijn moeder. [23]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
De aangeefster van de woninginbraak op de [adres 4] herkende enkele van de onder [medeverdachte] en [verdachte] in beslag genomen sieraden als haar eigen sieraden. Zij ondersteunt dit voor enkele sieraden met foto’s. [24]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
De aangeefster van de woninginbraak op de [adres 4] herkende de flesjes parfum, die waren aangetroffen in de auto van verdachte, als de flesjes parfum die waren weggenomen bij de inbraak. [25]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
De roze Iphone die is gevonden in het middenconsole van de auto en de Iphone van verdachte bevinden zich continu op dezelfde locaties. Op 28 oktober 2023 om 20.00 uur bevindt de roze Iphone zich in Groesbeek, in de omgeving van de [straat 4] . De telefoon verplaatst zich vervolgens enige tijd in deze omgeving. Op 28 oktober 2023 om 20:44 uur vertrekt de telefoon vanaf de [straat 4] in Groesbeek in noordelijke richting. De telefoon gaat naar Milsbeek. Rond 21:00 uur bevindt de telefoon zich in de omgeving van de [straat 5] en de [straat 6] . In de politiesystemen zag ik een registratie van een verdachte situatie op deze dag, in Milsbeek, op de [straat 6] . De melder deed om 21.27 uur de melding dat hij twee jongens had gezien in de steeg tussen nummer [nummer 1] en [nummer 2] . Deze jongens waren donker gekleed. Eén van de jongens had donkere handschoenen aan. Beiden waren licht getint, ongeveer 1,75 meter lang met een slank postuur. Eén van de jongens had een licht baardje en de andere jongen had lichte strepen op zijn broek ter hoogte van de broekzak. Ik bekeek hierop de foto's van de verdachten [medeverdachte] en [verdachte] die gemaakt zijn voor de insluiting van de beide verdachten na hun aanhouding. Ik herkende de beide verdachten in de omschrijving. [26]
Om 21.23 uur komt de telefoon in Ven-Zelderheide. De telefoon verplaatst zich naar de [straat 7] . Daar komt de telefoon om 21.26 uur aan. Daarna verplaatst de auto zich en komt om 21.33 uur weer op de [straat 7] .
Ik bekeek de gegevens van de zwarte iPhone van [verdachte] rond het tijdstip van
de inbraken in Groesbeek en Ven-Zelderheide. Op 28 oktober 2023 om 22.47 uur stuurt ' [accountnaam 1] ' de tekst "Hallo" en om 22.53 uur "Waarom reageer je niet". [verdachte] reageert met een foto. Op de foto is het dashboard van een auto zichtbaar. Ik vergeleek dit dashboard met plaatjes van dashboards van de Kia Ceed uit 2022, hetzelfde model als de Kia waarin [verdachte] zat voordat hij werd aangehouden. Ik zag dat dit dashboard geheel overeenkwam. Hierop heb ik onderzoek gedaan naar de locatie van deze foto om zo vast te stellen waar [verdachte] op dat moment was. Ik heb hiervoor de laatste locatiegegevens van de roze iPhone bekeken. Ik zag dat het laatst bekende punt van deze telefoon op die dag en avond om 22.43 uur was vastgelegd op de N271, vlak voor de A73. Ik zag dat de boordsnelheidsmeter op de foto 133 km/u aangaf. Ik zag dat de foto gemaakt en verzonden was om 22.53 uur, tien minuten na de laatst bekende locatie van de roze iPhone. Wanneer 10 minuten met een snelheid van 133 km/u wordt gereden, wordt een afstand van ongeveer 22 kilometer afgelegd. Uitgaande van een route vanaf de N271, over de A73, in de richting van Veenendaal, met een snelheid van 133 km/u betekent dat dat de locatie van [verdachte] op het moment van de foto ongeveer op de A50 ter hoogte van knooppunt Valburg zou zijn. [27] Hierop heb ik die locatie bekeken op Google Maps. Met behulp van Google Streetview heb ik de wegsituatie ter plaatse bekeken. Ik zag dat de weginrichting overeenkwam met wat zichtbaar is op de foto van [verdachte] .
Ik zag in de vastgelegde gegevens van de zwarte iPhone van [verdachte] dat er een chatgesprek heeft plaatsgevonden via Snapchat tussen 28 oktober 2023 om 23.05 uur en 29 oktober 2023 00.16 uur. Dit is kort voor de aanhouding van [medeverdachte] en [verdachte] . Zoals te lezen in onder andere het proces-verbaal onder volgnummer 14 was [A] ook aanwezig op de locatie van de aanhouding. Ik zag dat een account met de naam ' [accountnaam 2] ' berichten naar [verdachte] stuurde met de tekst: "Zat niet mee" en "Dese auto is heet" en "We hebben spullen weg gegooid". Aangezien [A] op dat moment bij de auto stond waarin [verdachte] zat, vermoed ik dat ' [accountnaam 2] ' [A] betreft.
Ik zag dat [verdachte] reageerde met: "mattie je had weg moeten rijden" en "je
hebt me in kkr situatie gezet nu man". Ik zag dat [A] reageerde met: " [bijnaam] rij weg" en "Gooi die shit weg". [28]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik zag dat de zwarte iPhone van [verdachte] op 28 oktober 2023 om 20.34 uur uitgezet wordt. Dit is vlak voor het moment waarop de roze iPhone in de buurt van de inbraaklocaties in Groesbeek en Ven-Zelderheide komt. Ik zag dat de zwarte iPhone weer aanging toen de roze iPhone weg ging van de inbraaklocatie. [29]
19:24 De roze iPhone verplaatst zich over de [straat 4] in Groesbeek.
20:34 Telefoon van [verdachte] gaat uit.
20:44 De roze iPhone verplaatst zich weer over de [straat 4] in Groesbeek.
20:49 De roze iPhone verplaatst zich over de [straat 8] in zuidelijke richting van Milsbeek.
21:08 De roze iPhone peilt uit op de [straat 6] in Milsbeek.
21:12 De roze iPhone verlaat Milsbeek in zuidelijke richting over de N271.
21:16 De roze iPhone verplaatst zich door Ottersum en gaat de N291 op in de richting van Ven-Zelderheide.
21:25 De roze iPhone is in Ven-Zelderheide in de omgeving van de [straat 7] .
21:47 De roze iPhone is weer of nog steeds in de omgeving van de [straat 7] .
22:26 De roze iPhone verlaat Ven-Zelderheide over de [straat 9] in oostelijke richting.
22:34 Via een omweg noordelijk van Ven-Zelderheide gaat de roze iPhone bij Milsbeek de N271 op in noordelijke richting.
22:42 Roze iPhone gaat op de vliegtuigstand.
22:43 Laatst bekende locatie van de roze iPhone op de N271 vlak voor de A73.
22:43 Telefoon van [verdachte] weer aan.
22:43 Telefoon van [verdachte] maakt contact met Kia
22:46 Telefoon van [verdachte] krijgt een bericht van Flitsmeister met de tekst: Flitsbunker bij 100.6 op de A73. Deze locatie ligt tussen Nijmegen en Wijchen.
22:53 Met de telefoon van [verdachte] wordt een foto verstuurd. Deze foto blijkt gemaakt te zijn op de A50, voor knooppunt Valburg, in noordelijke richting.
23:04 Telefoon van [verdachte] krijgt een bericht van Flitsmeister met de tekst: “Flitser bij 10.4 op de N233. Deze locatie betreft de [straat 10] , t.h.v. de [straat 11] bij Rhenen.
23:05 Telefoon van [verdachte] krijgt bericht van Flitsmeister: Flitspaal Rood & 60 km/u. Dezelfde melding als de voorgaande twee keer toen de roze iPhone op de [straat 10] ter hoogte van de [straat 11] bij Rhenen reed.
23:25 Telefoon van [verdachte] verbreekt contact met Kia
23:33:29 Telefoon van [verdachte] maakt contact met Kia
23:33:41 Telefoon van [verdachte] verbreekt contact met Kia. [30]
De verdachte heeft ter zitting – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik weet niet waar ik was op het moment dat de inbraken werden gepleegd. Ik weet niet of ik toen de auto heb gebruikt, maar ik denk het niet. Als mijn Iphone verbinding maakt met de Kia Ceed, dan was ik in de auto aanwezig. Tot 18.34 uur en vanaf 22.43 uur zat ik in de Kia Ceed. [31]
Bewijsoverweging t.a.v. feit 1
Alternatief scenario
Door de verdediging is ter terechtzitting een alternatief scenario aangevoerd. Verdachte zou in de weilanden in Maarsbergen zijn geweest op 25 februari 2024 om een hennepkwekerij te observeren. Binnen een aantal dagen zou er geoogst worden en verdachte zou deze kwekerij dan gaan rippen. Verdachte zou tijdens het observeren de politie hebben gezien. Hij ging ervan uit dat de hennepkwekerij opgerold zou worden. Om die reden zou verdachte zich hebben verstopt.
De rechtbank is van oordeel dat het alternatieve scenario onvoldoende concreet en verifieerbaar is gemaakt. Verdachte kan geen adres geven en wil geen namen noemen. Hij heeft enkel verklaard dat de hennepkwekerij zich zou bevinden in een schuur in de buurt van de plek waar hij is aangehouden en dat hij een klein vijvertje over moest. Verder zou er een man in de buurt wonen met een herdershond. Nog afgezien van het feit dat op basis van deze summiere informatie niet is vast te stellen dat zich een hennepkwekerij bevond in de buurt waar verdachte is aangehouden is het alternatieve scenario door de verdediging pas tijdens de inhoudelijke behandeling naar voren gebracht, hetgeen de verklaring minder aannemelijk maakt en verificatie bemoeilijkt. Verder is er geen steunbewijs in het dossier aanwezig voor de verklaring van verdachte, terwijl eerdergenoemde bewijsmiddelen daarentegen het alternatieve scenario weerleggen en bewijs leveren voor het tenlastegelegde. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de verdediging.
Bewijsoverweging t.a.v. feit 2 en 3
Het gebruik van de huurauto
Door de verdediging is aangevoerd dat de huurauto ook door vrienden van verdachte werd gebruikt. De goederen die aanwezig waren in de auto kunnen om die reden niet direct gelinkt worden aan verdachte, aldus de verdediging. De rechtbank verwerpt dit verweer. Verdachte is de enige persoon die als huurder op het huurcontract staat. Hoewel hij aangeeft dat meerdere personen in de auto reden, heeft hij dit verder niet geconcretiseerd en aannemelijk gemaakt. Verdachte had als huurder en bestuurder de beschikkingsmacht over deze auto en de goederen die daarin zijn aangetroffen, waaronder de aangetroffen parfumflesjes, en de sieraden.
De aanwezigheid van verdachte op de inbraaklocaties
Door de verdediging wordt daarnaast naar voren gebracht dat verdachte niet te plaatsen is op de locaties waar de inbraken zijn geweest om de navolgende redenen. Allereerst zou verdachte niet gesignaleerd zijn op de betreffende locaties. Verder is aangevoerd dat ook de Kia Ceed (waarin verdachte is aangetroffen) niet te koppelen is door middel van bijvoorbeeld getuigen of ANPR-camera’s, aan de inbraaklocaties. Ook de Iphone van verdachte kan volgens de verdediging met de beschikbare informatie uit het dossier niet aan de inbraaklocaties worden gekoppeld. Volgens de verdediging is deze koppeling evenmin mogelijk op basis van de informatie uit de roze Iphone. .
De rechtbank is van oordeel dat verdachte te plaatsen is op de inbraaklocaties. Zij legt hieronder uit waarom.
Uit onderzoek blijkt dat de roze Iphone – die is aangetroffen in de huurauto van verdachte – naar de inbraaklocaties in Groesbeek en Ven-Zelderheide reist. De zwarte Iphone van verdachte is zowel te koppelen aan deze roze Iphone als aan de inbraaklocaties. Zo laat het onderzoek naar de locatiegegevens in de roze Iphone zien dat de inbraken respectievelijk plaatsvinden op 28 oktober 2023 tussen 20.00-20.44 uur en 21.33 en 22.26 uur. Tussen die twee tijdstippen wordt in de plaats Milsbeek, een plek tussen de inbraaklocaties, twee personen gezien door getuigen. De roze Iphone is op dat moment eveneens aanwezig op die plek. Daarnaast voldoen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] aan de gegeven omschrijving. Verder blijkt uit de Flitsmeister gegevens van de telefoon van verdachte dat deze zich op dezelfde locaties bevindt als de roze Iphone. Ook de aangetroffen foto op de telefoon van verdachte plaatste de telefoon van verdachte op dezelfde locatie als de roze Iphone. Dit is kort nadat de roze Iphone op de inbraaklocaties is geplaatst. Eveneens koppelt deze foto de verdachte aan de Kia Ceed. Deze koppeling kan ook worden gemaakt op basis van het feit dat de telefoon van verdachte kort voor en na de inbraken contact maakt met de Kia Ceed. Verdachte heeft hierover zelf ter zitting verklaard dat als er contact wordt gemaakt tussen zijn telefoon en de auto, dat hij dan in de auto zit. De rechtbank neemt ook mee dat verdachte zijn telefoon kort voor en na de tijdstippen van de inbraak heeft uitgeschakeld, terwijl de roze Iphone kort na de inbraak op vliegtuigstand wordt gezet. Ongeveer een kwartier nadat de telefoon van verdachte voor het laatst contact maakt de Kia Ceed – hetgeen ongeveer een uur en twintig minuten na de laatste inbraak is – wordt verdachte door de politie aangetroffen in deze auto. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij denkt dat hij op dat moment niet de auto gebruikte, maar hij weet ook niet wat hij aan het doen was voordat hij door de politie in de auto werd aangetroffen. De rechtbank acht dit niet geloofwaardig. Verdachte kan immers wel gedetailleerd verklaren over wat hij aan het doen was op het moment dat de politie hem aantrof in de auto. Bovenstaande maakt dat de rechtbank het verweer verwerpt en oordeelt dat verdachte op de inbraaklocaties aanwezig was toen deze inbraken werden gepleegd.

3.Het bewezenverklaarde

Op basis van de bewijsmiddelen en – overwegingen vindt de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
op 25 februari 2024 te [plaats 2] , gemeente Utrechtse Heuvelrug, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan [adres 2] , alwaar verdachte en zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), goederen van zijn gading, die geheel of ten dele aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door middel van braak en inklimming
- over het hek van de tuin is geklommen, en
- een ladder tegen de achtergevel van de woning heeft gezet, en
- de deur en ramen heeft getracht open te breken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2
op 28 oktober 2023 te [plaats 3] , gemeente Berg en Dal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan de [adres 3] , alwaar verdachte en zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, sieraden, die geheel of ten dele aan [aangever 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen sieraden, onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en inklimming;
feit 3
op 28 oktober 2023 te [plaats 4] , gemeente Gennep, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan de [adres 4] , alwaar verdachte en zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden,
- een geldbedrag en
- parfumflesjes en
- sieraden,
die geheel of ten dele aan [aangever 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen geldbedrag en parfumflesjes en sieraden, onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en inklimming.
Als in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Alles wat meer of anders ten laste is gelegd, is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

4.Strafbaarheid van de feiten

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
t.a.v. feit 1
Een poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen op een besloten erf waarop een woning staat door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl deze diefstal vergezeld gaat van de in artikel 311, eerste lid, onder 4º en 5º, van het Wetboek van Strafrecht vermelde omstandigheden.
t.a.v. feit 2 en feit 3
Diefstal door twee of meer verenigde personen op een besloten erf waarop een woning staat door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl deze diefstal vergezeld gaat van de in artikel 311, eerste lid, onder 4º en 5º, van het Wetboek van Strafrecht vermelde omstandigheden.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

6.Oplegging van straf en de onderbouwing daarvan

6.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie vraagt om oplegging van een forse gevangenisstraf gelet op de ernst van de feiten, de gevolgen voor de slachtoffers, de richtlijn van het Openbaar Ministerie en het feit dat verdachte als recidivist kan worden aangemerkt. Gelet op het reclasseringsrapport dient daarvan een substantieel deel voorwaardelijk te worden opgelegd. Verder acht de officier van justitie het van belang dat verdachte geen contact meer heeft met [medeverdachte] . Daarmee komt de officier van justitie tot de volgende eis:
  • een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk. Met aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarden gekoppeld, zoals geadviseerd door de reclassering, en een proeftijd van 3 jaren.
  • een 38V-maatregel bestaande uit een contactverbod met [medeverdachte] met een proeftijd van 3 jaren en de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gevraagd om rekening te houden met het feit dat verdachte graag zijn opleiding in de zorg wil vervolgen en aan de slag kan gaan bij [bedrijf] . Verdachte wil graag een ander sociaal netwerk, maar weet niet hoe hij dit moet aanpakken. Om die reden is verdachte dan ook gemotiveerd om de hulp van de reclassering te aanvaarden en is hij bereid om mee te werken aan verdiepingsdiagnostiek en behandeling. De raadsvrouw benadrukt dat een behandeling naast werk en een opleiding zwaar is. Zij vraagt om die reden bij een bewezenverklaring een gevangenisstraf op te leggen, waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan het voorarrest.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Feiten en omstandigheden
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee woninginbraken en een poging tot woninginbraak. Verdachte heeft samen met een ander door middel van inklimming en braak percelen en woningen van verschillende personen betreden. Verdachte heeft met zijn handelen geen enkel respect getoond voor de eigendommen en privacy van de slachtoffers en heeft zijn eigen geldelijk gewin vooropgesteld. Een woning is bij uitstek de plek waar iemand zich veilig zou moeten voelen. Dat dit niet meer vanzelfsprekend is na een woninginbraak bleek ook uit de slachtofferverklaring van de heer en mevrouw [aangever 1] , die ter zitting is voorgelezen. Deze slachtoffers benadrukken de grote materiële en emotionele schade die aan hen is toegebracht, terwijl de opbrengst van de gestolen goederen voor de verdachten zeer beperkt is. Zij beschrijven dat een inbraak zorgt voor gevoelens van onveiligheid en angst. Ze gaan in de avond nooit meer weg zonder de buren te hebben gewaarschuwd, hebben alarmsystemen aangelegd en nemen altijd hun portemonnees en pinpassen mee. Daarnaast ziet de rechtbank ook de extra kwetsbaarheid die de leeftijd van deze slachtoffers met zich meebrengt. De slachtoffers in deze zaken zijn namelijk allemaal boven de 70 jaren oud. In de eerdergenoemde slachtofferverklaring komt ook naar voren dat de slachtoffers (82 en 88 jaren oud) zich door hun leeftijd extra kwetsbaar voelen.
De rechtbank rekent verdachte de delicten zwaar aan. De omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd – in vereniging, door middel van inklimming en braak, met betrekking tot emotionele goederen en kwetsbare slachtoffers – neemt de rechtbank in strafverzwarende zin mee.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft gekeken naar een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister (hierna: strafblad) van 12 juni 2024, waaruit blijkt dat verdachte veelvuldig voor soortgelijke misdrijven is veroordeeld. Verdachte is binnen de proeftijd van een eerder opgelegde straf meerdere keren gerecidiveerd. De rechtbank weegt deze omstandigheden ten nadele van de verdachte mee bij de straftoemeting.
In het reclasseringsadvies van 26 juni 2024, opgesteld door M.T.J. Weiss, heeft de reclassering geadviseerd om een (forse) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen. Eerdere inzet en begeleiding heeft niet gezorgd voor stabiliteit op de leefgebieden dagbesteding, financiën, sociaal netwerk, psychosociaal functioneren en de houding van verdachte. Hoewel de reclassering tijdens het eerdere toezicht geen mogelijkheden tot gedragsverandering heeft gezien, zien zij door de huidige detentie motivatie voor een plan van aanpak vanuit de reclassering. Gelet op de delictsgeschiedenis en de omstandigheid dat eerdere behandeling niet heeft geholpen, vindt de reclassering dat verdiepingsdiagnostiek noodzakelijk is, zodat een juiste forensische behandeling gestart kan worden. De reclassering geeft verdachte dus nog een laatste kans om met hulp van de reclassering de juiste weg in te slaan.
De straf
Gelet op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank heeft voor het bepalen van de hoogte van de straf gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS). Deze oriëntatiepunten nemen voor een (voltooide) woninginbraak een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeven maanden als uitgangspunt bij veelvuldige recidive. Daarnaast heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in verglijkbare zaken worden opgelegd. De rechtbank weegt mee dat verdachte geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor de gepleegde woninginbraken. Dit werkt weliswaar niet strafverzwarend – een verdachte mag ontkennen – maar het maakt wel dat de rechtbank in dit geval geen ruimte ziet tot strafmatiging.
Verdachte is gelet op zijn strafblad een veelvuldig recidivist. Hij heeft zich kennelijk niets aangetrokken van eerdere veroordelingen voor vermogensdelicten en heeft al vele kansen gehad. De reclassering biedt de verdachte echter nog een laatste kans om met hulp van de reclassering zijn leven weer op de rit te krijgen. De rechtbank ziet gelet op dit rapport reden om een voorwaardelijk strafdeel met daaraan gekoppeld bijzondere voorwaarden op te leggen. De rechtbank vindt, gelet op de ernst van de feiten, het strafblad van verdachte en het aantal kansen dat de verdachte eerder heeft gekregen, dat het strafdeel dat voorwaardelijk wordt opgelegd, kleiner moet zijn dan door de officier van justitie is geëist.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering en een proeftijd van drie jaren, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
38V-maatregel
De rechtbank zal geen contactverbod met [medeverdachte] opleggen in de vorm van een 38V-maatregel. Hoewel de rechtbank uit de reclasseringsrapportage opmaakt dat verdachte zich bevindt binnen een pro-crimineel sociaal netwerk, ziet de rechtbank geen meerwaarde om een contactverbod op te leggen met één specifiek persoon uit dit netwerk.

7.De beslissingen over de in beslag genomen goederen

7.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie verzoekt om teruggave van de sieraden en het geldbedrag van € 315,00 aan de aangevers dan wel onbekende rechthebbenden. Ten aanzien van het geldbedrag van € 250,00, de handschoenen en de balaclava vraagt de officier van justitie om deze te retourneren aan verdachte.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van het beslag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Teruggave aan de rechthebbenden
De rechtbank zal teruggave gelasten van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
Sieraden
  • PL0900-2023331661-3243318 (Gouden ketting met twee zwart/gouden hangers)
  • PL0900-2023331661-3243323 (Glasplaatje van een zakhorloge/klok)
  • PL0900-2023331661-3243326 (Achterkant van een zakhorloge/klok met tekst gegrafeerd)
  • PL0900-2023331661-3243329 (Bronzen armband)
  • PL0900-2023331661-3353337 (2 goudkleurige manchetknopen)
  • PL0900-2023331661-3243303 (Gouden ketting met hanger met 9 diamantjes) - Retour aangever [aangever 2]
  • PL0900-2023331661-3243316 (Gouden ketting) - Retour aangever [aangever 3] ;
  • PL0900-2023331661-3243320 (Gouden broche in de vorm van een bril) - Retour aangever [aangever 2]
  • PL0900-2023331661-3243331 (Bronzen armband met diamantjes aan de zijkant) -Retour aangever [aangever 3]
  • PL0900-2023331661-3243332 (Zilveren ronde armband) - Retour aangever [aangever 3]
  • PL0900-2023331661-3243334 (Gouden armband met diamantjes aan de zijkant) -Retour aangever [aangever 3]
  • PL0900-2023331661-3243335 (Gouden broche) - Retour aangever [aangever 2]
  • PL0900-2023331661-3243336 (Gouden klokje van een horloge) - Retour aangever [aangever 3]
  • PL0900-2023331661-3243337 (Gouden ketting) - Retour aangever [aangever 3]
  • PL0900-2023331661-3243338 (Zilveren ketting) - Retour aangever [aangever 3]
  • PL0900-2023331661-3243339 (Gouden ronde armband) - Retour aangever [aangever 3]
  • PL0900-2023331661-3243350 (Gouden armband met diamantjes aan de zijkant) -Retour aangever [aangever 3]
Geld
 PL0900-2023331661-3243406 (€ 565,00, (10 x € 50,00, 2 x € 20,00, 5 x € 5,00)
- € 315,00 retour naar aangeefster [aangever 3] (6x € 50,00 en € 15,00 kleingeld),
zijnde diegenen die redelijkerwijs als rechthebbenden van deze voorwerpen kunnen worden aangemerkt.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
Geld
 PL0900-2023331661-3243406 (€ 565,00, (10 x € 50,00, 2 x € 20,00, 5 x € 5,00)
- € 250,00 retour verdachte.
Overig
  • PL0900-2023331661-3243340 (paar zwarte handschoenen)
  • PL0900-2023331661-3243342 (Zwarte balaclava),
die aan verdachte toebehoren, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
8 vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder voorwaardelijk opgelegde straf
8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie vraagt om de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder voorwaardelijk opgelegde straf toe te wijzen, omdat de feiten gedurende de proeftijd zijn gepleegd.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw vraagt primair om de proeftijd van de voorwaardelijke opgelegde straf te verlengen. Zij brengt naar voren dat verdachte nu gemotiveerd is om wat van zijn leven te maken en mee wil werken aan behandeling. Subsidiair vraagt de raadsvrouw om bij toewijzing van de vordering de gevangenisstraf om te zetten naar een taakstraf, zodat de tenuitvoerlegging niet in de weg staat aan de start van het hulpkader van de reclassering.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 januari 2021 (parketnummer 16/005296-19) is aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd van 3 maanden. Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan (soortgelijke) strafbare feiten. Om die reden zal deze straf alsnog ten uitvoer gelegd worden.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 47, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 3 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;

Oplegging straf

- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
24 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
6 maanden,
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
drie jarenvast;
- als
algemene voorwaardengelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- als
bijzondere voorwaardengelden dat verdachte:
*
meldplicht bij de reclassering
zich meldt binnen drie dagen nadat hij is vrijgekomen bij Reclassering Nederland, Zwarte Woud 2, 3524 SJ Utrecht.
Hij blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte geeft toestemming en werkt mee aan huisbezoeken die de reclassering wil brengen.
*
Ambulante behandeling
meewerkt aan een behandeling indien verdiepingsdiagnostiek uitwijst dat een ambulante behandeling geïndiceerd is. Het kan een behandeling gericht zijn op gedragsverandering. De reclassering bepaalt welke zorgverlener de behandeling uitvoert. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
*
Dagbesteding
zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag. Indien de reclassering het wenselijk vindt, laat hij zich daarin begeleiden door een instantie.
*
Sociaal netwerk
geeft openheid over zijn sociaal netwerk en laat zich erop bevragen.
Beslag
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van de volgende voorwerpen:

Sieraden

  • PL0900-2023331661-3243318 (Gouden ketting met twee zwart/gouden hangers)
  • PL0900-2023331661-3243323 (Glasplaatje van een zakhorloge/klok)
  • PL0900-2023331661-3243326 (Achterkant van een zakhorloge/klok met tekst gegrafeerd)
  • PL0900-2023331661-3243329 (Bronzen armband)
  • PL0900-2023331661-3353337 (2 goudkleurige manchetknopen)
  • PL0900-2023331661-3243303 (Gouden ketting met hanger met 9 diamantjes) - Retour aangever [aangever 2]
  • PL0900-2023331661-3243316 (Gouden ketting) - Retour aangever [aangever 3] ;
  • PL0900-2023331661-3243320 (Gouden broche in de vorm van een bril) - Retour aangever [aangever 2]
  • PL0900-2023331661-3243331 (Bronzen armband met diamantjes aan de zijkant) -Retour aangever [aangever 3]
  • PL0900-2023331661-3243332 (Zilveren ronde armband) - Retour aangever [aangever 3]
  • PL0900-2023331661-3243334 (Gouden armband met diamantjes aan de zijkant) -Retour aangever [aangever 3]
  • PL0900-2023331661-3243335 (Gouden broche) - Retour aangever [aangever 2]
  • PL0900-2023331661-3243336 (Gouden klokje van een horloge) - Retour aangever [aangever 3]
  • PL0900-2023331661-3243337 (Gouden ketting) - Retour aangever [aangever 3]
  • PL0900-2023331661-3243338 (Zilveren ketting) - Retour aangever [aangever 3]
  • PL0900-2023331661-3243339 (Gouden ronde armband) - Retour aangever [aangever 3]
  • PL0900-2023331661-3243350 (Gouden armband met diamantjes aan de zijkant) -Retour aangever [aangever 3]

Geld

 PL0900-2023331661-3243406 (€ 565,00, (10 x € 50,00, 2 x € 20,00, 5 x € 5,00)
- € 315,00 retour naar aangeefster [aangever 3] (6x € 50,00 en € 15,00 kleingeld).
- € 250,00 retour verdachte.

Overig

  • PL0900-2023331661-3243340 (paar zwarte handschoenen)
  • PL0900-2023331661-3243342 (Zwarte balaclava)

Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/005296-19

- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de meervoudige kamer in de rechtbank Utrecht bij vonnis van 27 september 2023 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Edgar, voorzitter, mrs. L.C. Michon en L.M. Reijnierse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.E.J. van de Mortel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 augustus 2024.
mr. J. Edgar, voorzitter, is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 25 februari 2024 te [plaats 2] , gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan [adres 2] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), goederen van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel
- over het hek van de tuin is geklommen, en/of
- een ladder tegen de achtergevel van de woning heeft gezet, en/of
- de deur en/of ramen heeft getracht open te breken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 311 lid 1 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 2 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij in of omstreeks de periode van 27 oktober 2023 tot en met 29 oktober 2023 te [plaats 3] , gemeente Berg en Dal, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan de [adres 3] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), een of meerdere sieraden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen sieraden, althans goed/goederen, onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 2 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 27 oktober 2023 tot en met 29 oktober 2023 te Veenendaal en/of Groesbeek, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere sieraden, althans een goed, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 28 oktober 2023 te [plaats 4] , gemeente Gennep, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan de [adres 4] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en),
- een geldbedrag en/of
- een of meerdere parfumflesjes en/of
- een of meerdere sieraden,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag en/of parfumflesjes en/of sieraden, althans goed/goederen, onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 2 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 oktober 2023 te Veenendaal en/of Ven-Zelderheide, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een geldbedrag en/of
- een of meerdere parfumflesjes en/of
- een of meerdere sieraden,
althans een goed, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Voor zover niet anders is vermeld, zijn deze processen-verbaal als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 3 juli 2024, genummerd PL0900-2023331978, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 365; Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. De inhoud van de bewijsmiddelen is zakelijk weergegeven.
2.Een proces-verbaal van aangifte van 26 februari 2024, pagina 18.
3.Een proces-verbaal van forensisch onderzoek woning van 26 februari 2024, pagina 50.
4.Een proces-verbaal van verhoor van getuige van 25 februari 2024, pagina 22.
5.Een proces-verbaal van relaas van 3 juli 2024, pagina 12.
6.Een proces-verbaal uitkijken camerabeelden van 27 februari 2024, pagina 80.
7.Een proces-verbaal uitkijken camerabeelden van 27 februari 2024, pagina 81.
8.Een proces-verbaal uitkijken camerabeelden van 27 februari 2024, pagina 82.
9.Een proces-verbaal van bevindingen van 25 februari 2024, pagina 25.
10.Een proces-verbaal van bevindingen van 5 maart 2024, pagina 38.
11.Een proces-verbaal van vooronderzoek lab van 9 april 2024, pagina 53.
12.Een proces-verbaal van vooronderzoek lab van 9 april 2024, pagina 54.
13.Een forensisch DNA-onderzoek van 29 april 2024, pagina 64.
14.Een forensisch DNA-onderzoek van 29 april 2024, pagina 65.
15.Een proces-verbaal van aangifte van 29 oktober 2023, pagina 221.
16.Een proces-verbaal van aangifte van 29 oktober 2023, pagina 222.
17.Een proces-verbaal van aangifte van 29 oktober 2023, pagina 221.
18.Een proces-verbaal van aangifte van 31 oktober 2023, pagina 228.
19.Een proces-verbaal van aangifte van 31 oktober 2023, pagina 228-229.
20.Een proces-verbaal van bevindingen van 29 oktober 2023, pagina 97.
21.Een proces-verbaal van bevindingen van 29 oktober 2023, pagina 121.
22.Een proces-verbaal van bevindingen van 31 oktober 2023, pagina 146.
23.Een proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2023, pagina 237.
24.Een proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2023, pagina 244.
25.Een proces-verbaal van bevindingen van 10 juli 2024, pagina 1 (aanvullende proces-verbaal).
26.Een proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2023, pagina 164.
27.Een proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2023, pagina 165.
28.Een proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2023, pagina 166.
29.Een proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2023, pagina 184.
30.Een proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2023, pagina 190.
31.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 22 juli 2024.