ECLI:NL:RBMNE:2024:4743

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 augustus 2024
Publicatiedatum
5 augustus 2024
Zaaknummer
11191647 LV EXPL 24-37
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekverlening en ontruiming van woonruimte in kort geding wegens huurachterstand en overlast

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 5 augustus 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde]. [Eiser] heeft [gedaagde] gedagvaard wegens een huurachterstand en overlast. De zaak is behandeld op 22 juli 2024, waarbij [eiser] en zijn gemachtigde, mr. M. Meijer, aanwezig waren, terwijl [gedaagde] niet is verschenen. [Eiser] stelt dat [gedaagde] sinds 15 oktober 2023 de woning huurt, maar een huurachterstand heeft opgebouwd van € 7.000,00 tot en met juli 2024 en dat er overlast is veroorzaakt, waaronder een explosie die heeft geleid tot sluiting van de woning door de burgemeester. [Eiser] vordert in het kort geding ontruiming van de woning en betaling van de huurachterstand.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke eisen voldeed en heeft verstek verleend tegen [gedaagde]. De rechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een spoedeisend belang, gezien de huurachterstand en de zorgen van [eiser] over mogelijke nieuwe explosies. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiser] toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond waren. [Gedaagde] is veroordeeld om de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en om de huurachterstand te betalen, evenals de proceskosten van in totaal € 1.061,97.

Het vonnis is uitgesproken door mr. J.M. van Wegen, kantonrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De rechter heeft alle overige vorderingen afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Almere
zaaknummer: 11191647 LV EXPL 24-37 BS/43497
Vonnis in kort geding van 5 augustus 2024
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M. Meijer,
tegen:

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats]

2.[gedaagde sub 2] ,

wonende te [woonplaats]

3.[gedaagde sub 3] ,

wonende te [woonplaats]

4.[gedaagde sub 4] ,

wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] . (in mannelijk enkelvoud),
gedaagde partij,
niet verschenen.

1.Het verloop van de zaak

1.1.
[eiser] heeft [gedaagde] . gedagvaard voor de kantonrechter. [eiser] heeft, vóórdat de zaak op de zitting is behandeld, nog nadere stukken opgestuurd.
1.2.
De zaak is bij de kantonrechter besproken op 22 juli 2024. [eiser] is verschenen, vergezeld door zijn partner. Ook mr. M. Meijer, gemachtigde van [eiser] , was tijdens de zitting aanwezig. [gedaagde] . is niet naar de zitting gekomen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de zitting is besproken.

2.Waar het in deze procedure om gaat

2.1.
[gedaagde] . huurt vanaf 15 oktober 2023 van [eiser] de woning aan de [adres] in [plaats] . [eiser] stelt dat [gedaagde] . een huurachterstand heeft laten ontstaan. Verder stelt [eiser] dat [gedaagde] . overlast veroorzaakt. Er heeft een explosie bij de woning plaatsgevonden, waarna de woning voor een aantal maanden door de burgemeester is gesloten. [eiser] is bang voor een nieuwe explosie. Hij wil daarom van de huurovereenkomst af.
2.2.
[eiser] vordert in dit kort geding – samengevat – [gedaagde] . te veroordelen de woning te ontruimen. Daarnaast vordert [eiser] hoofdelijke veroordeling van [gedaagde] . tot betaling van de huurachterstand van € 7.000,00 tot en met juli 2024, te vermeerderen met de wettelijke rente. Ook vordert [eiser] veroordeling van [gedaagde] . tot betaling van de huur van € 2.000,00 per maand vanaf augustus 2024 tot de dag van ontruiming. Tot slot vordert [eiser] veroordeling van [gedaagde] . in de proceskosten.

3.De beoordeling

Verstek
3.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen, zodat tegen [gedaagde] . verstek zal worden verleend.
Spoedeisend belang
3.2.
Voor toewijzing van een vordering in kort geding is een spoedeisend belang vereist. Hiervan is sprake als, gelet op de belangen van partijen, een onverwijlde voorziening geboden is en afloop van een bodemprocedure niet kan worden afgewacht. [eiser] heeft verklaard dat hij door het uitblijven van betalingen door [gedaagde] . in de problemen komt met zijn eigen betaalverplichtingen die hij heeft voor de woning. Daarnaast is [eiser] bang voor een nieuwe explosie. Hij stelt dat hij in dat opzicht ook een verplichting heeft tegenover de omwonenden. Verder wil hij de schade vaststellen van de eerdere explosie. Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt uit deze stellingen van [eiser] van een voldoende spoedeisend belang.
Huurachterstand en ontruiming
3.3.
Vanwege de verstekverlening moeten de vorderingen van [eiser] worden toegewezen, tenzij deze de kantonrechter onrechtmatig of ongegrond voorkomen.
3.4.
[eiser] heeft onweersproken gesteld dat er sprake is van overlast, er kans bestaat op nieuwe explosies en dat de huurachterstand tot en met juli 2024 € 7.000,00 bedraagt. [gedaagde] . is daarmee ernstig tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst.
3.5.
De vorderingen met betrekking tot de ontruiming en de betaling van de (huur)achterstand komen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. Daarnaast is het zeer waarschijnlijk dat de vorderingen in een bodemprocedure zullen worden toegewezen. De vorderingen zullen daarom op onderstaande wijze worden toegewezen, met bepaling van de ontruimingstermijn op de gebruikelijke veertien dagen na betekening van het vonnis.
Proceskosten
3.6.
[gedaagde] . moet de proceskosten van [eiser] betalen, omdat hij ongelijk heeft gekregen. De kosten van [eiser] worden begroot op:
dagvaarding € 135,97
griffierecht € 248,00
salaris gemachtigde € 543,00
nakosten € 135,00
Totaal € 1.061,97.

4.De beslissing

De kantonrechter, recht doende in kort geding:
4.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen [gedaagde] .;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] . om de woning aan de [adres] te [plaats] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met alle daarin aanwezige personen en zaken, voor zover die aan hem toebehoren en niet aan [eiser] , en om deze woning met afgifte van de sleutels geheel ter vrije beschikking van [eiser] te stellen;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] . hoofdelijk om aan [eiser] te betalen een bedrag van:
I. € 7.000,00 aan achterstallige huurbetalingen tot en met juli 2024, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag waarop elk bedrag verschuldigd is tot de dag waarop alles is betaald, waarbij rekening wordt gehouden met tussentijdse credit- en debetmutaties;
II. een bedrag van € 2.000,00 voor iedere maand of gedeelte daarvan, vanaf de maand augustus 2024 tot en met de maand waarin de woning is ontruimd en [eiser] de volledige beschikking over de [adres] te [plaats] krijgt;
4.4.
veroordeelt [gedaagde] . hoofdelijk in de proceskosten van € 1.061,97, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] . niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] . ook de kosten van betekening betalen;
4.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
wijst af wat er meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. van Wegen, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2024.