ECLI:NL:RBMNE:2024:4734

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 augustus 2024
Publicatiedatum
5 augustus 2024
Zaaknummer
558127
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake benoeming deskundige in civiele procedure over energielabels en isolatiemaatregelen

In deze civiele procedure, aangespannen door twee eisers tegen een B.V., heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 augustus 2024 een tussenvonnis gewezen. De zaak betreft een geschil over de isolatie van een woning en de daarbij behorende energielabels. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over een aangekondigd deskundigenonderzoek, dat in dit vonnis wordt bevolen. De eisers hebben zonnepanelen en een warmtepomp geïnstalleerd, maar er is onduidelijkheid over de isolatiemaatregelen die getroffen zijn en de kosten daarvan. De rechtbank benoemt Dick van 't Slot als deskundige, die zal beoordelen welke energielabels van toepassing zijn op de woning op de datum van levering, 3 januari 2022. De rechtbank heeft ook de procedure rondom het deskundigenonderzoek uiteengezet, inclusief de verplichtingen van partijen en de wijze waarop de deskundige zijn rapport moet opstellen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot na het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Lelystad
Zaaknummer: C/16/558127 / HL ZA 23-178
Vonnis van 14 augustus 2024
in de zaak van

1.[eiser] ,2. [eiseres] ,

beide wonende te [woonplaats] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers] ,
advocaat: mr. W. de Vries te ’s-Gravenhage,
tegen
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. D. Pranjic te Utrecht.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 mei 2024;
- de akte van [eisers] van 5 juni 2024;
- de akte van [gedaagde] van 5 juni 2024.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over een aangekondigd deskundigenonderzoek. Dit deskundigenonderzoek zal in dit vonnis worden bevolen.
2.2.
Partijen hebben geen overeenstemming hebben over de te benoemen deskundige. De rechtbank heeft daarom zelf een deskundige benaderd en heeft de heer Dick van ‘t Slot, werkzaam bij [bedrijf 1] , [adres 1] , [vestigingsplaats 2] , en aldaar werkzaam als senior adviseur en deskundig op het gebied van energielabels, bereid gevonden om in deze zaak als deskundige op te treden. Hij heeft verklaard vrij te staan van partijen en in staat en bereid te zijn een deskundigenbericht uit te brengen. De heer Van ‘s Slot zal daarom als deskundige worden benoemd.
2.3.
Bij [gedaagde] bestaat er twijfel over de vraag of er een deskundige is die zowel voldoende deskundig is op het gebied van energielabels alsook bekend is met isolerende bouwwerkzaamheden en de kosten daarvan. [gedaagde] vraagt de rechtbank daarom om twee deskundigen te benoemen. De rechtbank is van oordeel dat (vooralsnog) kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige. De deskundige is gevraagd of hij deskundig is ter zake energielabels, isolerende bouwwerkzaamheden én de kosten daarvan. De deskundige heeft daar bevestigend op geantwoord. Indien onverhoopt mocht blijken dat de deskundige de te treffen isolatiemaatregelen en de kosten daarvan bij (de eventuele beantwoording van) vraag 2 en 3 toch niet (volledig) zelf kan bepalen, dan kan de deskundige (in overleg met partijen) een derde inschakelen, een en ander zoals bepaald in hoofdstuk 10 van de Leidraad deskundigen in civiele zaken.
2.4.
[eisers] heeft in zijn akte aangevoerd dat de door hem geïnstalleerde zonnepanelen en warmtepomp los staan van de isolatieproblematiek en bij de beoordeling door de deskundige geen rol spelen. [gedaagde] is het daarmee eens en ook de rechtbank gaat daarvan uit. De formulering van vraag 2 wordt in dit opzicht verduidelijkt. [eisers] stelt dat hij na de levering op 3 januari 2022 geen isolatiemaatregelen heeft getroffen of iets heeft gewijzigd. Dit betekent dat de zinsnede ‘welke isolatiemaatregelen [eisers] reeds getroffen heeft’ in vraag 2 kan vervallen. Ook vraag 3 wordt hierop aangepast.
2.5.
[gedaagde] acht het niet juist dat de deskundige moet beoordelen voor welke energielabel de woning in aanmerking komt op 3 januari 2022 (de datum van levering). Zij wijst erop dat de initiële keuring op 6 oktober 2021 heeft plaatsgevonden en dat de ontbindende voorwaarde tot 25 oktober 2021 kon worden ingeroepen, zodat de deskundige moet toetsen aan de normen en regelgeving zoals die golden op 6 dan wel 25 oktober 2021.
2.6.
De rechtbank overweegt als volgt. De leveringsdatum, 6 januari 2022, geldt als toetsingsmoment voor de aanwezige isolatie. Getoetst moet worden welke energielabel past bij de op die datum in de woning aanwezige situatie. De vraag die [gedaagde] aan de orde stelt, is aan welke regelgeving de op 6 januari 2022 aanwezige situatie moet worden getoetst: de regelgeving die gold op 6 dan wel 25 oktober 2021 of de regelgeving die gold op 6 januari 2022. [gedaagde] heeft niet gesteld en onderbouwd dat de regelgeving voor energielabels in deze periode is gewijzigd. De rechtbank zal evenwel aan de deskundige de aanvullende vraag voorleggen of het bij de beantwoording van de eerste drie vragen verschil maakt welke van deze data wordt gehanteerd. Als het antwoord van de deskundige op deze vraag bevestigend luidt, dan kan hierover nog een nader partijdebat worden gevoerd.
2.7.
Verder heeft [gedaagde] aangevoerd dat het niet juist is dat de deskundige kennis neemt van de bestaande rapporten. De rechtbank is het ermee eens dat de deskundige op basis van de op 3 januari 2022 aanwezige isolatie moet beoordelen voor welke energielabel de woning in aanmerking kwam. De rapporten van [bedrijf 2] en [bedrijf 3] vormen niet de basis van de beoordeling door de deskundige. De deskundige wordt geacht om zelfstandig tot een oordeel te komen. Deze rapporten zullen daarom uit de vraagstelling worden verwijderd. Anders dan [gedaagde] lijkt te betogen, staat het de deskundige vrij om bij zijn onderzoek kennis te nemen van de inhoud van deze rapporten, daaruit objectieve informatie op te doen en de conclusies uit deze rapporten al dan niet te onderschrijven.
2.8.
Partijen zijn het erover eens dat de deskundige waar nodig destructief onderzoek mag en moet verrichten. Dit wordt hieronder in de opdracht aan de deskundige vermeld. De eventuele herstelkosten van het destructief onderzoek komen voor rekening van de partij die in het ongelijk wordt gesteld. [eisers] wordt geacht zich in zijn conclusie na deskundigenrapport over eventuele herstelkosten uit te laten, waarna [gedaagde] daarop kan reageren.
2.9.
De rechtbank wijst erop dat partijen verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals hierna onder de beslissing is omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaraan de gevolgen verbinden die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.10.
Als een partij op verzoek van de deskundige of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige toestuurt, moet zij daarvan direct een afschrift aan de wederpartij verstrekken.
2.11.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige voor de beantwoording van de volgende vragen:
Kunt u op basis van de isolatie die op 3 januari 2022 in de woning aan de [adres 2] in [woonplaats] aanwezig was beoordelen voor welk energielabel de woning op dat moment in aanmerking kwam, en zo ja, welk energielabel is dit?
Als u niet kunt beoordelen voor welk energielabel de woning op 3 januari 2022 in aanmerking kwam, of als dit energielabel D of lager is, kunt u dan gespecificeerd aangeven welke isolatiemaatregelen nog getroffen moeten worden om de woning in aanmerking te laten komen voor energielabel C? De door [eisers] geïnstalleerde zonnepanelen en warmtepomp moeten hierbij buiten beschouwing worden gelaten.
3. Wat zijn de redelijke kosten van de nog door [eisers] te treffen isolatiemaatregelen om energielabel C te bereiken zoals bedoeld onder vraag 2?
4. Maakt het bij de beantwoording van de vragen 1 tot en met 3 uit of er wordt uitgegaan van de regelgeving voor energielabels die gold op 6 oktober 2021, 25 oktober 2021 of 3 januari 2022?
3.2.
benoemt tot deskundige:
Dick van ’t Slot,
correspondentieadres: [adres 1] , [vestigingsplaats 2] ,
telefoon: [telefoonnummer] ,
e-mailadres: [email-adres] .nl
3.3.
bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden;
het voorschot
3.4.
bepaalt met het oog op de vaststelling van het voorschot op de kosten van de deskundige het volgende:
- de deskundige moet
binnen twee wekenna de datum van dit vonnis een begroting van de kosten opgeven aan de griffie van de rechtbank, gespecificeerd naar het verwachte aantal te besteden uren, het uurtarief en de eventuele overige kosten;
- de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen,
- partijen kunnen desgewenst
binnen twee wekenna dagtekening van de brief/het bericht van de griffie schriftelijk bij de rechtbank bezwaar maken tegen de begroting,
- als niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan worden vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag,
- als wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal de hoogte van het voorschot door de rechtbank worden vastgesteld,
- bepaalt dat [eisers] het bedrag van het voorschot ter griffie moet deponeren
binnen twee wekennadat hij een daartoe strekkend betalingsverzoek van de griffie heeft ontvangen;
- draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot;
- verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad;
het onderzoek
3.5.
bepaalt dat [eisers] het volledige procesdossier
binnen twee wekenna de datum van dit vonnis in afschrift aan te deskundige moet toesturen;
3.6.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats;
3.7.
wijst de deskundige erop dat er waar nodig destructief onderzoek mag worden verricht;
3.8.
wijst de deskundige er op dat:
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek kennis moet nemen van de
Gedragscodevoor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken én van de
Leidraad deskundigen in civiele zaken(beide te raadplegen op www.rechtspraak.nl),
- de deskundige het onderzoek pas begint na het bericht van de griffier over de betaling van het voorschot;
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk staakt en contact opneemt met de griffier, als tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn;
- de deskundige bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het schriftelijk bericht vermeldt of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken;
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid moet bieden dit onderzoek bij te wonen; als slechts één partij (althans niet alle partijen) bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan;
- als partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd;
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige moeten verstrekken als de deskundige daarom vraagt, de deskundige toegang moeten verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid moeten geven om het onderzoek te verrichten;
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk
3 maandenna het schriftelijk bericht van de griffier over de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend rapport in drievoud bij de griffie van de rechtbank in te leveren, met een gespecificeerde declaratie;
3.11.
wijst de deskundige er op dat:
- uit het deskundigenrapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd;
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, waarna partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden;
3.12.
bepaalt dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben om op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren;
overige bepalingen
3.13.
draagt de griffier op om na inlevering van het deskundigenrapport de zaak op een termijn van
vier wekenweer op de rol te plaatsen voor het nemen van een conclusie na deskundigenrapport aan de zijde van [eisers] gevolgd door een conclusie van [gedaagde] op een termijn van vier weken;
3.14.
bepaalt dat [eisers] zich in zijn conclusie na deskundigenrapport in ieder geval moet uitlaten over de eventuele herstelkosten van het destructieve onderzoek;
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. van Jaarsveld en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2024.
45353