Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 juli 2024 met productie 1 t/m 13;
- de producties 1 t/m 5 van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling van 17 juli 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de pleitnota van [eiser] ;
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De kern van de zaak
3.De achtergrond van het geschil
het College van beroep voor de examens [gedaagde]’. Dit college heeft op 13 juni 2024 het beroep van [eiser] ongegrond verklaard. [eiser] is het hier niet mee eens en is daarom dit kort geding gestart.
4.De beoordeling
contract bindend studieadvies”, maar de inhoud van dit document ziet op een contract tussen partijen en niet op een eenzijdig gegeven studieadvies van [gedaagde] . Het is feitelijk een keuzeformulier geweest, waarin is gekozen (door [eiser] ) om examenstudent te worden. Dat is dus geen bindend studieadvies vanuit [gedaagde] geweest. Het is overigens wel hoogst ongelukkig dat zo’n formulier met die titel wordt gebruikt, omdat het logischerwijs verwarring zaait over wat de inhoud ervan is. Maar enkel op basis van die titel is het nog geen bindend studieadvies aan het einde van een eerste studiejaar. Dit betekent dat voorafgaand aan het bindend studieadvies van 23 februari 2024 er niet al een ander, eerder studieadvies was gegeven. Dat advies van februari 2024 kon en mocht daarom worden gegeven.
Je bent besproken bij de examencommissie. Je start feitelijk opnieuw aan de opleiding, maar dat vind ik wel een beetje jammer dat je nu eigenlijk drie semester op school hebt gezeten voor niks, zeg maar. Want de indeling wordt zodanig anders dat we geen vrijstellingen verlenen in het nieuwe programma, dus wat je nu gehaald hebt vervalt gewoon. (…) En als je opnieuw start, start je echt een nieuwe opleiding. Houdt in dat je eigenlijk ook weer opnieuw gaat tellen. Met de propedeuse norm. (…).” Ook uit dit gesprek blijkt dat specifiek is vermeld dat [eiser] feitelijk opnieuw zou starten met de opleiding. Nadat de wijzigingen aan de studenten zijn uitgelegd en toegelicht, heeft iedere student (ook [eiser] ) de keuze gekregen om de 3,5 jaar durende opleiding te vervolgen of om over te stappen naar de 4 jaar durende opleiding. Uit het dossier blijkt vervolgens dat [eiser] ervoor heeft gekozen om te starten in het eerste studiejaar van de 4 jaar durende opleiding, met de gevolgen die hem bekend waren. Hij heeft de studieovereenkomst van 24 januari 2024 immers getekend. Dit betekent, gelet op de aan [eiser] verstrekte informatie, dat [eiser] heeft gekozen voor een nieuwe start van een opleiding. Dat deze opleiding qua Chroho-nummer hetzelfde is gebleven, maakt dat niet anders. Aan [eiser] is de keuze voorgelegd om de 3,5 jaar durende opleiding te vervolgen of om over te stappen naar het eerste jaar van de 4 jaar durende opleiding en voor die laatste optie heeft [eiser] gekozen. En vanwege die overstap kon er een bindend studieadvies worden gegeven in februari 2024, omdat op dat moment het eerste jaar van de opleiding was afgelopen. Weliswaar stond [eiser] al sinds 2021 ingeschreven als student bij [gedaagde] , maar het eerste jaar van zijn opleiding heeft hij pas in februari 2024 volledig doorlopen.