ECLI:NL:RBMNE:2024:473

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 februari 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
UTR 23/5499
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft Stichting Stadspodium De Ontspanning, gevestigd in Utrecht, een aanvraag voor een horecavergunning ingediend bij het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Utrecht. Eiseres stelt dat verweerder niet tijdig op deze aanvraag heeft beslist, wat heeft geleid tot het indienen van een beroep tegen het vermeende niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat iemand die beroep instelt, griffierecht moet betalen. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 365,-. De rechtbank heeft de termijn voor het betalen van het griffierecht verkort tot twee weken, maar eiseres heeft het griffierecht niet tijdig voldaan.

De griffier heeft eiseres op 22 november 2023 per aangetekende brief gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht. Deze brief werd echter als onbestelbaar geretourneerd. Vervolgens is de brief op 19 december 2023 per gewone post verzonden, maar ook daarna heeft eiseres het griffierecht niet betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen goede reden heeft gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, waardoor er geen verontschuldiging voor dit verzuim is gebleken.

Als gevolg hiervan heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk heeft beoordeeld en het bestreden besluit in stand blijft. De uitspraak is gedaan door mr. ing. A. Rademaker, in aanwezigheid van mr. I.C. de Zeeuw-'t Lam, griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 februari 2024. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/5499

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 februari 2024 in de zaak tussen

Stichting Stadspodium De Ontspanning, uit Utrecht, eiseres,

(gemachtigde: dhr. N.E. Nartey-Wemegah),
en
College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Utrecht, Hoofd Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving, verweerder.

Inleiding

1. Eiseres heeft bij verweerder een aanvraag om een horecavergunning ingediend. Volgens eiseres heeft verweerder hier niet tijdig op beslist. Daarom heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door verweerder.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is gebleken. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
2.1
Toetsingskader
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze bedraagt het griffierecht € 365,-. Omdat het beroep is ingediend vanwege het niet tijdig beslissen, behandelt de rechtbank het beroep versneld met toepassing van artikel 8:52 van de Awb en heeft de griffier de termijn voor het betalen van het griffierecht bekort tot twee weken. [1] Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
2.2
Heeft eiseres het griffierecht tijdig betaald?
De griffier heeft eiseres bij aangetekende brief van 22 november 2023 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen twee weken moet zijn voldaan. Deze brief is echter onbestelbaar aan de rechtbank geretourneerd. De griffier heeft vervolgens deze brief op 19 december 2023 per gewone postzending aan eiseres verzonden. [2] Ook hierna is door eiseres het griffierecht niet betaald.
2.3
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
Eiseres heeft geen reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

3. Het beroep is niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. ing. A. Rademaker, in aanwezigheid van mr. I.C. de Zeeuw-'t Lam, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 2 februari 2024.
Griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 3.1, tweede lid, van het Procesreglement bestuursrecht rechtbanken 2021.
2.Dat moet op grond van artikel 8:38, eerste lid, van de Awb.