ECLI:NL:RBMNE:2024:4700

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 juli 2024
Publicatiedatum
1 augustus 2024
Zaaknummer
UTR 24/145
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling na intrekking beroep tegen besluit Uwv

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 31 juli 2024, wordt het verzoek van verzoekster om een proceskostenveroordeling tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) beoordeeld. Verzoekster had eerder haar beroep ingetrokken tegen een besluit van het Uwv van 4 december 2023, waarin haar bezwaar ongegrond was verklaard. De rechtbank heeft het Uwv in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het Uwv heeft hierop niet gereageerd.

De rechtbank oordeelt dat het Uwv geheel aan verzoekster is tegemoetgekomen, aangezien het Uwv op 13 februari 2024 de WIA-aanvraag van verzoekster alsnog met spoed in behandeling heeft genomen en op 3 mei 2024 een WIA-uitkering heeft toegekend. Dit betekent dat verzoekster recht heeft op een vergoeding van haar proceskosten. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en berekent de vergoeding op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht.

Verzoekster heeft recht op een vergoeding van € 1.499,- voor de gemaakte proceskosten, inclusief het door haar betaalde griffierecht van € 51,-. De rechtbank legt de verplichting tot betaling van deze kosten bij het Uwv. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/145

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 juli 2024 in de zaak tussen

[verzoekster] , uit [woonplaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. B.E. Crone),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(het Uwv), verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoekster om een veroordeling van het Uwv in de proceskosten. Verzoekster heeft dit verzoek gedaan bij de intrekking van haar beroep tegen het besluit van het Uwv van 4 december 2023.
1.1.
De rechtbank heeft het Uwv in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om veroordeling in de proceskosten. Het Uwv heeft hierop niet gereageerd.
1.2.
De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe. Zij legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Wanneer wordt een bestuursorgaan in de proceskosten veroordeeld?
3. Als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan de bestuursrechter op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. [2]
Is het Uwv aan verzoekster tegemoetgekomen?
4. De rechtbank moet dus beoordelen of het Uwv geheel of gedeeltelijk aan verzoekster is tegemoetgekomen.
4.1.
Op 10 januari 2024 heeft verzoekster beroep ingesteld tegen het besluit van 4 december 2023, waarin het bezwaar van verzoekster ongegrond is verklaard. In dit besluit heeft het Uwv de beslissing dat de WIA-aanvraag van verzoekster niet verder in behandeling neemt, gehandhaafd. Het Uwv heeft op 13 februari 2024 de WIA-aanvraag van verzoekster alsnog met spoed in behandeling genomen. Op 3 mei 2024 is aan verzoekster een WIA-uitkering toegekend. Op 22 mei 2024 heeft het Uwv bevestigd dat het besluit van 3 mei 2024 in de plaats komt van het primaire besluit van 7 maart 2023 en het bestreden besluit van 4 december 2023. Hiermee is het Uwv tegemoetgekomen aan het beroep van verzoekster.
Welk bedrag aan proceskosten moet het Uwv aan verzoekster vergoeden?
5. De rechtbank wijst het verzoek als kennelijk gegrond toe. Verzoekster krijgt een vergoeding van haar proceskosten. Het Uwv moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt verzoekster een vast bedrag per proceshandeling. Verzoekster heeft in bezwaar gevraagd om vergoeding van de proceskosten. De gemachtigde heeft een bezwaarschrift ingediend en een beroepschrift ingediend. In bezwaar heeft elke proceshandeling een waarde van € 624,-. In beroep heeft elke proceshandeling een waarde van € 875,-. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 1.499,-.
Krijgt verzoekster een vergoeding van het griffierecht?
6. De rechtbank wijst erop dat het Uwv verplicht is het door verzoekster betaalde griffierecht van € 51,- te vergoeden. [3] Verzoekster moet zich hiervoor dan ook tot het Uwv wenden.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt het Uwv tot betaling van € 1.499,- aan proceskosten aan verzoekster.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, rechter, in aanwezigheid van mr. B.M.M. Tijink, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 31 juli 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, in samenhang met artikel 8:75a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Dit volgt uit artikel 8:75a van de Awb en is nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3.Dit volgt uit artikel 8:41, zevende lid, van de Awb.