ECLI:NL:RBMNE:2024:4700
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking beroep tegen besluit Uwv
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 31 juli 2024, wordt het verzoek van verzoekster om een proceskostenveroordeling tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) beoordeeld. Verzoekster had eerder haar beroep ingetrokken tegen een besluit van het Uwv van 4 december 2023, waarin haar bezwaar ongegrond was verklaard. De rechtbank heeft het Uwv in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het Uwv heeft hierop niet gereageerd.
De rechtbank oordeelt dat het Uwv geheel aan verzoekster is tegemoetgekomen, aangezien het Uwv op 13 februari 2024 de WIA-aanvraag van verzoekster alsnog met spoed in behandeling heeft genomen en op 3 mei 2024 een WIA-uitkering heeft toegekend. Dit betekent dat verzoekster recht heeft op een vergoeding van haar proceskosten. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en berekent de vergoeding op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
Verzoekster heeft recht op een vergoeding van € 1.499,- voor de gemaakte proceskosten, inclusief het door haar betaalde griffierecht van € 51,-. De rechtbank legt de verplichting tot betaling van deze kosten bij het Uwv. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.