Op 31 juli 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verblijfplaats van vijf minderjarige kinderen, die onder voogdij staan van de Stichting Nidos. De rechtbank heeft geoordeeld dat zij een spoedbeslissing kon nemen op basis van artikel 1:336a lid 2 BW, zonder alle belanghebbenden te horen. Dit volgde op eerdere beschikkingen van 15 en 25 juli 2024, waarbij de kinderrechter vervangende toestemming had gegeven voor wijziging van het verblijf van de kinderen. De kinderen verblijven momenteel bij een familie in Nederland, maar er zijn zorgen over hun veiligheid en welzijn. De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming opdracht gegeven om te onderzoeken of drie van de vijf kinderen, [minderjarige 2], [minderjarige 4] en [minderjarige 5], kunnen terugkeren naar de familie en onder welke voorwaarden. De beslissing is genomen na een mondelinge behandeling waarbij de moeder en de familie aanwezig waren, maar de Raad voor de Kinderbescherming niet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de spoedbeschikking geldig is en dat de bescherming van de kinderen in deze situatie voorop staat. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de situatie van de kinderen complex is, met verschillende verhalen over hun behandeling binnen de familie.