In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 26 juli 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 26 januari 2023 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelde dat eiseres te vroeg in beroep was gegaan, maar dat het beroep toch ontvankelijk was omdat de beslistermijn inmiddels was overschreden. De rechtbank stelde vast dat verweerder alsnog een besluit moest nemen en bepaalde dat dit binnen twee weken na de uitspraak moest gebeuren. Tevens werd verweerder een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het betaalde griffierecht van € 51,- moest door verweerder worden vergoed. De rechtbank nam in haar overwegingen de termijnen over die door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waren vastgesteld voor soortgelijke zaken.