4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1 en feit 2
De
verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 10 juli 2024, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Vanaf midden augustus 2023 ben ik begonnen met het dealen van cocaïne en heroïne. Om drugs te kopen, kon er worden gebeld naar het telefoonnummer [telefoonnummer] . Het wisselde af wie de drugs afleverde. [medeverdachte 1] nam het meeste risico. Hij fietste meer dan ik. Ik bracht soms ook drugs rond, maar [medeverdachte 1] liep vaker rond met de drugs.
De
verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1], afgelegd ter terechtzitting van 30 april 2024, volgend uit het vonnis in zijn eigen zaak, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik in de zomer van 2023 heb gedeald in heroïne en cocaïne. Ik heb heroïne en cocaïne verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd. Ik bracht de drugs rond op mijn elektrische fiets. Ik kreeg het van anderen te horen als er drugs moest worden bezorgd en dan bezorgde ik de drugs bij de afnemers. De afnemers gaven mij hiervoor geld, wat ik daarna aan iemand gaf. Ik kreeg vervolgens een deel van de opbrengst.
Een
proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Wij zagen dat de mobiele telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] meermaals telefonisch contact heeft gehad met het telefoonnummer [telefoonnummer] .
Wij troffen een gesprek aan tussen de mobiele telefoon en het telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit betreft het privételefoonnummer van [verdachte] . Er wordt gesproken over 'Koffie en Melk', waarvan het ons bekend is dat dit heroïne en cocaïne betekent. Er wordt gesproken over een persoon genaamd ' [bijnaam medeverdachte 2] '.
Chat 1:
Datum Tijd Afzender Bericht
11/10/23 22.13 [medeverdachte 1] “Yo neef ik heb nog Shi 2
pakken melk en 4 koffie ik
neem morge mee ja”
13/10/23 10.16 [verdachte] “Yo”
13/10/23 10.16 [verdachte] “Heeft die [bijnaam medeverdachte 2] je gebeld”
13/10/23 10.16 [medeverdachte 1] “Nee”
13/10/23 10.16 [medeverdachte 1] “Hij zou me om 8 uur bellen
maar ik zie niks staan in die
gemiste gesprekken”
13/10/23 17.27 [medeverdachte 1] “Hij staat achter”
13/10/23 17.27 [verdachte] “Ik ben ff verpakken”
13/10/23 17.27 [medeverdachte 1] “Saffie is goed neef'
In de telefoon van [medeverdachte 1] troffen wij een gesprek middels de applicatie SnapChat tussen de gebruikers ' [SnapChat account medeverdachte 1] ' en ' [SnapChat account medeverdachte 2] '. Naar onderzoek bleken deze accounts respectievelijk toe te behoren aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . In deze chat is waarneembaar dat [medeverdachte 2] meerdere adressen, namen van drugsgebruikers en
aantallen doorgeeft aan [medeverdachte 1] .
Chat 3:
Datum Afzender Bericht
17/08/23 [medeverdachte 2] "Safg"
19/08/23 [medeverdachte 2] "Saff'”
21/08/23 [medeverdachte 2] “ [A] [straat] ” (1)
21/08/23 [medeverdachte 2] “ [B] hij wil die gram” (2)
21/08/23 [medeverdachte 2] “Voor […] ”
21/08/23 [medeverdachte 2] “Daarna”
21/08/23 [medeverdachte 2] “ [adres] ” (3)
22/08/23 [medeverdachte 2] “Dan […] ”
22/08/23 [medeverdachte 2] “Dan [bijnaam D] ” (4)
22/08/23 [medeverdachte 2] “Dan [bijnaam E] ” (5)
22/08/23 [medeverdachte 2] “Dan [F] ” (6)
22/08/23 [medeverdachte 2] “En dab pas [bijnaam G] ” (7 )
(1) Vermoedelijk wordt [medeverdachte 1] naar drugsgebruiker [A] gestuurd. Vermoedelijk staat [A] op de [straat] te [woonplaats] op [medeverdachte 1] te wachten.
(2) Vermoedelijk wordt [medeverdachte 1] naar drugsgebruiker [B] gestuurd.
Neve was woonachtig op de [adres] te [woonplaats] .
(3) Vermoedelijk wordt [medeverdachte 1] naar drugsgebruiker [C]
gestuurd. [C] is woonachtig op het adres [adres] te [woonplaats] .
(4) Vermoedelijk wordt [medeverdachte 1] naar drugsgebruiker [D] gestuurd. Het is ons bekend dat [bijnaam D] de bijnaam [D] betreft. [D] is woonachtig op het adres [adres] te [woonplaats] .
(5) Vermoedelijk wordt [medeverdachte 1] naar drugsgebruiker [E] gestuurd. Het is ons bekend dat [bijnaam E] de bijnaam [E] betreft.
(6) Vermoedelijk wordt [medeverdachte 1] naar drugsgebruiker [F] gestuurd.
(7) Vermoedelijk wordt [medeverdachte 1] naar drugsgebruiker [G]
gestuurd. Het is ons bekend dat [bijnaam G] de bijnaam van [G] betreft.
Een
proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het is mij ambtshalve bekend dat [bijnaam medeverdachte 2] de bijnaam is van een persoon genaamd [medeverdachte 2] , geboren op [2004] te [telefoonnummer] .
Een
proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In dit proces-verbaal zijn alle belangrijke tapgesprekken van het telefoonnummer [telefoonnummer] weergegeven, waarbij de stem van [verdachte] is herkend als de gebruiker van het telefoonnummer. De bijnaam van [verdachte] is [bijnaam verdachte] .
Datum: 8 oktober 2023
Beller: [telefoonnummer]
Ontvanger: [telefoonnummer]
Inhoud:
[bijnaam] vraagt of [verdachte] naar haar huis kan komen voor 1 wit.
[verdachte] zegt 20 minuten.
[bijnaam] vind dit te lang en vraagt waar zij naar toe kan komen.
[verdachte] zegt wil ie naar mij toe komen. Kom naar die bus sluis in [straat] , die [naam] . [bijnaam] zegt: Ja doei!
[verdachte] zegt dan laat ik hem toch gewoon komen toch.
[bijnaam] zegt bus sluis ik denk je bent gewoon in de [straat] man. Maar je bent helemaal niet in de [straat] .
[verdachte] nee nee ik ben [bijnaam verdachte] die [bijnaam medeverdachte 2] is effe thuis.
[bijnaam] zegt ja nu hoor ik het aan je stem.
[verdachte] zegt dat hij hem wel snel naar haar huis kan sturen.
[bijnaam] zegt dat ze hard gefeest heeft en dat hij haar een goed brokje moet geven.
Tevens werd de telefonie geïntercepteerd van het privénummer van [verdachte] . Er werd geconstateerd dat [verdachte] de gebruiker is van het telefoonnummer [telefoonnummer] .
Datum: 5 oktober 2023
Beller: [telefoonnummer]
Ontvanger: [telefoonnummer]
Inhoud:
[verdachte] tegen [medeverdachte 2] : [verdachte] zegt dat die doeroe niet op die van de foto lijkt. Het is veel lichter dan normaal. [verdachte] zegt dat toen hij het afbrak het direct uit elkaar viel, doordat dat kanker hoerenkind het verkeerd verpakt heeft.
Een
proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In het onderzoek werden de telefonische gesprekken van het telefoonnummer [telefoonnummer]
geïntercepteerd door het onderzoeksteam. In dit proces-verbaal zijn alle belangrijke
tapgesprekken van het telefoonnummer [telefoonnummer] weergegeven, waarbij de stem van
[medeverdachte 2] is herkend als de gebruiker van het telefoonnummer.
Datum: 4 oktober 2023
Beller: [telefoonnummer]
Ontvanger: [telefoonnummer]
Inhoud:
[medeverdachte 2] zegt dat [H] naar [straat] komt en dat ze vijftig Red Bulls voor hen
heeft en dat [medeverdachte 1] hem daarvoor 1 om 1 moet geven.
Er wordt bepaald dat ze de blikjes wel goed moeten tellen. [medeverdachte 2] zegt dat de
blikjes bij die gozer gestald moeten worden. [medeverdachte 1] zegt dat hij daar nu is.
[medeverdachte 2] vraagt of [medeverdachte 1] de telefoon aan die gozer wil geven.
Vervolgens komt [verdachte] aan de lijn. [medeverdachte 2] zegt dat [H] vijftig Red Bulls komt brengen en dat deze bij hem geklemd moeten worden. [medeverdachte 2] zegt dat hij er zeker twintig wil hebben. [verdachte] zegt dat hij de andere dertig dan neemt. Ze bespreken dat ze er
beiden twintig nemen en [medeverdachte 1] er tien krijgt. Vervolgens zegt [medeverdachte 2] dat 'ze' er allebei vijf krijgen.
Een
proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In het onderzoek werden de telefonische gesprekken van het telefoonnummer [telefoonnummer] geïntercepteerd.
Datum: 25 september 2023
Tijdstip: 16:14 uur
Beller: [telefoonnummer]
Ontvanger: [telefoonnummer]
Inhoud:
[medeverdachte 2] zegt dat [bijnaam G] twaalf lichte en een bankoe doeroe wil. [medeverdachte 2] zegt dat [medeverdachte 1] vier chawa's en zes doeroe's aan [bijnaam G] moet geven. [medeverdachte 1] zegt dat het goed komt.
Datum: 1 oktober 2023
Beller: [telefoonnummer]
Ontvanger: [telefoonnummer]
Inhoud: [verdachte] zegt dat [medeverdachte 1] naar bruggetje achter [straat] moet brengen 3 licht.
Een
proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik was 17 oktober en 18 oktober 2023 belast met het verdachtenverhoor van de aangehouden [medeverdachte 2] , geboren op [2004] te [geboorteplaats] . Hierbij herkende ik de stem van [medeverdachte 2] direct en volledig als zijnde één van de gebruikers van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Ik herkende de stem van [medeverdachte 2] als de stem van de persoon die zich kenbaar maakte als de persoon [bijnaam medeverdachte 2] .
Een
proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik hoorde dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] een gesprek voerde met de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Ik hoorde de stem van de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] , waarvan ik de stem direct en volledig herkende als de stem van een persoon genaamd [medeverdachte 1] , geboren op [2007] te [geboorteplaats] .
Een
proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 25 september 2023 tussen 14.00 en 16.30 uur bevonden wij ons in de omgeving
van Lelystad. Wij hebben op de bovengenoemde datum, tijd en omgeving de volgende waarnemingen gedaan:
Vanuit het onderzoeksteam kregen wij de informatie dat er een overdacht van verdovende middelen zou gaan plaatsvinden bij de bus sluis. Omstreeks 16.20 uur: [medeverdachte 1] kwam uit de richting van de [adres] gefietst en fietste de bus sluis voorbij in de richting van de [straat] . Vanuit daar fietste hij de […] over en ging een steeg achter een appartementencomplex aan de [adres] . Omstreeks 16.26 uur: [medeverdachte 1] maakte contact met een man in de genoemde steeg. Deze was in het zwart gekleed, grijskleurig haar en had een voorovergebogen houding. [medeverdachte 1] was in een tasje aan het rommelen en dan man keek hiernaar. Kort hierna gaf [medeverdachte 1] iets over aan deze man, waarna beiden direct uit elkaar gingen. Wij konden niet zien wat er precies werd overgegeven. De man stapte vervolgens op een bromfiets voorzien van kenteken [kenteken] . Uit het Rijksdienst van Wegverkeer register bleek de tenaamgestelde te zijn: [G] , geboren op [1963] te [geboorteplaats] .
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1
Uit bovengenoemde bewijsmiddelen blijkt van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, medeverdachte [medeverdachte 2] en medeverdachte [medeverdachte 1] (zie ook feit 2).
Verdachte heeft verklaard dat hij vanaf midden augustus 2023 is begonnen met de handel in harddrugs. De rechtbank zal 17 augustus 2023 als beginpunt nemen van deze handel gelet op de op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] aangetroffen Snapchatberichten van medeverdachte [medeverdachte 2] . Uit politieonderzoek volgt dat [medeverdachte 2] in deze berichten meerdere adressen, namen van drugsgebruikers en aantallen aan [medeverdachte 1] doorgeeft. Op grond van de bewijsmiddelen is naar het oordeel van de rechtbank vast komen te staan dat verdachte en medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zich in ieder geval in de periode van 17 augustus tot en met 17 oktober 2023 gezamenlijk bezig hebben gehouden met de handel in cocaïne en heroïne.
De rechtbank zal verdachte (partieel) vrijspreken van de handel in harddrugs in de ten laste gelegde periode 2 juni tot en met 16 augustus 2023. Er zitten wel aanwijzingen in het dossier dat verdachte zich al in die periode heeft schuldig gemaakt aan handel in harddrugs. Zo heeft de politie in juni en juli 2023 van drie verschillende personen, die als drugsgebruikers bekend staan, te horen gekregen dat [bijnaam verdachte] (de bijnaam van verdachte) in Lelystad (weer) in cocaïne en heroïne handelt. Hij zou gebruik maken van het telefoonnummer [telefoonnummer] en hij zou een jonge jongen op pad sturen om de drugs af te leveren. Nadat één van deze drugsgebruikers een foto werd getoond van medeverdachte [medeverdachte 1] , bevestigde deze drugsgebruiker dat dit de persoon betrof die verdovende middelen aflevert voor verdachte.
Uit onderzoek blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer] op 2 juni 2023 actief is geworden en dat het laatste inkomende en/of uitgaande contact op 3 juli 2023 was. De door de politie gehoorde getuigen, namelijk drugsgebruikers [F] , [I] , [J] , [G] en [K] (de twee laatstgenoemde zijn ook gehoord bij de rechter-commissaris) hebben verklaard dat via [bijnaam verdachte] drugs kon worden besteld. Echter, deze getuigen verklaren niet over het telefoonnummer [telefoonnummer] (actief van 2 juni tot en met 3 juli 2023), maar enkel over het telefoonnummer [telefoonnummer] (actief vanaf 2 september 2023). Het telefoonnummer waarnaar in de tussentijd gebeld zou moeten zijn geweest, volgt niet uit het politieonderzoek. Wel volgt dat op 2 september 2023 een SMS-Bom is verstuurd vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer] , waarin hoogstwaarschijnlijk het telefoonnummer [telefoonnummer] aan meerdere drugsgebruikers kenbaar is gemaakt. Naar het in juli/augustus gebruikte telefoonnummer is echter geen nader onderzoek gedaan. Het voorgaande in ogenschouw genomen, in combinatie met het feit dat verdachte heeft ontkend gebruik te hebben gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] en hij ook niet door middel van tapgesprekken dan wel observaties aan het telefoonnummer kan worden gekoppeld, is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte vanaf 2 juni tot en met 16 augustus 2023 heeft gehandeld in harddrugs.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2
Het verweer van de raadsvrouw
De raadsvrouw heeft betoogd dat, er slechts sprake is van handel in harddrugs voor de duur van hooguit tweeëneenhalve maand. Deze periode is zo kort dat niet kan worden gesproken van een duurzaam samenwerkingsverband, hetgeen vereist is voor een bewezenverklaring van deelname aan een criminele organisatie, zoals onder 2 ten laste is gelegd.
Het juridisch kader
Onder een criminele organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet wordt verstaan een samenwerkingsverband van tenminste twee personen met een zekere duurzaamheid en structuur. Het duurzaam en gestructureerd karakter kan blijken uit de onderlinge verdeling van de werkzaamheden of de onderlinge afstemming van de activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie.
Organisatie – duurzaamheid en structuur
Uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en verdachte betrokken zijn geweest bij het dealen in cocaïne en heroïne en dat sprake was van een interne structuur waarbij [medeverdachte 2] en verdachte een leidende rol hadden en [medeverdachte 1] de drugs rondbracht. Er is sprake geweest van een samenwerkingsverband tussen voornoemde personen. Een ieder had een eigen rol en taak die cruciaal was voor het welslagen van de door de organisatie beoogde misdrijven.
Dat sprake was van een organisatie met een duurzaam karakter en een bestendige samenwerking leidt de rechtbank onder meer af uit de intensiteit van de contacten in de bewezen verklaarde periode, bijna dagelijks, en de inhoud van de tapgesprekken waaruit ook de eerder omschreven rolverdeling blijkt. [medeverdachte 1] had van 17 augustus 2023 tot en met 17 oktober 2023 structureel contact met [medeverdachte 2] en verdachte over de verkoop van cocaïne en heroïne. Ook werd er volgens een vast patroon samengewerkt. De afnemers belden naar [medeverdachte 2] of verdachte, waarna [medeverdachte 1] van één van hen instructies kreeg, deze instructies opvolgde en de drugs naar de afnemers bracht. De handel in harddrugs heeft in ieder geval twee maanden geduurd. Daarmee is ook voldaan aan het vereiste van een duurzaam en bestendig samenwerkingsverband. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de raadsvrouw.
Rol van verdachte
Ieder had zijn eigen rol binnen het samenwerkingsverband. Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte, samen met medeverdachte [medeverdachte 2] , de medeverdachte [medeverdachte 1] aanstuurde om de drugs af te leveren. Uit de aard van de tapgesprekken is gebleken dat verdachte een belangrijk aandeel had in de gedragingen die rechtstreeks verband hielden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Conclusie
De rechtbank concludeert dat in de periode van 17 augustus 2023 tot en met 17 oktober 2023 sprake is geweest van een organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet, met als oogmerk het dealen in cocaïne en heroïne, en dat de handelingen van verdachte zijn aan te merken als deelneming aan die criminele organisatie.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 3
Verdachte heeft het onder 3 ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 10 juli 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 19 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland, inhoudende
de verklaring van getuige [getuige] (medewerker bij de Dienst Justitiële Inrichtingen);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een rapport, opgemaakt door rapporteur 30133166, werkzaam bij [verblijfplaats];
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 19 juli 2023, genummerd PL0900-2023219100-12, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland.