Uitspraak
Zitting
Beslissing
Motivering van de beslissing
proces-verbaal te ondertekenen
Rechtbank Midden-Nederland
Op 19 juli 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. De zaak betreft de leges die eiser moet betalen voor de behandeling van zijn aanvraag om een omgevingsvergunning. Eiser had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van 5 februari 2024, waarin hij aanvoerde recht te hebben op een teruggaaf van leges omdat hij de kans had moeten krijgen om zijn aanvraag in te trekken.
De rechtbank overweegt dat de behandelend ambtenaar eiser de gelegenheid heeft gegeven om zijn aanvraag uiterlijk op 30 augustus 2023 in te trekken. Eiser heeft op 21 augustus 2023 laten weten niet voornemens te zijn om dat te doen. Op 23 augustus 2023 heeft de ambtenaar van de gemeente Utrecht in een e-mail laten weten dat de vergunningaanvraag zou worden overgedragen aan de juridisch medewerkers en dat de vergunning zou worden geweigerd. Eiser had nog een week om zijn aanvraag in te trekken, maar heeft dat niet gedaan. De rechtbank concludeert dat de e-mail van de ambtenaar duidelijk was en dat het intrekken van de aanvraag niet meer mogelijk was na de gestelde termijn.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat de aanvraag niet is ingetrokken en de heffingsambtenaar terecht geen korting op de legesaanslag heeft berekend. Eiser hoeft geen griffierecht of proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van mr. C.H. Verweij, griffier, en is uitgesproken in het openbaar. Eiser is gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.