ECLI:NL:RBMNE:2024:4647

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 juli 2024
Publicatiedatum
29 juli 2024
Zaaknummer
UTR 24/2432
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Leges omgevingsvergunning en de mogelijkheid tot intrekking van de aanvraag

Op 19 juli 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. De zaak betreft de leges die eiser moet betalen voor de behandeling van zijn aanvraag om een omgevingsvergunning. Eiser had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van 5 februari 2024, waarin hij aanvoerde recht te hebben op een teruggaaf van leges omdat hij de kans had moeten krijgen om zijn aanvraag in te trekken.

De rechtbank overweegt dat de behandelend ambtenaar eiser de gelegenheid heeft gegeven om zijn aanvraag uiterlijk op 30 augustus 2023 in te trekken. Eiser heeft op 21 augustus 2023 laten weten niet voornemens te zijn om dat te doen. Op 23 augustus 2023 heeft de ambtenaar van de gemeente Utrecht in een e-mail laten weten dat de vergunningaanvraag zou worden overgedragen aan de juridisch medewerkers en dat de vergunning zou worden geweigerd. Eiser had nog een week om zijn aanvraag in te trekken, maar heeft dat niet gedaan. De rechtbank concludeert dat de e-mail van de ambtenaar duidelijk was en dat het intrekken van de aanvraag niet meer mogelijk was na de gestelde termijn.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat de aanvraag niet is ingetrokken en de heffingsambtenaar terecht geen korting op de legesaanslag heeft berekend. Eiser hoeft geen griffierecht of proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van mr. C.H. Verweij, griffier, en is uitgesproken in het openbaar. Eiser is gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/2432
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 juli 2024 in de zaak tussen
[eiser]uit [woonplaats] , eiser
en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, verweerder.

Zitting

In deze zaak heeft de rechtbank een mondelinge uitspraak gedaan, direct nadat de zaak is behandeld op de zitting van 19 juli 2024. Dit proces-verbaal is de schriftelijke uitwerking van de mondelinge uitspraak.
Bij de zitting was eiser aanwezig. De (gemachtigde van de) heffingsambtenaar heeft laten weten verhinderd te zijn, maar dat bericht bereikte de rechter pas na de zitting.
De rechtbank heeft eiser gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Motivering van de beslissing

1. Deze zaak gaat over de leges die eiser moet betalen voor de behandeling van zijn aanvraag om een omgevingsvergunning. De rechtbank beoordeelt de uitspraak op bezwaar van 5 februari 2024, waartegen eiser beroep heeft ingesteld.
2. Eiser voert aan dat hij recht heeft op een teruggaaf van leges overeenkomstig paragraaf 5 van de Tarieventabel bij de Verordening op de heffing en invordering van leges omgevingsvergunning gemeente Utrecht 2023. Hij had namelijk de kans moeten krijgen om zijn aanvraag in te trekken.
3. De rechtbank overweegt dat de behandelend ambtenaar eiser de gelegenheid heeft gegeven om uiterlijk op 30 augustus 2023 zijn aanvraag in te trekken. Eiser heeft op 21 augustus 2023 laten weten niet voornemens te zijn om dat te doen en dat hij daarover nog een definitief standpunt wilde innemen. Op 23 augustus 2023 heeft de behandelend ambtenaar van de gemeente Utrecht in een e-mail laten weten dat de vergunningaanvraag wordt overgedragen aan de juridisch medewerkers en dat de vergunning geweigerd zou worden. Eiser had toen nog een week om tijdig zijn aanvraag in te trekken, maar heeft dat niet gedaan. De rechtbank vindt niet dat de e-mail van de behandelend ambtenaar onduidelijk is, in die zin dat daaruit zo blijken dat het intrekken van de aanvraag daarna niet meer mogelijk zou zijn.
4. Omdat de aanvraag niet is ingetrokken, heeft de heffingsambtenaar terecht geen korting op de legesaanslag berekend. Het beroep is ongegrond. De heffingsambtenaar hoeft geen griffierecht of proceskosten te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van mr. C.H. Verweij, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 juli 2024.
de griffier is verhinderd om het
proces-verbaal te ondertekenen
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Locatie Arnhem, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.