Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 november 2023;
- de akte indienen producties van [eiser] ;
- de akte tot rectificatie van [eiser] ;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de akte indienen productie van [eiser] ;
- de mondelinge behandeling van 25 juni 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de spreekaantekeningen van mr. Aben.
2.De kern van de zaak
3.De achtergrond van het geschil
4.De beoordeling
- Er is niet gebleken dat Rabobank in november 2021 al een gewijzigd beleid had, dat inhield dat [eiser] vanwege zijn toekomstig pensioeninkomen geen financiering zou kunnen verkrijgen. Dat blijkt niet uit het citaat van de brief van 22 september 2022 (productie 41 bij dagvaarding): “
- De financieringsaanvraag van [eiser] is als zelfstandig ondernemer wat complexer. Daarom moet een hypotheekadviseur voor een inkomensverklaring een interne specialist inschakelen. Er moet immers worden vastgesteld wat het huidige inkomen is en wat het te verwachten toekomstige inkomen is. Daarvoor moet ook worden beoordeeld hoe zijn bedrijf zich in de toekomst zal gaan ontwikkelen. Daarom heeft [A] de heer [E] , werkzaam als specialist Inkomensverklaring-C; hierna [E] , ingeschakeld. Gezien die complexiteit kon er in november 2021 nog niets worden gezegd over de aanvraag van [eiser] .
- Daarnaast betwist Rabobank dat op het moment van het indienen van een financieringsaanvraag er een toetsing (aan de hand van het geldende beleid) plaatsvindt. Die toetsing vindt pas plaats in de adviesfase, zo heeft Rabobank toegelicht. Dat was in februari/maart 2022 en niet in november 2021. Toetsing van een aanvraag in november 2021 is ook niet logisch, want op dat moment zijn nog niet alle stukken compleet en is er nog geen volledig beeld van het inkomen. Er valt dan nog geen volledig advies te geven. Zo moest er nog onderzoek worden gedaan naar de gevolgen van de coronasteunmaatregelen die [eiser] had ontvangen en zijn verdere inkomensverwachtingen worden bekeken.
- Bovendien is onweersproken aangevoerd dat het beleid bij Rabobank steeds verder aangescherpt werd, inhoudende dat de regelruimte voor hypotheekadviseurs beperkter werd. De hypotheekadviseurs hadden minder mogelijkheden bij het verstrekken van hypotheken. Dat is ook een tendens die landelijk merkbaar is.
Winst- en verliesrekening’geen benodigde gegevens staan vermeld, terwijl dat bij de maand december wel het geval is (namelijk gegevens ten aanzien van ‘
Q2 2021’). Hoewel dat op zich juist is, leidt dat niet tot de conclusie dat er meer documenten zijn opgevraagd door een vertraging van Rabobank. In de kolom van de maand november is namelijk vermeld dat bij ‘
dividend uit minderheidsdeelneming’ook overgelegd moet worden ‘
Halfjaarcijfers t/m 30 jun’en ‘
Prognose 2021’. Omdat sprake was van dividend uit minderheidsdeelneming waren die gegevens hoe dan ook nodig. Het had daarom voor de hoeveelheid documenten niet uitgemaakt als Rabobank in november 2021 de documenten had opgevraagd. Dit standpunt van [eiser] wordt daarom niet gevolgd.