Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- De betekende dagvaarding van 16 april 2024 met 9 producties,
- De e-mail van 11 april 2024 mr. Corbeij waarin zij verzoekt een nieuwe datum te bepalen voor het kort geding en de e-mail van mr. Robustella die daarmee akkoord gaat als mr. Corbeij bevestigt dat [gedaagde sub 1] c.s. dan vrijwillig zullen verschijnen,
- De e-mail van 24 april 2024 mr. Corbeij waarin zij namens [gedaagde sub 1] c.s. bevestigt dat zij vrijwillig verschijnen op de zitting van 4 juni 2024,
- De producties 1 tot en met 4 namens [gedaagde sub 1] c.s. van 3 juni 2024.
2.Wat is de kern?
3.Wat willen partijen?
[gedaagde sub 1] c.s. betwisten dat zij hun geheimhoudingsbeding schenden en dat zij [eiseres] onrechtmatig beconcurreren en vragen om de vorderingen af te wijzen.
4.De beoordeling
(b) het duurzame bedrijfsdebiet van de voormalige werkgever, dat de voormalige werknemer in het kader van de (arbeids)overeenkomst heeft meehelpen opbouwen
(c) met de hulpmiddelen die hij daartoe vertrouwelijk van zijn voormalige werkgever ter beschikking kreeg.
5.De beslissing
€ 1.605,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [eiseres] € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening.