ECLI:NL:RBMNE:2024:4616
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 24 juli 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 24/2845. Eiser had op 9 april 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, dat op 5 maart 2024 was genomen. De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat eiser niet-ontvankelijk is, omdat hij het verschuldigde griffierecht van € 51,- niet heeft betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De griffier had eiser op 17 mei 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief is op 24 mei 2024 afgehaald, maar het griffierecht is niet ontvangen door de rechtbank. Eiser heeft geen geldige reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 Awb, en heeft besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen. Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier E.J.H.C. Hui.