ECLI:NL:RBMNE:2024:4615
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 24 juli 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. Eiser had op 15 januari 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van 21 december 2023. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 51,- niet had betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De griffier had eiser een termijn gesteld om het griffierecht te betalen, maar dit bedrag was niet tijdig ontvangen.
De rechtbank heeft eiser op 31 maart 2024 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek om het griffierecht binnen vier weken te betalen. Deze brief werd echter onbestelbaar geretourneerd. Vervolgens is de brief op 2 mei 2024 per gewone post verzonden, met de mededeling dat de termijn niet opnieuw aanvangt. Ondanks deze communicatie heeft eiser geen betaling verricht en geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht.
Gelet op het feit dat het griffierecht niet is betaald, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft daarom besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier E.J.H.C. Hui.