ECLI:NL:RBMNE:2024:4614
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 18 juli 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap. Eiser had op 11 april 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van 27 februari 2024. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 51,- niet had betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep.
De rechtbank heeft eiser op 16 mei 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief werd echter onbestelbaar geretourneerd. Vervolgens is de brief op 12 juni 2024 per gewone post verzonden, waarbij eiser werd geïnformeerd dat de termijn niet opnieuw aanvangt. Ondanks deze communicatie heeft de rechtbank het griffierecht niet ontvangen en heeft eiser geen geldige reden opgegeven voor de niet-betaling.
Gelet op het feit dat het griffierecht niet op tijd is betaald, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft dan ook besloten om het beroep niet inhoudelijk te behandelen en heeft geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze beslissing.