ECLI:NL:RBMNE:2024:4612
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 25 juli 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door gemachtigde Y el. Mathari, en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. Eiser had op 11 maart 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van 25 januari 2024. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 51,- niet had betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is betaling van het griffierecht een vereiste voor de inhoudelijke behandeling van een beroep.
De rechtbank heeft eiser op 11 mei 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Deze brief is op 14 mei 2024 bezorgd. Aangezien het griffierecht niet op tijd was betaald en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor de niet-betaling, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals vermeld in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, omdat het beroep niet inhoudelijk is behandeld.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de beslissing aan partijen verzonden. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.