ECLI:NL:RBMNE:2024:4603
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Woerden behandeld. Eiser heeft op 1 februari 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van 22 december 2023. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiser het verschuldigde griffierecht van € 51,- niet heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is betaling van griffierecht een vereiste voor de inhoudelijke behandeling van een beroep. De rechtbank heeft eiser op 24 april 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief werd echter onbestelbaar geretourneerd. Vervolgens is de brief op 29 mei 2024 per gewone post verzonden, waarbij is aangegeven dat de termijn niet opnieuw aanvangt.
De rechtbank heeft geen betaling ontvangen en eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen en is openbaar uitgesproken op 17 juli 2024.