In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 juli 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van de erkenning door de biologische vader van verzoekster. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. B.S. Bernard, heeft verzocht om de erkenning door haar vader te vernietigen, omdat zij van mening is dat dit in strijd is met haar privéleven en dat er sprake is van 'verbroken family life'. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P.M.F.M. Maas, heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader de biologische vader van verzoekster is en dat de erkenning niet kan worden vernietigd op de grond dat de erkenner niet de biologische vader is. De rechtbank heeft ook overwogen dat de erkenning een familierechtelijke rechtshandeling is die in overeenstemming met de werkelijkheid wordt vermoed. De rechtbank heeft het verzoek van verzoekster afgewezen, omdat de wettelijke voorwaarden voor vernietiging van de erkenning niet zijn vervuld. De rechtbank heeft verder opgemerkt dat verzoekster mogelijk haar geslachtsnaam kan wijzigen via de Dienst Justis. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.