ECLI:NL:RBMNE:2024:4527

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 juli 2024
Publicatiedatum
25 juli 2024
Zaaknummer
16/249994-21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling bij verstek voor verkeersdelict met zwaar lichamelijk letsel

Op 25 juli 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 14 september 2021 in Baarn een verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte, die niet aanwezig was tijdens de zitting, heeft zich zeer onvoorzichtig en onoplettend gedragen door tijdens het rijden op een slecht verlichte weg zijn mobiele telefoon te gebruiken. Dit leidde tot een frontale botsing met een tegenligger, waarbij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opliep, waaronder een gescheurde aorta en meerdere botfracturen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich niet aan de verkeersregels heeft gehouden en dat zijn gedrag heeft geleid tot het ongeval. De officier van justitie had een taakstraf van 100 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 6 maanden geëist, maar de rechtbank heeft een zwaardere straf opgelegd. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 140 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 12 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 1 jaar. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit en de gevolgen voor het slachtoffer, die nog dagelijks met de gevolgen van het ongeval moet leven.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/249994-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 25 juli 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1975] te [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is bij verstek gewezen (verdachte was niet aanwezig) naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 juli 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.A. Groot.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er in het kort op neer dat verdachte:
primair:
op 14 september 2021 in Baarn als bestuurder van een personenauto zich zeer of aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend heeft gedragen, door tijdens het rijden zijn mobiele telefoon vast te houden en te gebruiken, niet zijn aandacht op de weg te houden, zijn auto niet voldoende onder controle te houden, naar links te sturen en op de rijbaan voor tegemoetkomend verkeer tegen een tegemoetkomende auto te botsen, waardoor een verkeersongeval heeft plaatsgevonden en [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen;
subsidiair:
op 14 september 2021 in Baarn als bestuurder van een personenauto gevaar op de weg heeft veroorzaakt.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen, in die zin dat verdachte zich zeer onvoorzichtig en onoplettend heeft gedragen.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Een proces-verbaal aanrijding misdrijf, genummerd PL0900-2021294573-1, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Betrokken partijen/objecten:
Voertuig Personenauto [kenteken] Renault Twingo,
Bestuurder [slachtoffer] . [2]
Voertuig Personenauto [kenteken] Volkswagen Golf,
Bestuurder [verdachte] .
Letsel [slachtoffer] :
- een gescheurde aorta;
- 6 lichte hersenbloedingen;
- 3 gebroken ribben en 6 gekneusd;
- linker heup gebroken en uit de kom;
- verbrijzelde bekken;
- linker enkel gebroken; [3] - schaambeen en heiligbeen gebroken;
- scheur of breuk in middenrif. [4]
Een proces-verbaal verkeersongevallenanalyse, genummerd 2021294573-8, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Voertuig 1: personenauto,
Renault Twingo,
Kenteken [kenteken] .
Voertuig 2: personenauto,
Volkswagen Golf,
Kenteken [kenteken] . [5]
Wegsituatie
De rijbaan had een breedte van ongeveer 7,2 meter en was door middel van een dubbele onderbroken witte middenstreep verdeeld in 2 rijstroken. Naast de rijbaan lag aan beide zijden een vrij liggend fietspad dat door middel van een brede grasberm met bomen werd gescheiden van de rijbaan. [6]
Verkeersmaatregelen ter plaatse
De ter plaatse toegestane maximumsnelheid voor motorvoertuigen bedroeg 80 km/h.
Openbare straatverlichting
Wij zagen dat er op de plaats van het ongeval geen straatverlichting aanwezig was op de rijbaan. Wij zagen dat er op het verplichte fiets/bromfietspad gelegen aan de zuidzijde van de Hilversumsestraatweg, wel straatverlichting aanwezig was die tijdens het onderzoek in werking was. Wij zagen dat straatverlichting van het verplichte fiets/bromfietspad nagenoeg geen licht uitstraalde op de rijbaan van de Hilversumsestraatweg. [7]
Toedracht, oorzaak en gevolg
Op 14 september 2021, omstreeks 22:00 uur, had op de Hilversumsestraatweg N415 te Baarn een ongeval plaatsgevonden waarbij twee personenauto's waren betrokken. De bestuurder van voertuig 1 bereed de Hilversumsestraatweg, komende vanuit de richting Soestdijkerstraatweg ( Hilversum) en gaande in de richting Amsterdamsestraatweg ( Baarn).
De bestuurder van voertuig 2 bereed de Hilversumsestraatweg, komende vanuit de richting
Amsterdamsestraatweg en gaande in de richting Soestdijkerstraatweg. In de nabijheid van hectometerpaal 4.9 kwam voertuig 2 deels op de rijstrook voor het tegemoetkomende
verkeer terecht waarna voertuig 2 frontaal in botsing kwam met voertuig 1. Beide bestuurders raakten gewond ten gevolge van het ongeval.
Conclusie:
De bestuurder van voertuig 2 kwam door onbekende reden deels met zijn voertuig op de rijstrook voor het tegemoetkomende verkeer terecht. De bestuurder van het tegemoetkomende voertuig 1 kon een aanrijding niet voorkomen en botste met de uiterste linker voorzijde tegen de linker voorzijde van voertuig 2. De krassen welke het vermoedelijke conflictpunt markeerden bevonden zich op een afstand van ongeveer
0,7 meter links van het midden van de rijbaan, gezien de rijrichting van voertuig 2. [8]
Een proces-verbaal forensisch voertuigonderzoek, genummerd 2021294573-9, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Uitlezen voertuig
Tijdens de uitlezing zag ik in het door de software gegenereerde rapport diverse opgeslagen storingen welke te relateren waren aan het ongeval. lk zag namelijk dat de betreffende storingen waren opgeslagen op 14 september 2021, omstreeks 21:59 uur. [9]
Crash data stored; driver side
Date: 2021.09.14
Time: 21:59:31 [10]
Een proces-verbaal van bevindingen onderzoek telefoon verdachte, genummerd 211020.1112.PVB, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De telefoon van verdachte is in beslaggenomen voor onderzoek. Er is te zien dat om 21.58:48 uur de [website] .com log wordt gestart. Vermoedelijk komt door het aanroepen (opstarten) van de [website] .com app. Na deze log is te zien dat er meerdere activiteiten plaatsvinden te relateren aan de [website] .com app. Er wordt gezocht naar speelgoed waardoor er diverse afbeeldingen naar voren komen van producten die worden aangeboden via [website] .com. De [website] .com activiteit loopt van 21.58.48 uur — 22.00.15 uur. [11]
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , genummerd PL0900-2021294573-2, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 14 september 2021, omstreeks 21:58 uur, reed ik als passagier mee in een auto en reed over de Hilversumsestraatweg te Baarn in de richting van Hilversum. Ik zag dat er een auto voor ons reed op een afstand van ongeveer 100 meter. Ik zag dat die auto ook in de richting van Hilversum reed. Ik zag dat de auto voor ons een slingerende beweging maakte naar de tegenligger toe. Ik zag dat hij deze niet raakte. Ik zag enig moment daarop dat de auto die voor ons reed aan het draaien was. Ik zag toen wij dichterbij kwamen dat de auto was gebotst met een andere auto. [12]
Een geschrift, te weten een expertiserapport van Allianz, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Betrokkene: de heer [slachtoffer]
LetselBetrokkene beschrijft het volgende letsel/klachten direct in aansluiting op het ongeval (niet limitatief):
- Scheur in de aorta, er is een stent geplaatst;
- Fractuur van 3 ribben rechts;
- Longembolie;
- Gescheurd middenrif;
- Gescheurde en verplaatste darmen;
- Verbrijzeld bekken;
- Gebroken heup links;
- Gebroken enkel links;
- Hersenbloeding;
- Fractuur rugwervel L5;
- Afgebroken kies.
ZiekenhuisopnamePeriode: 14 september 2021 tot 12 oktober 2021. Aansluitend 52 dagen revalidatiecentrum.
Chronologische beschrijving van gevolgde medische behandelingenBetrokkene is door hulpverleners uit het voertuig geknipt. Er was al direct een trauma arts met trauma helikopter ter plaatse gekomen gezien de ernst van de aanrijding. Betrokkene werd afgevoerd naar het [ziekenhuis 1] , waar die avond nog een levensreddende operatie werd uitgevoerd. Bij de operatie werd het middenrif van betrokkene weer vastgemaakt en werd een stent geplaatst vanwege een scheur in de aorta. Een dag of twee later werd betrokkene voor de tweede keer geopereerd aan het letsel van de bekken/heupen waarbij osteosynthese materiaal werd geplaatst. Er was sprake van bloedingen op meerdere plaatsen in de hersenen. Betrokkene werd 8 dagen in coma gehouden. Ongeveer twee weken na ongeval moest betrokkene nogmaals aan zijn middenrif worden geopereerd, omdat het weer gescheurd was. Betrokkene heeft bijna een maand in het ziekenhuis gelegen en werd daarna overgebracht naar revalidatiecentrum [revalidatiecentrum] waar hij tot 3 december heeft gerevalideerd. Betrokkene vertelde dat hij de eerste 3 weken in het revalidatiecentrum nog niet kon mobiliseren en in bed heeft doorgebracht. Daarna is betrokkene voorzichtig gaan mobiliseren. Toen betrokkene het revalidatiecentrum mocht verlaten, kon hij kleine stukken lopen met krukken. Betrokkene vertelde dat hij nog niet is uitbehandeld bij [revalidatiecentrum] . Na zijn ontslag uit het centrum ging betrokkene er nog drie keer in de week heen voor therapie, inmiddels is dit teruggebracht naar twee keer in de week. Betrokkene krijgt fysiotherapie en zwemtherapie. Betrokkene heeft ook begeleiding van een ergotherapeut en psycholoog. [13]
Huidige klachtenBetrokkene beschrijft thans nog de volgende klachten en/of beperkingen:
- betrokkene vertelde dat hij maximaal 5 minuten achter elkaar kan lopen. Omdat er teveel bot is aangegroeid bij zijn bekken/heup is er een scheefstand en staat betrokkene met zijn bovenlichaam wat naar boven;
- betrokkene kan zijn linkerbeen niet goed omhoog krijgen;
- betrokkene heeft af en toe nog pijnklachten van de enkel;
- af en toe heeft betrokkene nog last van zijn middenrif bij het ademen;
- betrokkene ondervindt nog problemen bij de stoelgang;
- betrokkene vergeetachtiger sinds het ongeval;
- betrokkene heeft diverse littekens overgehouden aan zijn operatie. [14]
Een geschrift, te weten een vervolg expertiserapport van Allianz, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Betrokkene: de heer [slachtoffer]
Omgang met de klachten/behandelverloop:
Op 29 januari 2024 bracht ik een herbezoek aan betrokkene. Betrokkene vertelde dat de revalidatie omstreeks mei 2022 stokte, de fysiotherapeut kwam niet meer met hem verder en kon weinig meer voor hem doen. Betrokkene merkte dat hij meer klachten kreeg toen de fysiotherapie stopte. De revalidatietherapie werd weer opnieuw opgestart voor enkele maanden en is daarna weer gestopt, omdat [revalidatiecentrum] wederom niets meer voor hem kon doen tot de vervolgoperatie. Ik vroeg betrokkene of de begeleiding van de psycholoog bij [revalidatiecentrum] nog wel langer doorliep. Betrokkene denkt dat de behandelingen rond dezelfde periode zijn gestaakt of misschien wat eerder. Betrokkene heeft in de zomer van 2022 chirurg [chirurg] weer gezien voor controle en er werd een CT-scan gemaakt. Er waren forse verkalkingen bij de heup, hierdoor kon betrokkene ook niet goed rechtop staan. Betrokkene kreeg in overweging om de verkalkingen en een teveel aan botgroei operatief te laten weghalen. Dit was een zware operatie en niet zonder risico. Betrokkene is in juli 2023 geopereerd waarbij er ook bestraling heeft plaatsgevonden zodat na de operatie er niet weer teveel bot- en weefselgroei zou plaatsvinden. Tijdens de operatie werd geen volledige prothese geplaatst, er werd alleen verkalkt weefsel weggehaald. [15] Betrokkene vertelde dat de hoop was dat met de operatie de pijnklachten zouden afnemen en de beweeglijkheid van de heup zou toenemen. [16] Na de operatie heeft betrokkene weer gerevalideerd bij [revalidatiecentrum] , hij kreeg fysiotherapie en hydrotherapie. Betrokkene gaf aan dat het resultaat van de operatie minimaal is geweest. In de eerste periode na ongeval leek betrokkene wat minder pijn te hebben, maar na wat langere tijd kwamen de klachten weer terug op het niveau van voor ongeval. Betrokkene gaf aan dat hij in de toekomst alsnog een heupprothese nodig zal hebben. Betrokkene vertelde dat bij hem ook de spieren en banden om de heupen niet meer zo goed zijn, waardoor dit problematisch kan zijn. Betrokkene is in december 2023 uitbehandeld bij [revalidatiecentrum] . Ik vroeg betrokkene hoe het nu gaat nu hij niet meer bij de fysio van [revalidatiecentrum] komt. Betrokkene heeft vanwege hoofdpijnklachten en cognitieve klachten de neuroloog in het [ziekenhuis 2] bezocht en er is een neuropsychologisch onderzoek uitgevoerd in december 2023. Uit de onderzoeken kwam geen duidelijk hersenletsel naar voren, dit was in ieder geval niet duidelijk zichtbaar op de foto’s. Uit het onderzoek kwam naar voren dat betrokkene symptomen heeft van depressie, PTSS en een angststoornis. Er is overlegd of betrokkene verwezen zou worden naar een psychiater of psycholoog in het [ziekenhuis 2] , dit werd de psycholoog. Er wordt ook breinrevalidatie overwogen.
Ik vroeg betrokkene hoe het met zijn enkel gaat. Betrokkene vertelde dat hij nog pijnklachten heeft en dat hij eigenlijk nog geopereerd zou moeten worden aan de enkel. Dit zou een redelijk simpele ingreep zijn, waarbij een losse botsplinter verwijderd dient te worden in het gewricht.
Betrokkene vertelde dat hij eigenlijk ook nog eens zou moeten laten kijken naar zijn middenrif. Er is er is een oplosbare mat geplaatst, maar betrokkene voelt hem nog zitten. [17]
Huidige klachten
- Betrokkene kan ongeveer 5 minuten of 500 meter achter elkaar lopen. Op goede dagen doet betrokkene dat zonder krukken, op mindere dagen met krukken. Betrokkene heeft altijd pijn bij het lopen. Betrokkene kan ook niet te lang achter elkaar staan;
- Sinds de laatste operatie staat betrokkene wat meer rechtop en wat minder naar voren gebogen. Betrokkene heeft nog wel regelmatig rugpijn;
- Regelmatig pijnscheuten in de enkel;
- Last van het middenrif bij bepaalde bewegingen, ademen en eten. Betrokkene voelt het chirurgisch ingebrachte matje zitten;
- Betrokkene krijgt het linkerbeen minder goed omhoog;
- Betrokkene heeft af en toe nog last van de stoelgang;
- Cognitieve klachten, vergeetachtigheid, hoofdpijn. Betrokkene heeft een korter lontje en is sneller geprikkeld;
- Littekens van de operaties.
Betrokkene is door het UWV volledig arbeidsongeschikt bevonden. [18]
Bewijsoverweging
Feiten en omstandigheden
Uit het bewijs volgt dat verdachte op 14 september 2021 in een personenauto reed op de Hilversumsestraatweg te Baarn in de richting van Hilversum. De Hilversumsestraatweg is een weg die door een dubbele onderbroken witte middenstreep verdeeld is in twee rijstroken voor verkeer van verschillende rijrichtingen. Uit de verkeersongevallenanalyse blijkt dat de auto van verdachte op de rijbaan van het tegemoetkomend verkeer terecht is gekomen en op de tegemoet rijdende auto van slachtoffer [slachtoffer] is gebotst. Uit onderzoek naar de digitale gegevens van de auto van verdachte blijkt dat het ongeval vermoedelijk heeft plaatsgevonden om 21:59:31 uur. [slachtoffer] heeft bij het ongeval onder meer een scheur in zijn aorta, verbrijzelde bekken, een hersenbloeding, een rugwervel fractuur, een gescheurd middenrif, gescheurde en verplaatste darmen en meerdere botfracturen opgelopen. De avond na het ongeluk is een levensreddende operatie uitgevoerd, gevolgd door nog vele operaties en behandelingen.
Is er schuld in de zin van artikel 6 WVW?
Voor een bewezenverklaring van artikel 6 WVW is vereist dat vast komt te staan dat een verdachte zich zodanig heeft gedragen in het verkeer dat een aan zijn schuld te wijten ongeval plaatsvindt. Of sprake is van schuld hangt af van het geheel van gedragingen van verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Uit alleen de ernst van de gevolgen van het verkeersgedrag kan niet worden afgeleid dat sprake is van schuld. Ook een beperkte, tijdelijke onoplettendheid in het verkeer hoeft nog geen schuld op te leveren. Van schuld in de zin van artikel 6 WVW is pas sprake in het geval van (tenminste) een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. Om een aanmerkelijke, dan wel een sterke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid vast te stellen, moet de rechtbank kijken naar alle vaststaande feiten en omstandigheden van het geval. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Verdachte reed in het donker op een slecht verlichte weg, waar een hoge snelheid van 80 km/u mocht worden gereden. Het tegemoetkomende verkeer werd op die weg niet gescheiden door een middenberm of vangrail. Het rijden op een dergelijke weg en onder de genoemde omstandigheden vereist extra aandacht van verkeersdeelnemers, omdat men gemakkelijk op het weggedeelte van het tegemoetkomend verkeer kan komen en een botsing dan zo goed als onvermijdelijk is en bij de toegestane snelheid ernstige gevolgen kan hebben.
Uit de verklaring van getuige [getuige] blijkt dat verdachte ook voor het ongeval een slingerende beweging in de richting van een tegenligger maakte. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte al een langere tijd zijn aandacht niet op de weg had gericht, terwijl de genoemde wegsituatie hier juist extra om vroeg. Uit het onderzoek naar de telefoon van verdachte blijkt dat ten tijde van het ongeval activiteit heeft plaatsgevonden op de app [website] .com, waarbij naar producten werd gezocht. De activiteit op deze app loopt van 21:58:48 uur tot 22:00:15 uur; voorafgaand en ten tijde van het ongeval. Door onder de gegeven wegomstandigheden gedurende een langere tijd handelingen te verrichten op zijn mobiele telefoon, waardoor hij zijn aandacht niet op de weg had gericht, heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank zeer onvoorzichtig en onoplettend gehandeld. Als gevolg hiervan is verdachte tegen de auto van het slachtoffer aangereden, die daardoor zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. Het primair ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 14 september 2021, te Baarn, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Hilversumsestraatweg (N415), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer onvoorzichtig en onoplettend,- tijdens het besturen van voornoemd motorrijtuig (kort voor het ongeval) op het scherm van zijn mobiele telefoon te kijken en een app op zijn mobiele telefoon te gebruiken en- daarbij niet voortdurend zijn blik en aandacht op de weg te houden en- daarbij zijn motorrijtuig onvoldoende onder controle te houden en- vervolgens naar links te sturen en naar links te rijden en daarbij niet aan zijn, verdachtes, verplichting te voldoen om zoveel mogelijk rechts te houden en- vervolgens gedeeltelijk rijdend op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan van voornoemde weg tegen een op die rijbaan tegemoetkomend motorrijtuig (personenauto) te botsen,
waardoor een ander genaamd [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten een gescheurde aorta en meerdere (lichte) hersenbloedingen en meerdere gebroken ribben en meerdere gekneusde ribben en een gebroken heup (tevens uit de kom) en verbrijzelde bekken en een gebroken enkel en een breuk in de rug en een gebroken schaambeen en een gebroken heiligbeen en een breuk/scheur in het middenrif, werd toegebracht.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een taakstraf van 100 uren, met aftrek van het voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 50 dagen hechtenis;
- een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 1 jaar;
8.2
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is gepleegd
Verdachte heeft een verkeersongeval veroorzaakt door zich zeer onoplettend en onvoorzichtig te gedragen. Hij heeft voor een langere tijd op zijn telefoon gezeten terwijl hij op een slecht verlichte weg, aangrenzend aan de rijbaan voor tegenliggers, reed. Verdachte heeft hiermee een onaanvaardbaar risico genomen. Het slachtoffer heeft bij het ongeval zwaar lichamelijk letsel opgelopen en hij ondervindt nog elke dag de gevolgen van het gedrag van verdachte. Na de aanrijding is een levensreddende operatie op het slachtoffer uitgevoerd. Sindsdien heeft hij meerdere behandelingen moeten ondergaan, en er volgen nog meer operaties. Uit het ter terechtzitting namens het slachtoffer uitgeoefende spreekrecht blijkt dat zijn leven sinds het ongeluk compleet is veranderd. Hij heeft zijn toekomstplannen radicaal moeten bijstellen. Het ongeval heeft begrijpelijkerwijs ook grote impact gehad op zijn dierbaren. Hij kan niet de vader zijn voor zijn kinderen die hij graag zou willen zijn.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 7 maart 2024. Hierin ziet de rechtbank geen aanleiding om lager of hoger te straffen.
De op te leggen straf en maatregel
De ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank de oplegging van een taakstraf en een ontzegging van de rijbevoegdheid. De rechtbank heeft bij het bepalen van de (hoogte van de) straf gekeken naar de straffen die in vergelijkbare zaken eerder zijn opgelegd en heeft verder gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting, zoals geformuleerd door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Hierin is voor overtreding van artikel 6 WVW, waarbij sprake is van ernstige schuld en zwaar lichamelijk letsel bij het slachtoffer, een taakstraf van 160 uren en een onvoorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 1 jaar als oriëntatiepunt opgenomen.
De rechtbank vindt dit in beginsel passend gelet op de ernst van het strafbare feit en de zeer ernstige gevolgen die dit voor het slachtoffer heeft gehad. De rechtbank houdt rekening met het tijdsverloop en acht het niet opportuun dat verdachte zijn rijbewijs nu nog langer kwijt zal zijn dan dat het na het ongeval al ingevorderd is geweest. Daarom zal de rechtbank een deel van de rijontzegging voorwaardelijk opleggen zodat het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de tijd dat verdachte zijn rijbewijs al kwijt is geweest. De rechtbank zal gezien het tijdsverloop ook een iets lagere taakstraf aan verdachte opleggen.
Alles overwegende acht de rechtbank een taakstraf van 140 uur en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van 12 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 1 jaar, passend en geboden.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d van het Wetboek van Strafrecht en
  • 6, 175, 179 van de Wegenverkeerswet 1994;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 140 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 70 dagen hechtenis;
-
ontzegtverdachte ter zake van het bewezen verklaarde
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden;
- bepaalt dat de duur van de ontzegging wordt verminderd met de tijd gedurende welke het rijbewijs vóór het tijdstip waarop de straf ingaat, ingevorderd en ingehouden is geweest;
- bepaalt dat van de ontzegging een gedeelte,
groot 7 maanden,
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast;
- stelt daarbij een
proeftijd van 1 (één) jaarvast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.P.J. Janssens, voorzitter, mrs. A.M.M. Lemmen en O. Böhmer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.I. van Balkom, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 juli 2024.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 14 september 2021, te Baarn, althans in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Hilversumsestraatweg (N415), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- tijdens het besturen van voornoemd motorrijtuig (kort voor het ongeval) op het scherm van zijn mobiele telefoon te kijken en/of een app op zijn mobiele telefoon te gebruiken en/of zijn mobiele telefoon vast te houden en/of
- (daarbij) niet voortdurend zijn blik en/of aandacht op de weg te houden en/of
- (daarbij) zijn motorrijtuig onvoldoende onder controle te houden, althans niet met de nodige voorzichtigheid te besturen en/of
- (vervolgens) naar links te sturen en/of naar links te rijden en/of (daarbij) niet aan zijn, verdachtes, verplichting te voldoen om zoveel mogelijk rechts te houden en/of
- (vervolgens) geheel of gedeeltelijk rijdend op die/dat voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan/weggedeelte van voornoemde weg op/tegen een op die/dat rijbaan/weggedeelte tegemoetkomend/naderend motorrijtuig (personenauto) te botsen en/of aan te rijden,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten een gescheurde aorta en/of een of meerdere (lichte) hersenbloeding(en) en/of een of meerdere gebroken ribben) en/of een of meerdere gekneusde rib(ben) en/of een gebroken heup (tevens uit de kom) en/of verbrijzelde bekken en/of een gebroken enkel en/of een of meerdere breuk(en) in de rug en/of een gebroken schaambeen en/of een gebroken heiligbeen en/of een breuk/scheur in het middenrif, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 14 september 2021, te Baarn, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Hilversumsestraatweg (N415),
- tijdens het besturen van voornoemd motorrijtuig (kort voor het ongeval) op het scherm van zijn mobiele telefoon heeft gekeken en/of een app op zijn mobiele telefoon heeft gebruikt en/of zijn mobiele telefoon heeft vastgehouden en/of
- (daarbij) niet voortdurend zijn blik en/of aandacht op de weg heeft gehouden en/of - (daarbij) zijn motorrijtuig onvoldoende onder controle heeft gehouden, althans niet met de nodige voorzichtigheid heeft bestuurd en/of
- (vervolgens) naar links heeft gestuurd en/of naar links is gereden en/of (daarbij) niet aan zijn, verdachtes, verplichting heeft voldaan om zoveel mogelijk rechts te houden en/of
- (vervolgens) geheel of gedeeltelijk rijdend op die/dat voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan/weggedeelte van voornoemde weg op/tegen een op die/dat rijbaan/weggedeelte tegemoetkomend/naderend motorrijtuig (personenauto) is gebotst en/of aangereden,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 15 maart 2023, genummerd PL0900-2021294573, opgemaakt door politie Midden-Nederland, 122 pagina’s. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Digitale pagina 7.
3.Digitale pagina 8.
4.Digitale pagina 9.
5.Digitale pagina 76.
6.Digitale pagina 79.
7.Digitale pagina 80.
8.Digitale pagina 91.
9.Digitale pagina 114.
10.Digitale pagina 115.
11.Digitale pagina 29.
12.Digitale pagina 12.
13.Een geschrift, te weten een expertiserapport van Allianz, losbladig pagina 3.
14.Een geschrift, te weten een expertiserapport van Allianz, losbladig pagina 4.
15.Een geschrift, te weten een vervolg expertiserapport van Allianz, losbladig, pagina 2.
16.Een geschrift, te weten een vervolg expertiserapport van Allianz, losbladig, pagina 2-3.
17.Een geschrift, te weten een vervolg expertiserapport van Allianz, losbladig, pagina 3.
18.Een geschrift, te weten een vervolg expertiserapport van Allianz, losbladig, pagina 4.