Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 januari 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres
De Minister van Financiën, verweerder
Inleiding
Overwegingen
Welk bestuursorgaan is bevoegd?
Wat oordeelt de rechtbank?
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiseres, een gedupeerde ouder van de kinderopvangtoeslagaffaire, bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Minister van Financiën. Dit besluit, genomen op 6 april 2022, bepaalde welke private schulden voor vergoeding in aanmerking komen. Eiseres betwistte dat haar bezwaar te laat was ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat het bezwaar niet-ontvankelijk was. Eiseres had op 23 augustus 2022 bezwaar gemaakt, maar dit was na de wettelijke bezwaartermijn van zes weken die eindigde op 18 mei 2022. De rechtbank stelde vast dat eiseres niet met bewijs had aangetoond dat zij eerder bezwaar had gemaakt. Tijdens de zitting werd duidelijk dat er geen registratie was van een eerder ingediend bezwaarschrift en dat de wijziging van het postadres pas later had plaatsgevonden. Eiseres had ook geen bewijs geleverd van haar ziekte en medicatie in de periode waarin zij beweerde dat zij het bezwaar tijdig had verzonden. De rechtbank concludeerde dat verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard, waardoor het beroep ongegrond werd verklaard. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.