4.3Het oordeel van de rechtbank
1. [slachtoffer] heeft volgens een
proces-verbaal van aangifteonder meer de volgende verklaring afgelegd, zakelijk weergegeven:
Op vrijdag 10 november 2023 was ik werkzaam op de [adres] te [plaats] . Mijn collega heeft [verdachte] een rood aardappelschilmesje gegeven. [verdachte] wilde naar mijn inziens het mes terug gegeven, die mijn collega haar zojuist had gegeven. Ik wilde gaan opstaan, maar zag dat [verdachte] een snijbeweging richting mij keel maakte. Ik voelde dat het mes mijn keel raakte. Ik zag dat [verdachte] een paar stappen naar achter deed en een mes liet vallen. Ik hoorde [verdachte] zeggen:" Dan maar zo!"
Ik deed mijn hand op mijn keel en voelde bloed op mijn hand. Ik voelde dat het bloed
uit mijn keel liep.
2. Uit het
forensisch-medisch onderzoek betreffende [slachtoffer]volgt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Man met een blanco medische voorgeschiedenis, met links in de hals een
oppervlakkige snijwond van 10 cm.
Gevaarzetting van snijden/steken in de hals met een scherprandig en scherppuntig
voorwerp.
Ter plaatse is in de hals een aantal 'vitale' cq. belangrijke anatomische structuren
oppervlakkig gelokaliseerd, o.a. halsaders, de halsslagader(s), de luchtpijp en de
schildklier. Bij snijden en/of steken met een mes ter plaatse kunnen deze structuren geperforeerd worden.
Zijn de handelingen potentieel dodelijk?
Ja, het uitvoeren van snij-/steekhandelingen in de hals heeft een groot risico op
levensbedreigende letsels.
3. Uit een
proces-verbaal van bevindingenvan verbalisant [verbalisant 1] volgt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Ik hoorde [verdachte] het volgende verklaren: "Nu zit ik in de TBS kliniek. Ik zit hier al een hele tijd en ik heb nog steeds geen behandeling gekregen. Ik krijg gewoon geen therapie. Dit vond ik te lang duren. Daarom heb ik nu weer met een mes in de keel van een medewerker gesneden. Want weet je wat het is, als zij met mijn leven kan spelen, kan ik ook met hun leven spelen. En dat heb ik gedaan."
4. Uit een
proces-verbaal van bevindingenvan verbalisant [verbalisant 2] volgt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Ik, verbalisant [verbalisant 2] , heb [verdachte] het volgende horen zeggen tijdens het vervoer: “Zolang ik niet een behandeling krijg in de kliniek kan ik nog wel heel lang vastzitten. Daarom wil ik naar de gevangenis toe. Ik weet dat je door iemand een klap te geven niet wordt aangehouden in de kliniek dus heb ik iemand met een mes gestoken.
Het was niet mijn bedoeling om hem dood te maken, maar ik wist wel dat ik dan naar de gevangenis gebracht zou worden door dat te doen. Dat was mijn doel. Ik heb er al wel langer over nagedacht om dit te doen. Toen ik dat mes eenmaal vasthad dacht ik dit is het moment en stak ik die man. Nogmaals ik wilde hem niet doodmaken maar deed het om naar de gevangenis te gaan. Als die man dood zou zijn had het me eigenlijk ook niet uitgemaakt om eerlijk te zijn, want het is gewoon niet normaal dat ze me in die TBS kliniek laten zitten en geen therapie geven terwijl ik daar al zo lang op wacht. Ik zeg je wel als ik weer terug moet naar de TBS kliniek en ik krijg weer heel lang mijn therapie niet, dan doe ik het zo weer opnieuw”.
5. De
verklaring van verdachteter terechtzitting, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik wil heel graag worden behandeld, maar er wordt mij van alles beloofd en niets waargemaakt. Ik heb twee keer eerder iemand met een mes in de hals gesneden. Ik heb het elke keer gedaan om naar de gevangenis te kunnen. Ook deze keer. Ik weet dat een vechtpartij niet genoeg is om naar de gevangenis toe te gaan, dus heb ik dit gedaan.
Voorbedachte raad
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het bestanddeel 'voorbedachte raad' moet komen vast te staan dat verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en dat zij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat zij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van haar voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Daarbij komt het aan op een weging en waardering van de omstandigheden die een rol spelen in deze zaak.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat verdachte al enige tijd niet tevreden was over haar behandeling in de kliniek. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij gefrustreerd was dat zij geen behandeling aangeboden kreeg. Zij wilde daarom weg uit de kliniek en naar de gevangenis. Het is verdachte twee keer eerder ‘gelukt’ om na een steekincident in de gevangenis te belanden. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij ook deze keer uit de situatie wilde komen. Zij wist dat een vechtpartij niet voldoende zou zijn om naar de gevangenis te worden overgebracht, dus koos zij eens te meer voor het gebruik van een mes. Toen verdachte een mes in handen kreeg voor het snijden van fruit zag zij haar kans schoon om haar plan uit te voeren en heeft zij [slachtoffer] met een mes in zijn hals gesneden. De rechtbank overweegt dat deze omstandigheden blijk geven van een vooropgezet plan om iemand van de kliniek met een mes in zijn hals te snijden. De rechtbank neemt op grond hiervan als vaststaand aan dat verdachte vóór de uitvoering van haar daad heeft nagedacht over de betekenis en de gevolgen van haar voorgenomen daad en zich daarvan daadwerkelijk rekenschap heeft gegeven. Dat verdachte in een gemoedsopwelling heeft gehandeld, is in zoverre gebleken dat de rechtbank ervan uitgaat dat het niet zonder meer de bedoeling van verdachte is geweest om specifiek [slachtoffer] aan te vallen. [slachtoffer] was in zekere zin een willekeurig slachtoffer toen verdachte een mes in haar handen kreeg. Maar dat staat niet in de weg aan het aannemen van voorbedachte raad. Evenmin is gebleken van andere contra-indicaties die aan het aannemen van voorbedachte raad in de weg staan. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld.
Voorwaardelijk opzet
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het niet haar bedoeling was om [slachtoffer] te doden. Daarmee zou dus geen sprake zijn van opzet. De rechtbank gaat mee in de verklaring van verdachte dat zij niet vol opzet had om [slachtoffer] van het leven te beroven. De rechtbank leidt dit af uit het handelen van verdachte, aangezien zij [slachtoffer] één keer in de hals heeft gesneden, het mes vervolgens gelijk heeft weggegooid en haar handen omhoog heeft gedaan. Verdachte heeft echter wel voorwaardelijk opzet gehad op het om het leven brengen van [slachtoffer] door hem in zijn hals te snijden. Uit het forensisch-medisch onderzoek volgt immers dat het uitvoeren van snij-/steekhandelingen in de hals peen groot risico op levensbedreigende letsel met zich meebrengen, gelet op een aantal vitale structuren van het lichaam die op deze plek dicht onder de huid liggen. Het voorgaande is tevens algemeen bekend en moet dus ook bij verdachte bekend zijn geweest. Verdachte heeft door het snijden met het mes in de hals van [slachtoffer] bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij daardoor zou komen te overlijden. Dat blijkt ook uit de eigen woorden van verdachte tijdens haar vervoer vlak na het incident: “Als die man dood zou zijn had het me eigenlijk ook niet uitgemaakt om eerlijk te zijn.”
De rechtbank acht, gelet op bovenstaande, dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte heeft geprobeerd om [slachtoffer] te vermoorden.
Conclusie
De rechtbank zal verdachte veroordelen voor de primair ten laste gelegde poging tot moord.